Boeken / Fictie

Troostrijk gehamer

recensie: Curzio Malaparte (vert. Jan van der Haar) - Bloed

De verhalen in Bloed zijn niet zeer wreed of hartstochtelijk. Het bloed vloeit hier niet, het druppelt. Bloed vertolkt een subtielere functie: het is een voorwerp van obsessie, het is de arbiter, het is onverschillig- en echtheid.

Curzio Malaparte
Curzio Malaparte

Eindelijk is in Nederland de vertalingsmachinerie van het werk van de Italiaan Curzio Malaparte (pseudoniem van Kurt Erich Suckert, 1898-1957) op gang gekomen. Je zou zeggen dat zowel de recente vertaling van zijn putschhandboek, Techniek van de staatsgreep, als de Nederlandse edities van de meesterwerken Kaputt en De Huid – eveneens door literair vertaler Jan van der Haar – onderhand barsten teweeg moeten brengen in de muur van onbekendheid. In zijn werk hermysticeert Malaparte – ongrijpbaar interbellumintellectueel en oorlogsjournalist, van fascist tot communist en aristocraat – de Tweede Wereldoorlog. Scènes over de gedrochtelijke Himmler in de sauna, de bevroren paarden in het Ladogameer of de Napolitaanse omgang met vernedering zijn poëtisch en ontzettend. En dat is, om misverstanden te voorkomen, een heel sterke aanbeveling.

Afschuw en fascinatie

Een jaar of tien eerder, in 1937, publiceerde Malaparte Bloed. Hierin is de rode draad de weerzin en fascinatie van Malaparte en de Italianen tegen en voor het bloed. In de eerste van twee ingevoegde inleidingen stelt de schrijver: ‘Ik verafschuw bloed.’ Hij vervolgt direct met de bekentenis dat hij als kind door bloed werd geobsedeerd en standbeelden met een mes te lijf ging om te proberen deze te laten bloeden. De afschuw lijkt de obsessie enkel te vergroten.

In Bloed lijkt Malapartes taal een niet-ingedamde variant van de taal in zijn latere werk: gedurfd en boordevol pathos. En ja, dit slaat sporadisch om in pathetiek. In brede, vloeiende banen schrijft en schrijft hij, blijkbaar onbevreesd voor poëtische overkill. In de veelal autobiografische verhalen in Bloed toont hij een voorkeur voor beschrijvingen van het bucolische Italiaanse platteland, vaak rond zijn geboorteplaats Prato. Deze verhalen baden in flakkerende lichtstralen, terwijl de continu waaiende sirocco de lucht verzwaart en de cicades tsjirpen op de achtergrond.

Tussen deze overvloed aan impressionistische sfeerbeschrijvingen krijgt de lezer aanhoudend het idee dat er binnen twee regels een oprechte, mystieke gebeurtenis plaats kan hebben. Deze spanning en mystiek typeren Malapartes schrijverschap, en maken ook Bloed interessant.

Curtino

Sommige verhalen hebben als onderwerp zijn jeugd of zijn dienst in de Eerste Wereldoorlog. Al genoemd is de fascinatie van de kleine en onzekere ‘Curtino’ voor bloed. De aanblik van enkele druppels bezorgde hem

een soort van blijde verwondering, de aanwezigheid van dat bloed maakte de hemel helderder, de contouren van de heuvels zachter, de lucht rustiger.

In het verhaal ‘De ontgoochelde dood’ rijst uit de hamerslagen van de smid Mersiade een andere vorm van aardse mystiek op. Bij Mersiade vindt Curtino af en toe soelaas. De terugblikkende Malaparte etst hier een beeld dat dusdanig hoekig en uitdrukkingsvol is dat de lezer net als de kleine Curzio het gehamer als troostrijk ervaart. Het gehamer is natuurlijk een metafoor voor een pulserende hartslag, en daarmee voor een soort echtheid, vergelijkbaar met de ‘verzachtende’ druppels bloed. Zo is het bloed afwisselend symbool en het gesymboliseerde, en vaker van verlichting dan van onverschilligheid.

In bijna ieder verhaal druppelt het bloed. Vloeien doet het niet, want het werkelijke geweld is dat van de natuur: het onverschillig-toevallige geweld dat een moeder een kind en een schaap haar lam doet verliezen.

De redactie lijkt af en toe netter te hebben gekund. Als Cavalier Bonfante – hoofdpersoon van het perplex achterlatende slotverhaal – aan iemand denkt, staat er bijvoorbeeld ‘Cavalier Bonfante deed hem aan iemand denken’. Dit ontsiert. Ook is het vreemd dat Malaparte niet even kort ingeleid wordt, wat toch had gemogen bij een oudere schrijver die geen wijdverbreide bekendheid geniet. Niettemin valt ook uit deze verhalenbundel zeer veel te halen. Bloed is een nieuw Nederlands piketpaaltje van Malapartes talent.