Film / Achtergrond
special: Deel 2

IFFR 2013

.

In het tweede deel van ons verslag van het IFFR 2013 kijken we naar een in winters Canada gestrande Ivoriaan, een mistige partizanenstrijd en de nieuwste van de Mexicaanse meester Carlos Reygadas, een niemendalletje van veelfilmer Miike Takashi, een misdaadfilm van Johnny To die zich voor het eerst niet in Hongkong afspeelt, nazizombies in found foutage, en een documentaire bestaande uit archiefbeelden en geluidsmateriaal met Nixon als middelpunt.


DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5 | DEEL 6 | DEEL 7 | DEEL 8: het laatste oordeel

Inhoud: Diego Star | In the Fog | Post tenebras lux | For Love’s Sake | Drug War | Frankenstein’s Army | Our Nixon

Winters scheepsonrecht

~

De wereld is vergeven van mensen die het slecht getroffen. Ze hebben nauwelijks te eten, geen dak boven hun hoofd of hen is op een andere wijze groot onrecht aangedaan. Soms gebeurt het ze allemaal. Over die mensen worden films gemaakt. Geen Hollywood en feelgoodfilms, maar festival- en arthousefilms. En die films worden dan bekeken door mensen die al die ellende niet overkomt. Via het medium film worden ze op de hoogte gebracht van en herinnerd aan de misère van anderen. Een constructie die al jaren kan bestaan omdat dit filmpubliek op enigszins perverse wijze nou eenmaal geniet van dit schouwspel.

Diego Star is in die zin niet anders dan andere van dit soort films. Het onrecht komt hier in de vorm van de rechteloze staat waarin zeelui, vaak uit alle hoeken van de wereld, verkeren tijdens hun werk op vrachtschepen. Om er een te quoten: ‘een vorm van slavernij waarbij je af en toe betaald wordt’. Als de machine van het schip Diego Star vastloopt met een ongeluk als gevolg, en de zeelui de schuld ervan dreigen te krijgen, pikt de Ivoriaanse second engineer Traoré (Issaka Sawadogo, vorig jaar erg sterk in The Invader) het niet langer. Hij waarschuwde al vele malen dat er nieuwe onderdelen voor het oude schip moeten komen, maar hij krijgt geen voet aan de grond bij zijn meerderen. Als enige trekt hij zijn mond open als er een onderzoek naar het ongeluk wordt gestart. Zijn collegas nemen hem dat echter niet in dank af omdat ze eindelijk op het punt staan hun achterstallig loon te krijgen. Met groeiende wanhoop probeert Traoré zijn gelijk te halen in een sneeuwlandschap dat qua vijandigheid lijkt te collaboreren met zijn opponenten. Hij woont inmiddels bij de jonge alleenstaande moeder Fanny (Chloé Bourgeois) met wie hij een vertrouwensband heeft opgebouwd. Als de cheques voor zijn kost- en inwoning van de scheepsmaatschappij niet meer komen door Traoré’s standpunt, komt ze in een spagaat terecht. Ook al betreedt Diego Star geen nieuwe paden, de manier waarop Sawadogo de getergde Traoré vertolkt en waarop Bourgeois probeert haar leven op de rails te houden, en door de fragiele band die tussen hen ontstaat, weet de film de aandacht goed vast te houden. (Erik Kersten)

 

Schemergebied

~

Twee jaar geleden maakte de van oorsprong documentairemaker Sergei Loznitsa op het IFFR indruk met My Joy. Een fascinatie voor het plattelandsleven in de voormalige Sovjet-Unie, voor de vaak harde menselijke interactie daarin en voor de Tweede Wereldoorlog waren hierin al zichtbaar. Ook stilistisch ligt In the Fog in het verlengde van Loznitsa’s debuut. De lange shots zijn wederom met vaste hand door de Roemeense cameraman Oleg Mutu (4 maanden, 3 weken en 2 dagen) vastgelegd, Loznitsa neemt de tijd om het verhaal uit de doeken te doen, er staat geen muziek op de soundtrack, maar er is wel degelijk een immer aanwezige onderhuidse spanning. En net als in My Joy zijn er weer enkele subtiele sprongen in de tijd.

In In the Fog wordt spoorwegmedewerker Sushenya op een avond thuis meegenomen door twee Wit-Russische partizanen. Zonder verzet gaat hij mee, ondanks dat hij weet dat de misdaad waarvan hij beschuldigt wordt – collaboratie met de Duitse bezetter – zijn dood betekent. Zijn executie loopt in het honderd en wat volgt is een lange trek door de bossen van de drie mannen, afgewisseld met flashbacks waarin we meer over hen te weten komen en de reden waarom Sushenya werd opgepikt. Dat in oorlogstijd vele grijstinten de boventoon voeren boven zwart-witte is niet nieuw; de subtiele wijze waarop In the Fog (de titel verwijst niet alleen naar de uitdrukking ‘fog of war’, maar kunnen we ook letterlijk nemen) dit gegeven uitwerkt maakt indruk. (Marcel Westhoff)

 

Natuur in alle dimensies


~

De nieuwe film van Carlos Reygadas (Batalla en el cielo, Stellet Licht) wordt verteld in tableaus die wisselen tussen surrealistische voorstellingen en een familiedrama. De film (die in Cannes de prijs voor beste regie won) ontvouwt zich in een gestaag tempo, als kabbelend water of krekelgeluiden op een zwoele zomernamiddag. Reygadas weet de natuur voortdurend dichtbij te houden, in hetonheilspellende onweer, de gestaag vallende regen, de ruisende wind, het geluid van de krekels, enzovoort. De ene keer beeldend, de andere keer auditief. De natuurelementen geven een extra dimensie aan de film, alsof ze zeggen dat we niet ontkomen aan onze eigen natuur. Dit wordt beeldend vertolkt in herinneringen, verlangens, driften, hoop, angsten, gevoelens, dromen. Zo lijkt elke scène op zichzelf te staan en met een ingewikkelde logica tot een groter geheel te behoren. (Ralph Evers)

 

Liefde en liedjes


~

‘Goh,’ moet Miike Takashi op een dag gedacht hebben, ‘welk genre zal ik nu eens aan m’n uitgebreide en veelzijdige oeuvre toevoegen? Wellicht een muzikaal niemendalletje?’ En zo zag For Love’s Sake wellicht het daglicht. Een verhaal over liefde en klasseverschillen, gelardeerd met cliché popliedjes, lullige dansjes die een belediging voor het woord choreografie zijn, en de nodige geweldsuitbarstingen die het cartooneske niet overschrijden. Er zijn leuke momenten en grappige personages, maar het is allemaal zo over de top en waar mogelijk in zuurstokkleuren gedrenkt dat het bijna niet anders kan zijn dan een grote knipoog danwel grap van Miike. Wat wel duidelijk wordt is dat de Japanse veelfilmer een talent heeft voor het casten en regisseren van jongeren. Dat bleek al eerder uit onder andere Crows Zero en is ook zichtbaar in zijn andere film die draait op het IFFR: Lesson of the Evil. (Marcel Westhoff)

 

Chinese drugs


~

De Hongkongse filmmaker Johnny To, bekend om zijn misdaad- en actiefilms, stond vijf jaar geleden in het voetlicht op het IFFR. Dit jaar is hij weer op het festival aanwezig met Drug War. De film markeert tevens een mijlpaal in z’n oeuvre: het is zijn eerste misdaadfilm die zich niet in thuisbasis Hongkong afspeelt, maar op het vasteland van China. Met behulp van een net opgepakte drugbaas tracht de politie een drugsyndicaat te infiltreren en op te rollen. Hiertoe geven ze zich uit als een van de betrokken partijen.

Drug War zit vol verwikkelingen en personages en wordt met veel vaart verteld. Het is nergens vernieuwend of baanbrekend, maar aan de hand van een ervaren en zelfverzekerde filmmaker als To levert het een enerverende, spannende film op. Het ‘Hongkonggevoel’ is een opvallende afwezige, maar het hedendaagse China met z’n tolwegen, snelheidstreinen, moderne hotels en uitgebreide havens zorgt voor goede en afwisselende locaties. De nadruk ligt hierbij minder op de actie en meer op de vermakelijke verwikkelingen en kat-en-muis-spelletjes tussen politie en misdadigers. (Marcel Westhoff)

 

Het kindje is een gedrocht


~

Jarenlang is Richard Raaphorst bezig geweest om een speelfilm van de grond te krijgen waarin nazizombies een hoofdrol vertolken. Bijna tien jaar nadat de eerste opnames aanvingen van wat de speelfilm Worst Case Scenario had moeten worden, gaat nu Frankenstein’s Army in premiere. Het verhaal is in de loop der tijd veranderd, maar ondode Duitse soldaten spelen nog immer een sleutelrol. In Frankenstein’s Army stuit een verkenningseenheid van het Rode Leger op een project van een nazaat van de beroemde vleesknutselaar.

Het is altijd pijnlijk te constateren dat iemands kindje niet is geworden waarop gehoopt werd. Raaphorsts achtergrond als art director is weliswaar duidelijk zichtbaar met tot in de details fantastisch uitziende sets, sterke locaties en inventieve moordlustige zombies. De vorm waarin het verhaal is gegoten maakt echter minder indruk. Found footage blijkt in al z’n ogenschijnlijke eenvoud weer eens bedrieglijk lastig in uitvoering. Een beweeglijke camera zorgt niet direct voor spanning, en een groot gebrek hieraan of zelfs maar effectieve schrikmomenten is voor dit type horror nu eenmaal dodelijk. Er zijn wat pogingen gedaan enkele historische interessante lijntjes uit te werpen (er is een Poolse soldaat aanwezig en de cameraman blijkt Joods), maar deze worden niet sterk uitgewerkt en het bedenkelijke niveau van de cast wordt er niet beter op met de clichéteksten die ze moeten uitspreken. (Marcel Westhoff)

 

Achter de schermen


~

Toen de autoriteiten een eindeloze hoeveelheid materiaal in beslag namen in het onderzoek naar de Watergate-affaire in de jaren zeventig, zaten er ook 204 Super 8-filmpjes (zo’n 10 uur materiaal) tussen, gemaakt tijdens Nixons presidentschap (1969-1974). Van grote waarde voor de autoriteiten of latere onderzoekers bleken de amateurfilmpjes niet, maar dat er tot nu toe helemaal niets mee werd ondernomen blijft opmerkelijk. De Amerikaanse Penny Lane en haar editor Brian Frye zagen er echter wel wat in en het resultaat is (mede dankzij financiering met behulp van Kickstarter) Our Nixon.

Dat de beelden niet echt baanbrekend zijn blijkt uit de documentaire, waarbij Nixon, ondanks dat hij op de beelden niet heel veel te zien is, toch dominant aanwezig is. Wat we veelal zien zijn schokkerige beelden waarin meer aandacht is voor alledaagse zaken (zoals de eekhoorns rond het Witte Huis) of details van belangrijkere zaken (zo wordt ingezoomd op de uitwerpselen die een paard tijdens een plechtig staatsbezoek achterliet). Ook maakten de drie filmers graag plaatjes van elkaar. Die makers waren H.R. Haldeman, John Ehrlichman and Dwight Chapin, naaste medewerkers van Nixon die behalve een liefde voor het filmen een ding gemeen hadden: alle drie draaiden ze naar aanleiding van Watergate de bak in.

De selectie van de beelden moet een heel karwei zijn geweest, en de zoektocht naar geschikte geluidsfragmenten om onder de stille beelden te zetten dwingt zo mogelijk nog meer respect af. Dat de beelden alleen niet voldoende waren is door de makers goed ingeschat. Pas in combinatie met twee andere typen archiefmateriaal krijgt het materiaal vorm: oude interviews met de drie filmers en gesprekken die heimelijk op tape tijdens Nixons presidentschap zijn opgenomen. Dat dit type geluidsopnamen een schat aan materiaal bevat bewezen documentaires als The Fog of War en The Most Dangerous Man in America al eerder. (Marcel Westhoff)