Boeken / Fictie

Antwerpse (k)luchtigheid

recensie: Dimitri Bontenakel - De steek van de Schorpioen

.

Griekse vechtersbazen, Darwin-terroristen en een Chileen met een duister verleden: De steek van de schorpioen is een bonte verzameling excentrieke personages en bizarre gebeurtenissen.

Twee jaar lang reist Lemmy Planck de wereld rond, om zijn scheiding van zich af te zetten en om een nieuwe roman te schrijven. In Argentinië raakt hij bevriend met De Chileen, een eigenzinnige man die hem een paar dagen voor zijn dood zijn manuscript toevertrouwt. Volledig onwetend wat hij in handen heeft keert Lemmy terug naar zijn woonplaats Antwerpen, samen met de eveneens van De Chileen verworven vechtersbaas D’Artagnan: een dodelijke schorpioen met slechts één schaar.

Onthullend manuscript

Al gauw dient de interesse in het manuscript zich aan. Lemmy’s ‘vriend’ (die twee jaar geleden overspel pleegde met zijn vrouw) ziet er heil in het manuscript uit te geven. Maar ook de oude werkgever van De Chileen – Agamemnon Security Consulting – probeert op gewelddadige wijze beslag te leggen op de tekst. Alsof dat nog niet genoeg is, dient zich vervolgens ook nog de verloren dochter van De Chileen aan, die geïnteresseerd is in de memoires van haar vader. Lemmy is de dupe: niemand schenkt nog aandacht aan zijn eigen manuscript dat hij tijdens zijn reis schreef. Alle aandacht gaat naar het manuscript van De Chileen, waarin hij een paar belangrijke onthullingen uit zijn duistere verleden doet.

Doordat Bontenakel veel verwachtingspatronen deconstrueert is de roman allerminst voorspelbaar. Uiteindelijk is niets wat het lijkt. Bijvoorbeeld het chique kantoor van Uitgever Pasqualis. Dit decor blijkt één grote facade, niet meer dan een op pilaren staande kamer in een verwaarloosde loods. Ook personages veranderen voortdurend van rol. Vrienden blijken dikwijls vijanden met een eigen agenda.

Hedendaagse klucht

Bontenakel laat veel bizarre figuren optreden in zijn roman. Erg geestig is ‘Pendelwoede’, een fictieve organisatie die de misgenoegde treinreiziger een gezicht wil geven. Naast ludieke acties als een parodie op Der Untergang op YouTube zetten, waarin Hitler zich volgens de ondertiteling druk maakt over een treinstaking, gaan zij ook over tot het gebruiken van grof geweld. Zo gebruikt één van de leden een traangasgranaat in een coupé, enkel om te laten zien hoe traangas werkt. Bontenakel maakt hiermee een originele toespeling op de frustraties van Belgische treinreizigers.

Met zijn komische en lichtvoetige inslag heeft de roman veel weg van een klucht. Op de flaptekst wordt het boek ‘de Big Lebowski van de Lage Landen’ genoemd, een begrijpelijke vergelijking. Net als cultheld The Dude scharrelt Lemmy wat rond en ziet wel wat er op zijn pad komt. Dit levert vaak grappige situaties op. Personages zijn absurd en komisch, al blijven het zo wel flat-characters. Toch kan dit de auteur vergeven worden. Bontenakel kiest voor een eigen stijl door de traditionele schelmenroman nieuw leven in te blazen. Een originele keuze waarvoor in de hedendaagse Nederlandstalige literatuur niet vaak meer gekozen wordt.