Boeken / Fictie

Feelgoodboek

recensie: R.J. Palacio (vert. Esther Ottens) - Wonder

Incidenteel verschijnt er een boek met een paar gemiste kansen, maar dat zo lief is dat je er eigenlijk geen kritische noten aan wilt hangen. Wonder is dat boek.

Auggie Pullman, de tienjarige hoofdpersoon, is geboren met een ernstige gezichtsafwijking. 27 operaties later kan hij in ieder geval praten en eten/drinken zonder slangetje. Een wonder, want de artsen dachten dat hij niet lang zou hebben. Maar ja, hoe is het om te leven met een op z’n zachtst gezegd eigenaardig smoeltje? Om steeds te worden aangestaard of juist snel wegdraaiende ogen te ontmoeten? Altijd gescheld, gegniffel en gewijs te moeten gewaarworden?

Appreciatief verhaal
Auggie is een normaal joch, dol op Star Wars en zijn hond, met een overweldigend inzicht voor een tienjarige. Het is een goed ventje die zich overal dapper doorheen slaat. Hij heeft daarnaast een heerlijk zelfbewuste humor en schroomt niet om grapjes te maken over zijn uiterlijk. Door de vele operaties heeft hij tot zijn tiende thuisonderwijs gehad, maar gaat dan voor het eerst naar school. Een nieuwe school is voor elk kind spannend, maar voor Auggie ligt het extra gevoelig. Hij weet op voorhand dat hij gepest zal worden en maakt zich terecht zorgen als hij abusievelijk zijn ouders hoort praten over ‘het lam naar de slachtbank leiden’. Paps en mams hebben hem niet angstvallig thuisgehouden, zodat dit hele normale jongetje hele normale dingen deed met zijn ongewone gezichtje. En dat is niet altijd even makkelijk.

In Wonder krijgen verschillende personen uit de omgeving van Auggie de kans hun verhaal te vertellen: Auggie zelf, zijn nieuwe vrienden Jack en Summer, zijn grote zus, haar vriendje en haar voormalige beste vriendin. Helaas ontbreekt het perspectief van de pestgrage schurk, waar het verhaal meer kracht uit had kunnen ontlenen. Want zonder deze tegenhangende stem lijdt het boek aan een gebrek aan melodramatiek.

Politiek correct
Ondanks een wat belerende toon slaagt de auteur erin een spiegel voor te houden. Auggie wordt gekwetst door het gros van de mensheid, die absoluut geen kwaad in de zin heeft. Niet alleen registreert Auggie alles, maar elke onschuldige reactie – een kleine opensperring van de ogen, niet recht in zijn gezicht willen kijken, overdreven aardig doen – herinneren de jongen constant aan zijn abnormaalheid. Deze reflexen zijn niet te ontwijken en valt de ‘schuldigen’ ook niet kwalijk te nemen. Maar ze zijn er wel, constant drukken ze een stempel op Auggies identiteit. Daarbij het pesten niet te vergeten, variërend van een kinderspelletje waarbij je de ‘Pest’ krijgt als je Auggie per ongeluk aanraakt, of een moeder die hem van de klassenfoto photoshopt om het idyllische plaatje niet te ruïneren.

Ondanks deze vervelende gebeurtenissen kun je het onmogelijk geen aandoenlijk boek vinden, al is het alleen maar omdat de goeden overwinnen en de slechten bijdraaien of karma tegenkomen. Er zit alleen weinig pit in het verhaal. Alle personages hebben nagenoeg dezelfde sympathieke stem, die maar al te graag willen vertellen wat een prachtjongen Auggie is en hoe bijzonder. Ondanks hun ongemakken met Auggies uiterlijk – zuslief vertelt bijvoorbeeld eerlijk hoe ze zich altijd in zijn schaduw voelt staan – zijn de gedachtegangen van de personages bijna onmenselijk genuanceerd. Je zit vergeefs te wachten op het ruwe randje, op een vertoon van diepgravende emoties. Wonder is daarentegen een en al ingetogen feelgood. Je gelooft het niet. Maar wat wil je het graag wel geloven.