Boeken / Fictie

Je tong dik van angst

recensie: Mischa Andriessen - Huisverraad

De nieuwste bundel van Mischa Andriessen, Huisverraad, is genomineerd voor de J.C. Bloem-poëzieprijs. Zijn debuutbundel, Uitzien met D, werd al bekroond met de C. Buddingh’-prijs. Valt hij weer in de prijzen? Het zou terecht zijn, want Huisverraad is een intrigerende bundel met een constante dreiging die je niet loslaat.

Over Huisverraad kan niet gezegd worden dat de karakters tot leven komen, de geschetste wereld een werkelijkheid wordt of dat het lijkt alsof je je in die wereld bevindt. Nee, er gebeurt veel meer dan dat. De personages in de gedichten van Andriessen worden niet geïntroduceerd, ze bestaan simpelweg meteen. In heldere, grammaticaal correcte, haast prozaïsche zinnen worden hun handelingen beschreven door een ik-persoon. Dit gebeurt zo geraffineerd, dat je aan het eind van de bundel het gevoel hebt dat je kennissenkring is uitgebreid. 

Je bent erbij


Met enkele woorden zet Andriessen zijn karakters neer alsof we ze al jaren kennen. Ze worden bij hun voor- of bijnaam genoemd (Jonathan, Joram, Kai, Harm, de Kale), waardoor onze verhouding tot hen amicaal wordt. Door simpele maar messcherpe beschrijvingen van handelingen zijn het personen met karaktereigenschappen en persoonlijkheden. Bijvoorbeeld: ‘De linker met het loensende oog / vroeg hoeveel sigaretten ik nog had, / en nam er een meer dan ik aanbood.’ De mensen in Huisverraad zijn allemaal bekenden, of zelfs meer dan dat, misschien zijn we het zelf.

De situaties in Huisverraad zijn beklemmend en je komt er als lezer niet van los. Je voelt de onmacht wanneer je naast een boer staat die zijn oogst in vlammen laat opgaan, want ‘[v]an het land dat het zijne was en geel zag als een woestijn / zou heel het jaar worden geleefd.’ Je voelt het onverwachte optimisme wanneer je peddelt door een ondergelopen straat ‘zoals wij allemaal / in een boot, / in een winkelwagentje / en sommigen, zij het kort, / in een kartonnen doos.’ Je voelt de pijn wanneer je zonder kleren naar huis loopt van het strand , ‘kou zo diep in het lijf / dat er geen haast meer is, alleen / een doel, de weg naar huis, / het opvolgen van voetstappen, / de een na de ander, tot ooit, / eindelijk’. Er is geen twijfel mogelijk in een goed gedicht. De dingen zijn zoals ze zijn en jij bent erbij.

Alles en niets suggereren


Het geweldige aan de bundel is dat er een onbenoembare maar constante dreiging heerst. Alles wringt, je voelt je ongemakkelijk, voortdurend op je hoede. Maar waarvoor? Juist het feit dat er geen concrete oorzaak is voor de angst maakt het lezen van Huisverraad zo’n indrukwekkende ervaring. Alles en niets wordt gesuggereerd. Dit komt niet alleen doordat de Tweede Wereldoorlog in vele gedichten doorschemert. Het zit in de kleinste details, vooral in de cyclus ‘Cavalerie’, over een groep jongens die ’s winters door het bos zwerft. Er wordt veel gezwegen in de gedichten, vaak weggekeken, dingen worden verstopt, er wordt gewezen naar objecten buiten het zicht van de lezer. Wanneer er iemand lacht is het zelden duidelijk waarom, maar altijd onheilspellend.

Er vindt geweld plaats, maar doorgaans buiten de contouren van het gedicht: ‘”Hoor jij iets?” vroeg ik Kai, / die sneeuw wreef over de vingers / waarop ik zojuist was gaan staan.’ Wanneer er wel geweld wordt beschreven, wordt het verbeeld als een dans of blijft het impliciet (‘Zijn handen / bedekten niet wat hij bedekken wilde, / braken zijn val niet, toen ik, / opnieuw, harder nu.’). Wat gebeurt er precies met de jongens in het bos? Bij elke lezing beleven ze iets anders.

Heilsgebed


Er gebeurt veel in Huisverraad, veel meer dan wij weten: ‘Te zien is het niet, / niet met het blote oog’. Hoe thematisch verschillend de gedichten ook zijn, met ogenschijnlijk onbelangrijke woorden zoals ‘sneeuw’, ‘koffie’, ‘hond’ en ‘koffer’ worden de drie delen van de bundel onlosmakelijk met elkaar verbonden. De verschillende personages komen elkaar hierdoor op een hoger niveau boven de individuele gedichten tegen. Is het dezelfde sneeuw waar ze in staan? Dragen ze dezelfde koffer? Het geeft de bundel een extra dimensie: het geheel is meer dan de som der delen.

Het is een bundel om te lezen en te herlezen, te genieten van het onoplosbare mysterie dat Huisverraad is. Herlezen totdat de dreiging zo groot is dat het wordt als ‘in die dagen dat splitsing dreigde, / een stem in het portiek genoeg was / om de ramen te sluiten, lucifers te tellen / 1-1-2 te mompelen als een heilsgebed.’