Film / Films

Songs From The Second Floor

recensie: Songs From The Second Floor

In deze lege dagen van hebberigheid lijkt eenzaamheid weggekocht te kunnen worden, onze dromen kunnen met de gewenste accessoires afgehaald worden op iedere hoek van de straat en alle overige onzekerheden laten we verbannen door alle mogelijke verzekeringen. Zolang je ambities maar financieel gericht zijn lijkt eenzaamheid op een uitgestorven ziekte waar slechts melancholische idioten ergens lang geleden last van hadden.

~

Maar wanneer het niet meer lukt om die extra nul achter het banksaldo te plaatsen, blijkt die mooie vrouw toch niet meer te zijn dan een gefinancierde kut. En dan, alleen zittend op de pot met je eigen stanklucht om je heen, komt het besef dat er niets te winnen of te verliezen valt in het leven; we wachten, schijten en janken tot er een dag komt dat het allemaal niet meer hoeft. Een permanente ruis van eenzaamheid om ons heen en een gratis abonnement op de degeneratie van het lichaam moet toch voldoende zijn om een heel leven mee te vullen. Wat wil een mens nog meer?

Voor de goede observator valt er desalniettemin heel wat te lachen om het vermeende verdriet van al die zich verzettende mensen. Roy Andersson is zo’n observator. Vier jaar lang werkte hij aan Songs From The Second Floor, een film over eenzaamheid van de moderne mens in een geürbaniseerde omgeving. De film is ontleend aan het gedicht “Beloved is the man who sits down” van de Peruaanse dichter César Vallejo.

~

De kunst van het toekijken, zo kan de film ook omschreven worden. De camera staat stil en registreert al het doen en laten van de wanhopige maar toch doorploegende groep mensen. Ze zien niet in dat ze er beter bij kunnen gaan zitten en betreden door hun onwetendheid het doolhof van frustratie, vernedering, wanhoop en mislukking. Doorgaan, zwoegen, zichzelf alles ontzeggen alsof dat verlichting brengt. De mens zit vast in haar eigen gecreëerde web vol religie en andere pogingen het leven te begrijpen en doorgronden, om nog maar te zwijgen over zinledige termen als zingeving, ambitie en mogelijkheden.

In tientallen verschillende scènes die hier en daar met elkaar verbonden zijn worden alle mogelijke facetten van de mens en zijn plaats in de cultuur op een absurdistische manier niet zo zeer te kijk gezet, alswel filmisch onderzocht. Dit maakt Songs From The Second Floor tot een ontzettende innovatieve en komische film, die doet denken aan het werk van Samuel Beckett. De kracht van de implicatie en de schijnbaar oneindig gelaagde structuur van de film sleurt je mee in een droomwereld die bij nadere inspectie de essentie van het leven blijkt te zijn. Alle pogingen die we in ons leven gaan ondernemen zullen tevergeefs zijn. Als dank voor ons dwaas verzet zullen we gegeseld worden met existentiële angsten die ons uiteindelijk door onze eigen stupiditeit het graf zullen injagen. Maar laten we toch de rust vinden en lachen om onszelf; zo erg is het allemaal niet zolang we maar rustig gaan zitten en toekijken, vooral toekijken en dankbaar zijn dat Andersson ons deze wonderschone spiegel heeft voorgehouden.