Boeken / Fictie

Doornroosje en haar dorpsgenoten

recensie: Ineke Riem - Zeven pogingen om een geliefde te wekken

.

Ineke Riem debuteert met Zeven pogingen om een geliefde te wekken. Een sprookjesachtige roman die zich afspeelt in het fictieve dorpje Oudering op het Zuid-Hollandse eiland Voorne-Putten. Riem is erin geslaagd binnen de grenzen van dit dorp een geheel eigen werkelijkheid te scheppen. Haar nadrukkelijk literaire stijl levert een goed verhaal en aandoenlijke personages op, die om dezelfde reden wel erg op afstand blijven.

Afwijzingsbrieven
In het eerste hoofdstuk wordt het excentrieke meisje Lioba Hoogenboom opgevoerd. Ze wil niets liever dan aangenomen worden op de modeacademie, om het dorp waar ze geboren is en nauwelijks vrienden heeft te ontvluchten. Sinds vier jaar werkt ze bijna dagelijks in het dorpsmuseum en geeft ze al haar geld uit aan avondcursussen over mode. Tot diep in de nacht werkt ze aan haar creaties, maar de toelatingscommissies zagen steeds niets in de papieren jurken die ze maakte van oude zeekaarten of Japans moerbeischorspapier.

Dan ontvangt ze voor de zoveelste keer een afwijzingsbrief. In een dromerige en ietwat pompeuze passage loopt Lioba naar de rand van een rietbos, waar een oude roeiboot in een slik ligt. Ze neemt plaats in de boot:

Haar frêle lijf gleed van het bankje naar de bodem van de boot. Moe van haar bestaan trok Lioba zich terug in de luwte van haar verbeelding. (…) Het was geen bewuste keuze om in de boot te blijven liggen; het gebeurde omdat er niets anders gebeurde. Lioba verstopte zich in de hoeken van haar dromerige lichaam. (…) Vele uren gingen voorbij, maar gaandeweg vervloog het besef van tijd.

Dorpsgenoten

~

In de hoofdstukken die volgen begint de roman pas vorm te krijgen, als allerlei dorpsgenoten van Lioba aan het woord komen. Het gesprek van de dag is de mysterieuze slaap waarin het meisje wekenlang verkeert, maar men heeft
ook andere zaken aan het hoofd.

De 92-jarige Neeltje meent dat ze eigenlijk allang dood had moeten zijn.
Ze denkt aan haar voorbije leven en
de vrouw op wie ze lang geleden verliefd was. Huisarts Wolff beschouwt zichzelf als de archeoloog van de ware erotiek en begrijpt niet dat er geen vrouw is die met hem naar bed wil. En dan is er nog de inbreker, die elk huis dat hij ’s nachts betreedt als een museum beschouwt, en nog nooit in staat is gebleken een zinnig gesprek te voeren met ‘iemand met borsten’.

Buiten Oudering zullen we deze personages niet tegenkomen, met hun malle voorliefdes en teruggetrokken levens. Daarvoor zijn het te veel karikaturen, met één uitvergrote eigenschap. Ze zijn geschapen voor in een roman, niet geschikt voor het echte leven. Hoewel dat van het boek een mooi kunstwerkje maakt, laat het de lezer ook onverschillig: alsof hij naar een poppenkastvoorstelling kijkt. Ook de typografische grapjes in de roman (zie de afbeeldingen) trekken de lezer niet naar zich toe. Een uitzondering is de oude dame die in gedachten verzonken haar laatste dagen slijt. Deze mevrouw komt juist tot leven:

Ik moet ten diepste een angstig mens zijn. Bang voor dit leven en bang voor het volgende. Ik heb maar twee geheimen. Het andere is dat ik nooit zeep gebruik. Ik geef de voorkeur aan doucheolie. De vloer van de cabine wordt glibberig en ik hoop dat ik uitglijd en mijn heup breek. Ik weet wel dat men niet sterft aan een heupfractuur, maar tijdens de operatie kunnen zich complicaties voordoen.

Doornroosje

~

Eenmaal voorbij het stroeve begin zet Ineke Riem mooie portretten neer. De passage waarin Doornroosje uiteindelijk wakker wordt gekust, is op zich al genoeg reden om dit boek te lezen. Maar Zeven pogingen om een geliefde te wekken zit ook vol kleine, nieuwe verhalen die het lezen waard zijn. Al wordt door een van de dorpbewoners nog zo stellig het tegendeel beweerd: ‘JE MOET JE TIJD NIET VERDOEN MET IETS WAT EEN OF ANDERE AANSTELLER HEEFT VERZONNEN.’ Ook voor sprookjes geldt: niet alles geloven wat er staat.