Boeken / Fictie

Loslaten van iets wat je nooit hebt gehad

recensie: Thomas Heerma van Voss - Stern

Hugo Stern krijgt maar geen grip op de doorgeschoten liefde voor zijn enige zoon. En op de veranderingen die zijn leven bedreigen. De man die niets liever wil dan volledige stilstand maakt deze roman tot een soms tenenkrommende, maar vooral verrassende leeservaring.

De dynastie Heerma van Voss heeft met zoon Thomas een loot-van-formaat aan de familiestamboom toegevoegd. Na zijn veelbesproken debuut De Allestafel (2009) over een wereldvreemde controlfreak komt de 23-jarige schrijver opnieuw met een gemankeerd, mannelijk hoofdpersonage op de proppen. In Stern wordt vooral de onmacht van een verstikkend aanwezige vader blootgelegd.

Als de jonge Hugo Stern na zijn eindexamen een jaar in ‘Swinging London’ gaat wonen om met overspannen verwachtingen ‘mijn toekomst een gezicht te geven’, gaat het meteen helemaal mis. Zijn opdringerige wijze van contacten aanknopen en de geforceerde omgang met de medebewoners van het studentenhuis zorgen voor een averechts effect: iedereen keert zich van hem af. De enige die met hem optrekt is John, een vereenzaamde en voornamelijk zwijgende Koreaan.

Onder controle
In nuchtere flashbacks beschrijft Heerma van Voss hoe Hugo Stern van eigenaardig jongmens opgroeit tot de volwassen vader die hij uiteindelijk zal worden. Alles wordt onder controle gebracht: er wordt gewoond (Amsterdam) er wordt geleerd (Pabo), er wordt gewerkt (groep 4, basisschool) en er wordt getrouwd (Merel). Zijn werk als onderwijzer staat model voor zijn leven vol regelmaat, met als tastbaar hoogtepunt de gedetailleerde verslagen die hij aanlegt over de vorderingen van zijn leerlingen.

Het ongemak groeit naarmate dit verhaal vordert. Hugo Stern wil koste wat het kost een kind op de wereld zetten en na een ingrijpende miskraam bij Merel wordt hij alleen maar meer volhardend in zijn wens. Dat resulteert in de adoptie van de zoon waarmee hij de zingeving van zijn leven wil waarborgen.

Lieverd
Heerma van Voss begint deze geschiedenis uitgerekend op het moment dat Stern door zijn schooldirectie met prepensioen wordt gestuurd. Dat keiharde bewijs van zijn overbodigheid zorgt ervoor dat hij zich nog meer met het leven van zijn inmiddels achttienjarig zoon gaat bezighouden. Met kromme tenen lezen we hoe deze vader zijn volwassen kind nog steeds aanspreekt met ‘lieverd’, hoe hij dagelijks diens kamer opruimt en daarbij gewoon rondneust in alle privézaken waar hij verre van zou moeten blijven.

Zoon Bram daarentegen is een stoïcijnse puber die na zijn eindexamen het ouderlijk huis wil verlaten om de wereld te gaan ontdekken. Dat feit is voor Hugo Stern onverdraaglijk. Hoe kan een kind dat zo liefdevol een goed thuis wordt geboden, gewoon met de noorderzon vertrekken? Wanhopig probeert hij de onderlinge band aan te halen en nog meer zijn best te doen zijn vaderrol te perfectioneren. Maar het is onbegonnen werk en zijn acties worden alleen maar pijnlijker. ‘Nooit meer zal ik zoveel tijd investeren in iets wat zomaar afgelopen kan zijn.’

Zelfbeschouwing
Hugo Stern ontbeert het vermogen zichzelf te beschouwen, die hoogstbelangrijke eigenschap om van een afstand je eigen handelen, je eigen leven te analyseren. Hij is geen onzekere ouder die weifelend hoopt het goede te doen voor die onbegrijpelijke nieuwe generatie; Stern is een totaal van zichzelf overtuigde vader die verontwaardigd vaststelt dat de rest van de wereld niet mee wil in zijn visie. Want iedereen doet het verkeerd: de basisschool door hem met pensioen te sturen, zijn vrouw door hem geen kind te schenken, de gyneacoloog door zijn vruchtbaarheid in twijfel te trekken en uiteindelijk zijn enige zoon door hem niet de vader te laten zijn die hijzelf vol overtuiging wil opvoeren.

Het is de eenvoud van deze pijnlijke geschiedenis die dit boek je op het verkeerde been doet zetten. Waar Stern aanvankelijk de indruk wekt aan de verhalende oppervlakte te blijven, brengt de auteur uiterst geraffineerd een aantal details aan die het verhaal plotseling een bijzondere diepgang geven. Samen met de losse maar zorgvuldige stijl van Heerma van Voss maakt dit Stern tot een zeer geslaagde tweede roman.