Boeken / Fictie

Is dit alles?

recensie: Franca Treur - De woongroep

Hoe bestrijd je de leegte op weg naar volwassenheid? Door je actieve bijdrage te leveren aan het streven naar een betere wereld. Of in ieder geval een betere zelf. Het collectieve gevoel van de woongroep moet voor uitkomst zorgen.

De jonge Elenoor ‘has it all’. Leuk leven, met een niet onaardige vriend en een eenvoudige baan die beiden voldoende voorzien in allerlei dagelijkse behoeften. Maar koersvast op weg naar een eigen huis en een paar kinderen is niet de bedoeling. Elenoor wil meer en dieper, er valt nog zoveel te doen op deze aardbol, en neemt het besluit in een woongroep te gaan wonen en zich te verbinden aan de ongetwijfeld hooggestemde idealen die daar huizen.

Verweesde individuen
Het lijkt een haast onmogelijke opgave om na het overdonderende debuut Dorsvloer vol confetti met die langverwachte tweede roman op de proppen te komen. Franca Treur heeft het zo succesvol beschreven verleden van zich afgeschud en probeert in De woongroep met een vooruitziende blik haar hoofdpersoon te boetseren. Waar de debuutroman rijkelijk kon putten uit eigen oorsprong moet Treur nu echter met de billen bloot en het overgrote deel bij elkaar verzinnen. Dat valt nog niet mee.

Elenoor merkt al snel dat de woongroep niet bestaat uit gedreven wereldverbeteraars, het is geen ‘gekleurde tempel met goede mensen erin die mij zullen laten zien hoe het fruit des levens geplukt moet worden’. Er wordt wat vergaderd, heel veel gepraat, maar de drijfveren om in beweging te komen smoren meestal in een vage lusteloosheid. De verweesdheid van deze individuen verbindt de schrijfster ironisch met de locatie van het huis: een voormalig weeshuis voor meisjes in Amsterdam.

Zoektocht
Uit een lijstje met mogelijke acties (‘honger de wereld uit’, ‘geen bont aan je kont’ en ‘fuck the system’) wordt gekozen om topverdieners uit de zorgsector te overvallen tijdens een diner in een chique restaurant. Elenoor ontdekt ter plaatse dat de vader van haar geliefde tot het gezelschap behoort en weet met grote moeite de actie te volbrengen. Het halfzachte verloop van dit protest is tekenend voor de toestand van apathie waarin Elenoor verkeert en tegelijk ook voor de stuurloze gang van deze roman.

In een interview vertelt Franca Treur dat ze geen uitgewerkt plan had voor dit boek maar dat ‘de zoektocht van Elenoor net zo goed mijn zoektocht was’. Het aangenaam geschreven maar zonder enig houvast voortkabbelende verhaal onderschrijft deze methode. Dan maar wat mysterie ingevoegd door het in het voormalig weeshuis flink te laten spoken. Of de aanzet tot een spannend plot: een huisgenoot van de woongroep verdwijnt op mysterieuze wijze en wordt in verband gebracht met een duistere misdaad.

Koketterie
In de verwarring van deze losse draden komt het einde van De woongroep als teleurstellende bevestiging. De aanvankelijke leegheid blijkt nóg leger te kunnen worden als Elenoor – nota bene contentmanager van beroep – er niet in slaagt de zo vurig gewenste levensinhoud te vergaren en zich domweg neerlegt bij hypotheek en nageslacht. Alsof Treur maar wil aangeven: het is onmogelijk om zonder stevige ruggengraat het leven te leiden dat in je idealistische droomwereld bestaat.

Voor Elenoor is het niet zozeer belangrijk de wereld te verbeteren, maar gezíen te worden als iemand die de wereld verbetert. Het ‘openen van deuren die naar een voller leven leiden’ blijkt een vorm van koketterie die op niets uitloopt.

Als ik mijzelf googel, krijg ik alleen mijn eigen website. Snap je wat ik bedoel? Alsof het er niet toe doet dat ík besta. Oké, ik like Greenpeace op Facebook en ik eet verantwoorde bananen. Maar wie ziet dat? Dat ik die bananen eet?

Het ware misschien beter geweest als Franca Treur haar hoofdpersoon onder dwang had ondergebracht in kraakpand Vrankrijk in de Amsterdamse Spuistraat, daar waar de ruggengraten rechtovereind staan en de waan van zingeving nog volop ingevuld lijkt te worden.