Boeken / Non-fictie

De keuken van de constitutionele monarchie

recensie: Dik van der Meulen - Koning Willem III

Willem III was de eerste koning der Nederlanden wiens hele leven, from womb to tomb, in het teken stond van het koningschap. Hij tastte de grenzen van zijn – in vergelijking met zijn vader en grootvader beperkte – macht af.

Willem III werd geboren in 1817, ruim drie jaar nadat zijn grootvader geland was te Scheveningen en daarna als soeverein vorst in de Nederlanden door het leven ging. Al gauw werd laatstgenoemde officieel koning en dus werd de jongste Oranje-telg vanaf zijn geboorte opgevoed in de wetenschap dat hij ooit koning zou worden.

Het einde van zijn leven was ook anders dan voorheen. Rond 1880 waren er serieuze twijfels over Willems troonopvolging, wat nog niet eerder was voorgekomen. Alleen zijn zonen Willem (‘Wiwill’ werd deze genoemd, om de jongen van zijn naamgenoten te onderscheiden) en Alexander waren nog in leven en beiden waren kinderloos. Niet lang daarna zouden zij komen te overlijden. Gelukkig was Willem III op dat punt getrouwd met Emma van Waldeck en Pyrmont en hadden zij een dochtertje gekregen, Wilhelmina – die, in tegenstelling tot hardnekkige geruchten, wel echt een koningsdochter was.

Liberale vijanden

1849 is het sleuteljaar in het leven van Willem III: terwijl hij in Engeland verkeerde, stierf zijn vader. (Waarmee de wederom hardnekkige geruchten over vadermoord ook weersproken zijn.) Snel reist hij terug naar Nederland, waar hij aankomt als de derde koning van de jonge staat. Hij trof een koninkrijk dat hij misschien niet eens wilde, uitgekleed als het was zonder Brussel – de stad van zijn jeugd – en België, en zijn koningschap ingeperkt door Thorbeckes grondwet uit het jaar ervoor.

Van der Meulen besteedt veel tijd aan de haast ongelooflijke hoeveelheid kabinetten, of ‘ministeries’ zoals het toen heette, die er in de 41 jaar van Willems regering werden versleten. Willem III was in tegenstelling tot zijn vader een conservatief en een aanhanger van de restauratie. Maar die tijden van voor Napoleon kwamen niet terug: de Tweede Kamer was en zou voor lange tijd liberaal blijven – liberaler dan de conservatieve ministeries die Willem III wilde zien.

Willem III stribbelde vaak tegen en vertraagde, al wist hij uiteindelijk maar weinig vernieuwingen echt tegen te houden. Staatsmannen als Thorbecke kenden moeilijke regeerperiodes, terwijl minder competente ministers in het zadel gehouden werden door de koning – soms zelfs met dank aan middelen die staatsrechtelijk niet helemaal door de beugel konden. Het heeft Thorbecke er niet van weerhouden drie keer een kabinet te leiden en over het algemeen in de jaren ’50 en ’60 Willems voornaamste politieke vijand te spelen. Vanaf 1880, acht jaar na de dood van Thorbecke, nam de socialistische beweging met Domela Nieuwenhuis die rol over. Waar de demon van Willem I Napoleon heette, heetten die van zijn kleinzoon Thorbecke en Nieuwenhuis.

De ongrijpbare koning

Wat opvalt in Van der Meulens biografie is hoe ongrijpbaar Willem III is. Er zijn weinig persoonlijke documenten van hem beschikbaar, waardoor hij veelal vanuit het perspectief van omstanders geschetst wordt. Zijn eerste vrouw, Sophie van Württemberg, schrijft veel over haar man – ze haatten elkaar, dus erg positief is dat allemaal niet. Politici en secretarissen geven hun indruk van de koning, die erg wisselend is. Wat ontbreekt is uiteindelijk Willems eigen stem: zijn mening over de mensen om hem heen en de gebeurtenissen in het land.

Dik van der Meulen, bekend van zijn bekroonde biografie van Multatuli, lijkt de koning ook niet helemaal goed in vizier te krijgen – ondanks dat deze man de eerste Nederlandse vorst is die gefotografeerd is. Soms pagina’s lang beschrijft hij tijdgenoten en ontwikkelingen, waardoor Willem III naar de achtergrond verdwijnt. Vaak is hij ook gedwongen terug te grijpen naar anekdotes, die vermakelijk zijn, maar dikwijls van een te voorbijgaande aard zijn. Van der Meulen is een goede verteller met een mooie stem, al hij heeft zich ook af en toe flauwe grapjes veroorloofd: ‘De jongste Willem was gesteld op een typisch Hollandse bezigheid die ook sommige van zijn nazaten met verve zouden beoefenen: het schaatsen.’

Koning Willem III geeft vooral een voortreffelijk beeld van de koning en zijn omgang met ministers en de plaats van de vorst in de Nederlandse samenleving. Het is zogezegd een kijkje in de keuken van de constitutionele monarchie – een vlot geschreven kijkje. Misschien had Willem geen koning willen worden, maar dat is toch gebeurd, en wat valt er dan te zeggen? Dat hij tot op hoge leeftijd invloed heeft willen hebben op het landsbestuur (maar er niet overtuigend in slaagde het landsbestuur in de door hem gewenste richting te sturen), mag niet zo vreemd heten. Dankzij deze biografie is nu duidelijk waar Willem III een vinger in de pap gehad heeft, waar we zijn sporen kunnen vinden.