Boeken / Fictie

Kort maar zeer krachtig

recensie: Lydia Davis (vert. Peter Bergsma) - De taal van dingen in huis en andere verhalen

Haar eigenzinnige observaties die ze vaak treffend weet over te brengen, maken Lydia Davis uniek in haar soort. Wellicht omdat ze zich zo weinig aantrekt van de conventies van het korte verhaal won ze dan ook de Man Booker International Prize 2013.

Het gros van Davis’ verhalen zijn korte observaties van niet meer dan een paar zinnen, soms zelfs niet meer dan één enkele regel. Vaak valt er geen speld tussen te krijgen. Zoals in de oneliner Huishoudelijke observatie: ‘Onder al dit vuil is de vloer eigenlijk heel schoon.’ Wat een geweldige vondst. Nuchter en met het oog op het alledaagse toont Davis haar scherpe blik.

Feit en fictie

De bundel van Davis houdt het midden tussen autobiografie en fictie. Ze maakt veelvuldig gebruik van situaties uit haar eigen leven. Zo put ze uit ontmoetingen met bekenden en onbekenden en vormen lokaties als treincoupés en vliegtuigen hiervoor vaak het decor. Wat dat betreft kent haar stijl wel overeenkomsten met dat van haar ex-man Paul Auster, die in zijn twee laatste romans ook de overlap tussen zijn eigen leven en zijn werk laat zien.

Toch heeft Davis ook haar fantasie goed aan het werk gezet. Zo worden sommige verhalen beschouwt als ˈdroomverhalenˈ. Deze zijn veelal absurdistisch van aard, net als dromen dat vaak zijn. Davis licht toe dat ze dit begrip breder begrijpt dan alleen als werkelijke nachtelijke dromen en voegt eraan toe dat dit ook ‘op dromen lijkende ervaringen’ kunnen zijn die ze ervoer terwijl ze wakker was. Dan zijn er ook nog de ‘verhalen van Flaubert’, die zijn geïnspireerd op de brieven van Gustave Flaubert die Davis vertaalde. Een origineel idee, al zijn ze wellicht wat oververtegenwoordigd in de bundel.

Aanstekelijk

Het vergt wat tijd om aan Davis’ stijl te wennen. Geen enkel verhaal biedt ook maar enige garantie over waar het volgende over zal gaan en haar waarnemingen zijn vaak ongebruikelijk. Ze trekt zich weinig aan van conventies, maar dat is juist het knappe van haar werk. Hiermee weet ze het genre van het korte verhaal naar een hoger plan te brengen.

Wie zich overgeeft aan Davis’ verfrissende toon zal al gauw van haar verfrissende ideeën gaan houden. En hoewel de verleiding daarna groot wordt om de bundel in één ruk uit te lezen, is het toch zonde om de verhalen niet even te laten bezinken. Net als gedichten hebben ze wat tijd nodig om te rijpen. Een prachtige bundel om te bezitten en te koesteren.