8WEEKLY

Oerol buiten de (fiets)paden

Artikel: De Wereld van Willem

.

Het moet ruim veertig jaar geleden zijn geweest dat ik voor het eerst op Terschelling belandde. Tja, je bent jong en je wil wel eens wat en dat eiland leek daar prima aan te voldoen. Het hippietijdperk was nog in volle gang en het verschijnsel zomerhits bestond toen ook nog. Dat jaar was het, als ik me niet vergis, “In the Summertime” van Mungo Jerry. Kon je wel zeggen, ja: een mooie zomer op een eiland van zon, zuipen en zonde. Bovendien bivakeerden wij op De Appelhof, toen de eerste en enige wietcamping van Nederland en ook dát maakte indruk. Ik heb er in ieder geval een levenslange liefde voor dat eiland aan overgehouden.

Die liefde is alleen maar groter geworden sinds Oerol het eiland is gaan beheersen: “overal”, in het gewone taalgebruik. Tien dagen lang locatievoorstellingen op de mooiste plekken van het land met disciplines die variëren van dans tot theater en van muziek tot beeldende kunst. Een paradijsje voor de cultuurfreaks en bijgevolg een vaste reservering in onze agenda. Toch wil ik jullie nu niet lastigvallen met de tientallen voorstellingen waar je elk jaar weer langs trekt – dat doen anderen ditmaal. Ik beperk me hier tot Terschelling als culturele broedplaats buiten het seizoen, want die wordt danig onderschat. Oerol buiten de fietspaden, zeg maar, want van die slordige vijftigduizend fietsers die tijdens die juniweek het eiland teisteren, vind je dan geen spoor.

Wat weinigen namelijk schijnen te weten, is dat je hier ook tijdens de resterende elf maanden van het jaar behoorlijk aan je culturele gerief kunt komen. Al is het alleen maar omdat veel van die Oerolacts al lang van te voren verkenningen uitvoeren en hun locaties komen uittesten. Het is soms even zoeken en goed opletten, maar je maakt een mooie kans er wat van tegen het lijf te lopen. Zo zijn de dansers van het Russische gezelschap Derelov heel wat vaker op het eiland te vinden dan je denkt. Wij zagen er hartje winter bijvoorbeeld een paar voorstellingen en dat verwacht je toch niet. Ook de eilanders zélf zijn trouwens artistieker dan je zou vermoeden. Menig beeldend kunstenaar heeft hier een permanente atelierplek gevonden en in muzikaal opzicht (de onvermijdelijke horeca-baas Hessel en zijn zingende dochter even daargelaten) zit het ook wel goed. Singer-songwriter Tim Knol schijnt er een leuk vakantiehuisje te hebben en anderhalf jaar geleden zaten wij – nota bene op dezelfde dag en hetzelfde uur dat de componist ver weg in Bergen overleed – te luisteren naar Simeon ten Holts Canto Ostinato, voor een bomvolle zaal, uitgevoerd door twee piepjonge eilandpianisten. En wat te denken van Ankie Schol, Terschellings eigen schrijfster van zes misdaadromans met bijna hilarische titels als Mysterie in Midsland en Bloedwraak onder de Brandaris. Ik heb ze toentertijd bijkans verslonden, want ze spelen allemaal op Terschelling en de plaatsen en personen zijn voor een beetje ingewijde buitengewoon herkenbaar. Het leuke daarvan is: sinds Ankie Schol kan ik niet meer bij de tweedehands boekenboer naar binnen lopen zonder in hem de moordenaar van Klaas Cupido te zien en bij een bezoek aan de Jumbo in Formerum kan ik het niet nalaten om rond te kijken waar de drugs verstopt kunnen zijn. Zo leer je het eiland weer op een andere manier kennen.

Verder struikel je het hele jaar door bijna dagelijks over Joop Mulder, de langzamerhand iconische bedenker en nog altijd grote baas van Oerol. Ik herinner mij hem nog als de barman van De Stoep in Midsland die ooit aan een klant een tosti probeerde te verkopen, “maar dan zonder ham alstublieft”. “Dat kan”, zei Joop, legde een plak kaas tussen twee boterhammen en wilde naar het tosti-ijzer lopen toen de klant hem nariep dat hij hem liever ook niet geroosterd wilde hebben. Waarna Joop met een stalen gezicht de boterham-met-kaas verkocht voor een (toen al niet bepaald zuinige) tostiprijs en zich vervolgens discreet terugtrok in een hoekje om daar te gaan zitten snikken van het lachen. Zo ongeveer moet Oerol ontstaan zijn.