Theater / Achtergrond
special: De Parade Utrecht

TV-tirades, piemels en voetbal

.

Alle negers zijn lui maar hebben wel een grote piemel. Homo’s duw je tijdens de gayparade de gracht in en alle Marokkanen moeten terug naar Istanbul. Dat vinden wij Paradegangers zelf niet natuurlijk, maar omdat de Nederlanders die wel die kant op denken niet langs de theatertenten komen lopen worden ze op dit veilig ommuurde festival fraai door acteurs nagespeeld.Het spelen van een typetje is voor de acteur altijd een manier geweest om dingen te zeggen die maatschappelijk eigenlijk niet door de beugel kunnen, maar waar we als maatschappij wel iets van onszelf in kunnen herkennen, maar taboedoorbrekende grofheid is heel erg saai geworden. We hebben alles al gehoord, en soms zelfs van mensen die echt meenden wat ze zeiden. In Barbaren volgen we vier van zulke typetjes in hun woonkamer achter de televisie zitten. Zonder filter wordt de programma’s en de Nederlandse samenleving bekritiseerd: ‘Dit is niet mijn land meer’ is een terugkerende zin. En wat is de twist die Oostpol geeft aan de TV-banktirade van het volkse minima-gezin in Barbaren? De jonge zoon geeft op het eind een Hitlergroet. Dat is van een luiheid die ik niet had verwacht van een voorstelling die nota bene begint met een waarschuwing voor de politiek incorrectheid.

Minder, minder
Waarom moeten wij als publiek daartegen worden gewaarschuwd? Het enige risico dat je loopt is dat je soms moet lachen om de foute grappen, met name door het fenomenale spel van de vier acteurs die elk hun typetje als een huis weten neer te zetten, met geweldige timing en stembeheersing. In een surreëel decor met idem kostuums lijkt het toneelbeeld nog het meeste op een Koreaanse videoclip, met name door de berg van knuffels en de neonachtige make-up. Ik had gehoopt dat de voorstelling mij een nieuw inzicht zou kunnen geven in de huidige tijdgeest, of een beter begrip van een wereld die ik zelf niet ken, maar op het moment dat de personages opstonden en ‘minder, minder minder’ begonnen te roepen wist ik dat die hoop vergeefs was. Enorm zonde, juist omdat het een krachtige voorstelling blijft met, nogmaals, een ijzersterke performance. De echte lef voor een theatermaker zit echter niet in het schrijven van provocerende teksten maar in het formuleren van een echte boodschap en helaas lukt het Barbaren niet om iets wezenlijks te zeggen over de mensen die ze persifleren en hun meningen. Dan zie je dat je door het bewust oplepelen van clichés en het gebruik van ironie nog niet meteen iets gezegd hebt.

Makkelijk
Veilig is ook mijn sleutelwoord voor Paren, een verder apolitieke voorstelling die vooral draait om de speeches van typetjes op een bruiloft. Twee bezoekers worden uit het publiek gekozen en krijgen de rol van een bruidspaar, terwijl de acteurs in hoog tempo van typetje en pruik wisselen. Wij als publiek kregen de rol van gasten op de bruiloft, waar toch niet alles op rolletjes loopt en waar niet elke herinnering zoet is. Dit was iets minder de voorstelling over Paren die ik had verwacht naar aanleiding van de promotietekst op de website. Hoewel de thematiek wel langskomt en er momenten zijn waarop stelletjes elkaar kunnen knuffelen heeft het eindlied als motto dat een eenzaam persoon (lelijk of oud) uiteindelijk gewoon met zichzelf is getrouwd. Dat rijmt misschien wel mooi in het liedje, maar is zo hoopvol als een terminale ziekte. Ik kan ook niet zeggen dat de typetjes die worden opgevoerd herkenbaar zijn, maar wel met verve gespeeld. Verwacht de hysterische ex-vriendin die toevallig zwanger blijkt te zijn van de bruidegom. De voorstelling valt binnen het genre van de klucht, waar de voorspelbaarheid bijna een onderdeel van de grap is. Daarom zijn elementen zoals het onderhandse racisme of het eerder genoemde piemellied zo vreemd binnen deze verder brave voorstelling, juist ook omdat het nog minder dan bij Oostpool iets lijkt te zeggen buiten de grap “kijk eens hoe politiek incorrect dit personage is”. Zelfs al wordt er niks kwaad mee bedoeld en zal er geen racist in het publiek zitten: toch voel ik mij een beetje ongemakkelijk als ik in een 100% witte zaal zit waar iedereen lacht om een grote zwarte Bijlmerlul.

Nuchtere verademing
In de context van de twee eerder genoemde voorstellingen was Sportmonologen een echte verademing. Hoewel ik mijn bachelorgraad in zou moeten leveren als ik geen probleem had met de premisse “sport is theater” was de eenvoudige opzet van Sportmonologen een welkome afwisseling binnen het programma van De Parade. Bij Sportmonologen vertellen wisselende sprekers uit de wereld van de topsport hun eigen verhaal in de vorm van een monoloog. Bij de editie die ik bezocht sprak voetballer Hans van Breukelen nostalgisch over de trots van zijn vader en vertelt de ontwapenende Björn van der Doelen met Brabantse charme over zijn tijd als profvoetballer en de offers die daar bij horen. De twee sprekers waren duidelijk goed getraind in hun monoloog (de voorstelling is ook een samenwerking met een platform voor sprekers uit de topsport) maar tegelijkertijd heel persoonlijk en naturel. Je hoefde niet eens de sprekers te kennen of een passie voor hun sport te hebben om geboeid naar de verhalen te luisteren. Er blijven wel een paar vragen liggen. Want welk groot offer vroeg het topvoetbal van Björn van der Doelen dat hij uiteindelijk liever muziek ging maken? De voorstelling is gelukkig meer dan een monoloog, beide sprekers wisten een performance van hun eigen verhaal te maken. De sobere aankleding, waarin de monologen alleen door een ouderwetse overheadprojector worden geïllustreerd, draagt bij aan de charme. Door de eenvoudige vorm van de monoloog en het charisma van de sprekers word je in hun persoonlijke verhaal meegezogen. Toch zat bij beide sprekers een diepte die wel werd gesuggereerd maar helaas niet werd aangeboord. Het resultaat was een verrassend nieuw perspectief op een wereld die ik niet kende, en dat is voor mij toch de reden om naar het theater te gaan.