Kunst / Expo binnenland

Verwarrende verhalen

recensie: Fotoverhalen

.

k ongericht.

Thorsten Brinkmann (1971), Donna Delle, 2008, C-print, 189 x 141 cm

Thorsten Brinkmann (1971), Donna Delle, 2008, C-print, 189 x 141 cm

De verhulde blik
Direct bij binnenkomst wordt de aandacht opgeëist door Donna Delle (2008) van Thorsten Brinkmann. De pogingen van de bezoeker om oogcontact te maken met de figuur blijken echter tevergeefs; de ingedeukte stalen sluier weerkaatst elke blik. De mysterieuze Donna Delle geeft zich niet bloot en haar blik blijft verhuld. Het werk vormt een interessant koppel met het schijnbaar alledaagse bloemstilleven van Holger Niehaus. Bij nadere beschouwing ziet de toeschouwer zich plots aangestaard door een tiental gapende ogen. Probeerde men zo-even nog vruchteloos een oogopslag te vangen, nu lijkt er geen ontsnappen aan de fixerende blik.

Zo lijkt het voor de hand liggende onderwerp kijken en bekeken worden onmiddellijk evident bij het betreden van de tentoonstelling. Toch zou dat geen recht doen aan de veelzijdigheid van de geëxposeerde foto’s, die vanaf het begin van de twintigste eeuw tot aan nu geschoten zijn. Er wordt een aanzienlijke hoeveelheid thema’s aangesneden die variëren van etniciteit, erotiek, politiek, beroemdheid en maskerade. Een verscheidenheid die de bezoeker per zaal in nieuwe overpeinzingen doet onderdompelen.

Erwin Olaf (1959), Renée (uit de serie Paradise Portraits), 2001, lambda print, 75 x 56 cm

Erwin Olaf (1959), Renée (uit de serie Paradise Portraits), 2001, lambda print, 75 x 56 cm

Maskerade
Het motief van de blik is een van de meest constante thema’s in de tentoonstelling. Dit komt met name in de laatste zaal sterk naar voren bij de beschouwing van het vierluik van Erwin Olaf uit de serie Paradise Portraits (2001). De toeschouwer wordt bij het betreden van de ruimte genadeloos bekeken door een stel angstaanjagende clowns vergezeld door twee ongenaakbaar opgemaakte vrouwen. Het besef van Olafs gebruik van maskerade dringt pas door als men de namen van de geschminkte clownsfiguren en modellen op het label leest. Dit idee van een letterlijk of figuurlijk masker beïnvloedt hiermee met terugwerkende kracht de rest van het fotografische werk in de tentoonstelling. De gedachte aan het portret van Andy Warhol van een paar zalen terug, maakt duidelijk dat een masker niet altijd als zodanig zichtbaar hoeft te zijn. Het werk is een weergave van de kunstenaar, maar laat in feite alleen het oppervlak zien.

Fotografie versus schilderkunst
Een ander thema dat een overkoepelende functie lijkt te hebben, is de verhouding van fotografie tot de schilderkunst. De tentoonstelling is ingericht aan de hand van de genres landschap, portret en stilleven, waarbij in sommige foto’s interessante combinaties zijn te ontdekken. Zo is het werk Schaduw gedurende één dag (1980) van Michel Szulc-Kryzanowski een combinatie van een zelfportret en een voorstelling van het landschap. Het speelse antwoord dat fotografie vaak kan bieden ten opzichte van schilderkunstige vraagstukken, wordt duidelijk in het getoonde werk van Sherrie Levine. Haar serie After Walker Evans (1981) drijft de spot met de superioriteit van het origineel, in de geest van kunstenaar Marcel Duchamp.

Nelli Palomäki (1981), Anni Marie at 24 with Donna, 2009, pigment print, 125 x 125 cm

Nelli Palomäki (1981), Anni Marie at 24 with Donna, 2009, pigment print, 125 x 125 cm

De betekenis van een foto
In de tekstjes die een aantal werken vergezellen komt de worsteling van sommige fotografen tussen objectieve observatie en persoonlijke realiteit naar voren. ‘Altijd wanneer ik dit portret zie dan spijt het me dat ik zo weinig kan vertellen met mijn foto’s’, zegt de Finse fotografe Nelli Palomäki over haar portret uit 2009 van de toevallige ontmoeting met Anni Maria en haar hond. Vanaf die kant bekeken laat de tentoonstelling zich lezen als de worsteling van fotografen door de jaren heen met het overbrengen van de verhalen achter hun foto’s. Bewegend tussen de tientallen werken wordt duidelijk hoe veel, maar ook hoe weinig foto’s kunnen zeggen.

Fotoverhalen biedt een interessant overzicht van de fotografische collectie van het Gemeentemuseum Den Haag, maar slaagt er niet in tot grote hoogten te stijgen. Er worden te veel boeiende thema’s slechts zijdelings aangesneden waardoor het geheel chaotisch dreigt te worden. Een dreigend gevaar hiervan is dat de gemiddelde bezoeker de overvloed aan interessante fotoverhalen langs zich heen zal laten glijden. Met een keuze voor een rode draad, zoals bijvoorbeeld de maskerade van politiek, beroemdheid en etniciteit, had wellicht een grotere diepgang bereikt kunnen worden.