Film / Achtergrond
special: Camera Japan 2014

Gevallen steken

De negende editie van Camera Japan bewijst dat het festival belangrijke steken opraapt die distributeurs en grotere festivals tegenwoordig laten vallen. Enkele hoogtepunten (en een dieptepunt).

Scène uit <em>Kids Return: The Reunion</em>

Scène uit Kids Return: The Reunion

Om te beginnen een project dat het cinefiele hart sneller doet kloppen: Kids Return: The Reunion, een vervolg op Takeshi Kitano’s Kids Return (1995), geregisseerd door Kitano’s voormalige assistent Hiroshi Shimizu. Was de originele film op dat moment weinig experimenteel in verhouding met Kitano’s overige oeuvre, het vervolg is een nog veel traditioneler drama. Toch is de droogkomische ondertoon van het origineel bewaard gebleven, en zijn er momenten die door cameravoering en montage meer op de oude Kitano lijken dan op een mainstreamfilm. Shimizu’s film laat op deze manier zien wat er tien jaar later gebeurt met Shinji en Masaru, respectievelijk de aspirant-boxer en de aspirant-gangster uit Kids Return (nu gespeeld door andere acteurs). Het gaat ze nog steeds niet voor de wind, maar Shimizu is vooral geïnteresseerd in de manier ze elkaars leven beïnvloeden na de reünie. Het resultaat is een uitstekende film, en een feest voor fans van Kitano’s origineel.

Stuurloos vs. integer

Voor elke geslaagde film was er op het festival een mislukking te zien. Ayumi Sakamoto’s Forma was een stuurloos drama, dat met eindeloos lange ‘objectieve’ shots zonder close-ups à la Haneke de indruk probeerde te wekken van een diepgang die totaal afwezig was. Een FIPRESCI-jury die Forma in Berlijn met een prijs beloonde, zei iets over minimalisme en een eenvoudig verhaal, maar zweeg over de vreselijke pretenties van de film. Forma leunde bovendien op een narratieve truc, waarin een scène later in de film vanuit een ander perspectief wordt herhaald. Dit werd door sommige kijkers als baanbrekend gezien, maar voegde in werkelijkheid niets toe aan een volstrekt oppervlakkig drama.

Scène uit <em>The Apology King</em>

Scène uit The Apology King

Exact dezelfde tactiek werd bovendien effectiever en met meer flair gebruikt in een ogenschijnlijk ordinaire mainstreamfilm, The Apology King. In deze komedie, die in de Japanse bioscopen bijna 20 miljoen Euro opleverde, wordt een idee over een eenmansbedrijf dat is gespecialiseerd in het aanbieden van excuses, tot het hilarische uiterste doorgevoerd. De film lijkt soms op de hysterische farces die regelmatig in Japan worden geproduceerd (scenarist Kankuro Kudo heeft zelf een paar van zulke films geschreven), maar had een ongebruikelijke dosis narratieve integriteit, en de absurde plot wordt voor de verandering wèl gestuurd door een hoofdpersoon met een oprechte emotionele geschiedenis.

Paradox

Ryosuke Hashiguchi’s Zentai, waarschijnlijk de beste film van het festival, illustreerde ten slotte een interessante paradox. De titel verwijst naar het lichaamsbedekkende kunststofpak dat voor sommige mensen als fetisj geldt; in de film blijft het gebruik ervan beperkt tot een gezellig bezoek een karaokeclub. De film bestaat uit zes losstaande scènes waarin groepjes gewone mensen in een sociale situatie met elkaar praten, waarbij de stemming op zeker moment omslaat. Het heeft iets van de films van Ruben Östlund, maar dan aanzienlijk minder pessimistisch en veel informeler. Hashiguchi beschikt bovendien over een enorm reservoir aan nuances om het eenvoudige idee uit te werken: de dynamiek van groepsgesprekken, wisselende stemmingen en de manier waarop mensen overmand kunnen worden door melancholie worden niet vaak treffender in beeld gebracht. De film suggereert dat het dragen van het zentaipak de manier bij uitstek is om de minder gemakkelijke elementen van sociale interactie te omzeilen, maar, zoals een geweldig shot waarin een traan een masker doordringt laat zien, geen heil biedt voor de zwaarmoedigen.

Scène uit <em>Zentai</em>

Scène uit Zentai

De paradox is dus dat de film enerzijds over een bizar fenomeen gaat, wat voor sommige kijkers vooroordelen over Japan als het land van extremiteiten bevestigt, maar anderzijds over universele situaties en emoties. Die ook nog eens op de meest toegankelijk mogelijke manier worden overgebracht, waardoor Zentai dus voor een wereldwijd publiek geschikt zou moeten zijn.

Ryuosuke Hashiguchi’s tweede film Like Grains of Sand draaide in 1995 in de Nederlandse filmhuizen. Maar de tijd dat een filmmaker als deze hier een schijn van kans maakte op een première, is voorbij; zelfs het IFFR, dat hem ooit een prijs gaf, slaat zijn films tegenwoordig over. Camera Japan draaide vijf jaar geleden Hashiguchi’s meesterlijke All Around Us, en is een van de weinige plekken op de wereld waar Zentai te zien is geweest. Meer dan genoeg bewijs dat het festival gevallen steken opraapt en dus een steeds belangrijkere rol vervult in het bioscoopaanbod.

Lees ook:
Camera Japan 2008: Gevarieerd filmprogramma
Camera Japan 2009: Meer dan sushi en samurai
Camera Japan 2010: Veel Pleasure en een beetje Pain
Camera Japan 2011: Lofzang op de Japanse cultuur
Camera Japan 2011: Toen en nu
Camera Japan 2012: Podium voor auteurs