Boeken / Fictie

Puberboosheid met een twist

recensie: Solomonica de Winter - Achter de regenboog

Debuteren op je zeventiende, binnengehaald worden door Nederlandse, Duitse en Franse uitgevers, volop in de spotlights staan, Solomonica de Winter (1997) laat het stoïcijns over zich heenkomen. Het boek ligt er, dat is waar het om gaat. En dat boek mag er wezen.

Dat de aandacht voor een groot deel uitgaat naar haar afkomst is niet verwonderlijk: Solomonica is de dochter van schrijversechtpaar Jessica Durlacher en Leon de Winter. Vragen daarover worden door de jonge schrijfster direct geneutraliseerd met antwoorden als: nee, mijn ouders hebben niets met mijn schrijven van doen; en nee, ik heb geen enkel boek van mijn ouders gelezen. Ze is zich bewust van de nieuwswaarde maar vindt het niet van belang om er uitvoerig op in te gaan. Dus over naar het boek.

Leeg glas
Achter de regenboog is een goed gecomponeerde roman die vooral opvalt door de gedrevenheid in taal en ritme. Het verhaal van de dertienjarige Blue begint als blijkt dat haar vader bij een bankoverval is doodgeschoten. Door schulden tot wanhoop gedreven, heeft hij naar een extreem middel gegrepen om aan geld te komen. Bij zijn laatste ontmoeting met Blue geeft hij haar het boek The Wizard of Oz.

Blue praat niet meer sinds de dood van haar vader. Haar zwijgen zorgt voor een doorlopende gedachtestroom die in het boek weergegeven wordt als een geschreven antwoord aan haar therapeut. Deze Nabokoviaanse constructie zorgt voor een interessant perspectief waardoor de in het verhaal aanwezige beklemming versterkt wordt.

Zwijgen. Ik vond het fijn om te zwijgen. Ik was het steeds fijner gaan vinden, geloof ik. Ik was er een soort van verslaafd aan. Het gevoel een leeg glas te zijn, stil en puur. Die zin heb ik een keer opgeschreven op een stuk papier en aan u laten zien, dokter, weet u nog?

Mierzoet
Blue woont samen met haar drugsverslaafde moeder en probeert op school zo onzichtbaar mogelijk de dagen door te komen. Op een dag loopt ze haar vaders grootste schuldeiser – voor het gemak aangeduid als zijn moordenaar – tegen het lijf en besluit ze een plan te maken om deze doorgewinterde crimineel te vermoorden. De opgekropte woede van Blue vormt een prima uitlaatklep voor De Winter om haar taalgevoel en schrijftalent te exposeren in een steeds heviger wordend wraakgevoel.

Toch is het voor de lezer een beetje wringen in het puberhoofd van Blue, waar de mierzoete passages uit haar lijfboek The Wizard nogal potsierlijk klinken naast de volwassen toon van iemand die de wijsheid in pacht meent te hebben. (‘Maar op een dag besef je dat de menselijke geest hol is en leeg. En dan komt de angst. En dringt het tot je door dat je enige redding bestaat uit het koesteren van iets moois’). Het verlangen naar een paradijselijke wereld ‘achter de regenboog’ in combinatie met een oprispende moordneiging is niet voldoende om het personage van Blue wat verder uit te diepen.

Explosief
Daar waar de dood rondwaart, is de liefde natuurlijk niet ver: Blue wordt verliefd op Charlie, de beheerder van de plaatselijke supermarkt. Die bevlieging zorgt ervoor dat de aandacht door de schrijfster wordt verlegd van de moordplannen naar een voorzichtige romance die begint te lijken op de wereld uit het door Blue gekoesterde boek. Maar dan dendert het verhaal naar een explosief einde toe en blijkt er nog een verborgen konijn uit de hoed te springen. Het is jammer dat vanaf dat moment alle losse eindjes tot een verklaarbaar geheel worden geknoopt; daar had de lezer wat meer in verwarring achtergelaten mogen worden.

Solomonica de Winter schrijft een puik debuut in een stijl die talentvol en bezield genoeg is om de gemiddelde Young Adult literatuur te ontstijgen. Of is het zoals bij een fles excellente wijn: te vroeg geopend kan funest zijn voor het bouquet? Het is afwachten wat we geschonken krijgen als deze auteur tien jaar verder is, maar de vooruitzichten zijn alleszins goed.