Muziek

De moeilijke vierde

recensie: Vierde Symfonie, opus 85 (Tanzman Episodes)

De Poolse componist Henryk Górecki (1933-2010) is in Nederland vooral bekend door zijn derde’Symfonie der Klaagliederen’ die hij in 1977 schreef. Dertien jaar na de Poolse première werd hetzelfde stuk door London Sinfonietta in de Britse hoofdstad uitgevoerd. In een klap was Górecki razend populair en zijn cd ging al snel meer dan een miljoen keer over de toonbank.

De meningen onder componisten en musicologen blijven verdeeld. Hoe droevig en aangrijpend de muziektaal van Górecki in dit werk ook was, hij werd al gauw door de modernisten – met name door muziekpaus Pierre Boulez – als eindeloos, goedkoop en sentimenteel bestempeld. ‘Misschien vinden mensen iets in dit stuk wat ze nodig hebben,’ zegt Górecki zelf.

Impact
Zijn wonderbaarlijke muziekinstinct vertaalde hij in een pastorale eenvoud van herhalende motieven, wat het publiek in een diepzinnige extase bracht. En hoewel hij beweerde uit innerlijke behoefte, en nooit ‘voor het publiek’, geschreven te hebben, heeft zijn derde symfonie zo’n impact op de luisteraars gehad, dat platenmaatschappij Nonesuch in 1992 de symfonie als een van haar vier kerstcadeautjes heeft uitgegeven. De andere drie waren Erotica van Madonna, Automatic for People van R.E.M. en heruitgave van Tubular Bells van Mike Oldfield.

De onvoltooide
Górecki vond zijn plotselinge succes vooral lastig. Hij kreeg zelfs het gevoel dat hij’op het verkeerde pad’ was geraakt. De enorme belangstelling kostte hem te veel tijd. Hij zou liever componeren dan erover te spreken. Hij bewees dat hij geen spijtoptant was alleen om media-aandacht te trekken toen hij zich daadwerkelijk terugtrok in een klein huisje te Beskidy in de Poolse bergen. Helaas werd hij ziek. Hij stopte ook met zijn experimentele kamermuziek om in zijn verinnerlijkte smart naar nieuwe klankideeën te zoeken.

De vierde symfonie werd soms reflectie en soms natuurgeweld. De duidelijk intieme fragmenten, door een kamermuziekachtige piano en fluit gespeeld, staan tegenover extraverte, dansante orkestuitbarstingen. Het werk verwijst naar de Poolse componist Alexander Tansman (Tansman Episodes), maar Górecki citeert zijn collega alleen in de eerste vijf noten die in fortissimo herhalingen in verschillende dissonantcombinaties te horen zijn. Hij liet de symfonie bij zijn dood in 2010 na. Zijn zoon Mikolaj, eveneens componist, werkte de partituurfragmenten van zijn vader uit.

Nederlandse Première
Górecki schreef zijn laatste werk in opdracht van NTR ZaterdagMatinee, London Philharmonic Orchestra, Southbank Centre en Los Nageles Philharmonic geschreven. De Nederlandse première die vandaag door het Radio Filharmonisch Orkest (RFO) onder leiding van Reinbert de Leeuw gespeeld werd, was de tweede – dit keer gelukte – poging om het stuk in het Amsterdamse Concertgebouw uit te voeren. De première zou op vijf juni 2010 plaatsvinden, maar ziekte van de componist en het afzeggen van Jaap van Zweden hebben die verhinderd. Misschien is daarom de belangstelling voor het stuk heden bijzonder groot.

De veertig minuten durende symfonie houdt het publiek in de zaal ademloos vast. De agressieve, niet altijd gelijkgespeelde klappen op drie grote trommen tegen een herhaald dissonantenmotief op het orgel zijn een perfecte tegenstelling tot het tweede deel, waar de lagere strijkers en de klarinetten lang en zacht Szymanowski’s Stabat Mater citeren. Helaas laten de fantasieloze koperfanfares de opgeroepen sfeer snel verdwijnen. Toch weet het RFO samen met Reinbert de Leeuw als dirigent tijdens de zeer tedere kloppende-hart-piano-solo de aandacht bij het publiek terug te winnen. Ook wanneer de brute en harde muziek in het laatste deel terugkeert, lijkt iedereen in de ban op het randje van zijn stoel te zitten luisteren.