Boeken / Fictie

Schrijftalent zat

recensie: Ralf Mohren - Tonic

Het meest intrigerende zinnetje in Tonic staat wellicht op de eerste pagina: “Elke gelijkenis met bestaande personen en/of situaties berust op louter toeval”. Dit boek voelt in alle opzichten zo doorvoeld en hondsbrutaal autobiografisch aan, dat het wel een grapje moet zijn.

Tonic kan je misschien nog het best vergelijken met een boksmatch. In de ene hoek: alcohol, ongeslagen, slim en beresterk. Aan de andere kant de uitdager: Arthur Poolman, onderwijzer, levensgenieter, nachtridder. Als lezer beleven we hun gevecht van op de eerste rij, waarbij al héél snel duidelijk wordt wie de verliezer zal zijn. Iets wat Poolman – net niet te laat – ook beseft, waarop hij de handdoek gooit en de handschoenen definitief de vuilnisbak in kiepert.

Maar: ondanks dit (al vroeg aangekondigd) forfait is het voor de toeschouwers volop genieten geblazen, omdat het commentaar bij de match geleverd wordt door Poolman zélf. Die blijkt al heel snel een rasverteller die geen gênante moker, geen smak tegen het canvas, geen uppercut of sterretje in het hoofd uit de weg gaat.

Gemarineerd in alcohol

Het knapste daarbij is dat hij zijn drinkgelagen en de steeds meedogenlozer wordende (fysieke en geestelijke) katers in al hun rauwheid beschrijft, maar toch een zekere luchtigheid en zwier weet te handhaven. Een in twee opzichten heel verstandige keuze: ten eerste omdat het de lezer gemakkelijker maakt om die échte bodemmomenten te verteren, en ten tweede omdat het van dit boek een, ondanks de herkenbaarheid, héél aangename leeservaring maakt. Hier is een schrijver aan het werk, geen navelstarende zielenpoot die zich op papier voor het hoofd slaat om zoveel verloren tijd. Of een moraalridder die hoofdschuddend ‘foei’ roept naar de lezer die wel eens te diep in het glas kijkt. Nee, een gerijpt auteur die de feiten toont zoals ze zijn. Niet verjaard, want voor een ex-alcoholist is drank nooit verleden tijd, maar in hun tragikomische wrangheid.

“Je kunt het toch ook gezellig hebben met een Spa rood? Er hoeft toch niet altijd bij gedronken worden?” Dat zeggen mensen die niet weten wat drinken is. Mensen die zitten te nippen aan hun glaasje wijn. Drink nou ’s door, man! Gek werd ik van dat getrut met een glas wijn. Vreselijk (…). Op het laatst vroeg ik het gewoon, meestal gevouwen in de vorm van een grapje: “Heeft dit glas nog een broertje?”

Groepsbacchanalen

Maar los van die stilistische bravoure, is het dus vooral de alles verschroeiende eerlijkheid die het werk onmisbaar maakt: de aanloop naar de verslaving, de groepsbacchanalen en soloritten op zolder, zijn relatie die er onder doorgaat en de nachtelijke chatsessies met vreemde vrouwen die dienen om zijn zielenleed uit te kotsen, zijn steeds beter wordende gave om flessen en kegels te verbergen, zijn neonroze dwaaltochten doorheen de rosse buurt, noem maar op.

Maar daar houdt het niet op: je zou denken dat, eenmaal hij het licht van de AA ziet, zich een wonderlijke wereld van nuchterheid zou aandienen, waarin gouden zonnestralen het pad van de schrijver verlichten op weg naar een promilleloze toekomst. Maar laat die nasleep nu net de meest wrange kater zijn die hij kon oplopen: de leegte die het verdwijnen van de drank met zich mee bracht, en die hij niet kreeg opgevuld.

Fakeorgasme

Dat maakt Mohren ook méér dan “Bukowski in de polder”, zoals Frank Lammers hem noemde. Akkoord, ook Bukowski schreef rauw en eerlijk en bij momenten hilarisch over zijn drankgebruik, maar hij keek, in tegenstelling tot Mohren, nooit verder. Het alternatief voor alcohol overwegen was geen optie. Dat is het bij Poolman wel, en misschien is dat nog de grootste verdienste van Tonic: het toont geen heilige wedergeboorte, maar het verhaal van iemand die zijn zwarte bladzijden vervangt door witte, maar geen flauw idee heeft wat er in godsnaam op te tekenen.

Zonder drank leven is zonder dromen leven. Hoe nep die dromen misschien ook waren, ze werkten wel. Een fakeorgasme is, mits goed uitgevoerd, voor de ontvangende instantie volstrekt bevredigend. Je weet niet beter en je kunt je er gewoon lekker aan warmen: goed gedaan en nu lekker slapen gaan.

Tonic is geen spiegel voor de lezer die wel eens te veel drinkt. Het is een glas, waarvan u zelf bepaalt of het halfleeg dan wel halfvol is. En of het braakselbitter dan wel muskaatwijnzoet smaakt.