Boeken / Fictie

En nu dan echt de laatste Bernlef

recensie: Bernlef - Een onschuldig meisje

Op het moment van zijn overlijden in 2012 had schrijver Bernlef vier boeken op de plank liggen. Na Onbewaakt ogenblik volgden De ruïnebouwer en Wit geld. Met Een onschuldig meisje heeft de oude meester werkelijk zijn laatste pennenstreek geplaatst.

Na je dood nog drie jaar lang nieuwe boeken lanceren, dat is wat Bernlef door zijn literaire productie is overkomen. Maar nu is het klaar. De roman Een onschuldig meisje is met recht een sluitstuk te noemen, waarmee we ook afscheid nemen van Bernlefs ontroerende schrijfstijl. Het is alsof hij met dit boek zijn laatste ademstoot geeft: de schrijver is nog steeds aanwezig maar het echte vuur is er al uit.

Gordijnen
Onderwijzer Jos Swinkels krijgt een aanstelling op een basisschool in een dorp dat veel weg heeft van het Noord-Hollandse Schagen. Zijn voorgangster is met een burn-out buitenspel gezet, iets wat voor Jos een eerste waarschuwing zou moeten betekenen. In groep acht krijgt hij te maken met het nogal voorlijke meisje Lucille dat haar puberale vermogens bewust inzet om het de meester zo moeilijk mogelijk te maken. In zijn ambitieuze docentschap – inzichtelijk lesgeven en eigen verantwoordelijkheid – geeft Jos zijn pupillen veel ruimte, maar merkt hij niet hoe hem de maat genomen wordt en delft hij daardoor uiteindelijk het onderspit.

Bernlef schetst een mooi beeld van het bekrompen dorpsleven. Loeren vanachter de gordijnen, roddelen bij de bakker, vreemden die buitengesloten worden, het is allemaal gesneden koek voor de gemiddelde dorpeling maar Jos heeft daar geen boodschap aan. Hij gaat er als onderwijzer, iemand met een zekere positie en een moderne opvatting, vanuit dat als je er geen aandacht aan schenkt, je er ook geen last van hebt. Zijn personage wordt door de schrijver tegelijkertijd aangevuld met de moeizame verwerking van een verbroken liefdesrelatie.

Tampons
Langzaam wordt het web rond meester Jos gesponnen. Als hij op de proef wordt gesteld door Lucille en haar vriendinnen – ze faken ziek te zijn vanwege hun eerste menstruatie – zegt de eigentijdse onderwijzer doodleuk dat hij ervoor zal zorgen dat er voldoende tampons beschikbaar zijn. Dat levert hem een waarschuwing op omdat hij op grove wijze de juf seksuele voorlichting zou hebben gepasseerd. Lucille is vervolgens niet meer te stoppen en verspreidt het gerucht dat ze op een afgelegen plek seks heeft gehad met Jos.

De krachten die dan worden ontketend zijn niet meer in bedwang te houden. Jos hoeft zich niet zozeer te verweren, zijn onschuld wordt niet in twijfel getrokken, maar de stemming in het dorp is definitief tegen hem. Als Lucille, door spijt overmand, de verdachtmakingen alsnog probeert te ontzenuwen, blijkt dat er geen vat meer is te krijgen op de afwijzende houding van de dorpsbewoners. Bernlef weet mooi de vinger te leggen op de machteloze rol van beide hoofdrolspelers, ze zijn dader en slachtoffer en tot elkaar veroordeeld in het onstuitbare verloop van de affaire.

Kopje koffie

Een onschuldig meisje is een voorspelbare roman. De schrijver toont zijn onnavolgbare stijl, die vooral in de kleine subtiele beschrijvingen ligt, in een verhaal dat geen verrassing oplevert maar kalm naar een lichtelijk teleurstellend einde toe beweegt. Er is hier geen wending in de strekking, geen opvallende gezichtspunten die de boeken van Bernlef altijd hebben gekarakteriseerd, er is hier slechts een welgevormde punt achter een respectabel schrijversoeuvre gezet.

Nog iets over dat respect. Een bepaalde vorm van slordigheid begint de laatste maanden op te vallen in veel uitgegeven boeken. En dat juist in een periode waarin uitgeverijen naarstig op zoek zijn naar meer inkomsten inzake hun levensvatbaarheid. In Een onschuldig meisje wordt – ongeveer op de helft – door de hoofdpersoon op een terras een pilsje besteld, waarna hij anderhalve pagina later ‘het geld voor het kopje koffie op tafel legt’. Een uitgeversredactie zou zich moeten schamen voor zo’n faux pas, waardoor de lezer ruw en onomkeerbaar het verhaal wordt uitgeduwd en die bovendien getuigt van een achteloze behandeling van een fenomenaal auteur.