Boeken / Fictie

Vette bagger

recensie: Het grote baggerboek

Modder is water met wat zand en klei, maar wat is bagger? Getuige het gebruik van het woord als aanduiding voor ’troep’ of ‘rotzooi’ kan het niet veel soeps zijn. Wie zijn boek Het grote baggerboek noemt, kan dan ook niet anders dan laag mikken. Althans, zo lijkt het in eerste instantie. Wie Het grote baggerboek openslaat valt in het relaas van een baggeraar die verzeild raakt in een internationale smokkeloperatie. Dit nieuwe boek van Ilja Leonard Pfeijffer mag dan over bagger gaan, het is geen baggerboek in de zin van troep. Daarvoor zit het veel te goed in elkaar.

De Koninklijke BV ligt ergens in het Midden-Oosten voor anker en de baggeraars aan boord vermaken zich met het pesten van een collega. Tijdens een shore-leave bezoeken ze gezamenlijk een bordeel, maar wanneer dat bezoekje een raar staartje krijgt zit een van de mannen plotseling met een weesjongetje opgescheept. Zoveel wordt duidelijk uit de verhalen van de geplaagde baggeraar, die hij zelf opschrijft terwijl hij voor onderzoek in een soort psychiatrisch centrum verblijft. De baggeraar heeft van de psychiater opdracht gekregen om een boek te schrijven over het baggerwezen, iets waar hij met enthousiasme aan begint: om zijn geliefde vrouw Babette (Babseflapsje) weer te mogen zien doet hij immers alles. En in de tussentijd kan de psychiater mooi een rapport maken over de baggeraar.

Deze jongen ken wel haarfijn uit de doekjes winden waar het in wezen om draait bij het baggerwezen, maar wie leest het nou? Ja, jij. Ben ik mooi klaar mee. Misschien kan ik beter maar de pijp van Maarten aan de hoogste wilg hangen. Weet je wat ie zegt, die mooie gek? Zegt ie zo van dat ik het zeker moet afmaken alsvanwege dat mijn onderhavige grote baggerboek een heel belangrijk boek is voor de mensen. Dat zegt ie.

Je ziet: de schrijfstijl van de baggeraar is op z’n zachtst gezegd bijzonder. Hij verbastert en verhaspelt allerlei uitdrukkingen en bezit zo’n grote woordenschat voor bepaalde onderwerpen (vooral seks en baggeren) dat je er stijl van achterover slaat. Maar ondanks het verdraaien van allerlei gezegden en uitdrukkingen blijft het verhaal prima te volgen. Zelfs wanneer de baggeraar in de war raakt en vergeet te vertellen wat zijn onderwerp nu precies is.

Twee schrijvers

Een boek volschrijven met een verhaal van een baggeraar, in zijn eigen woorden opgeschreven, dreigt op een bepaald moment uit te monden in een trucje: de stijl kan ook gaan vermoeien. Niet in Het grote baggerboek. De schrijver roept een tegenspeler in het leven in de vorm van een droge psychiater, die in alles het tegenovergestelde is van de baggeraar. Ook hij schrijft hoofdstukken, maar dan in een ambtelijke taal die keurig verbloemt wat er nu precies aan de hand is. De psychiater onderzoekt de baggeraar en denkt dat hij baanbrekend materiaal in handen heeft met diens baggerboek, maar uiteindelijk blijkt het net iets anders te lopen dan hij denkt. De baggeraar en de psychiater zijn op één punt namelijk wel hetzelfde: ze vallen op dezelfde vrouw.

Het grote baggerboek is een geestig, vlot geschreven boek waarin prachtig wordt aangetoond dat je met taalgebruik en woordkeuze alleen twee heel verschillende werelden kunt oproepen. Het eerste verhaal, dat van de baggeraar zelf, is hier en daar iets te fantasievol, maar het tweede plot, dat zich ontwikkelt tijdens het schrijven van het baggerboek, is ijzersterk. Andere boeken zouden zichzelf misschien bedelven onder een overdaad aan stijl en creativiteit, maar niet dit boek. Het bijzondere aan Het grote baggerboek is dat je een zeer goed geschreven boek leest, dat stevig in elkaar zit en dat bovendien de luchtigheid behoudt. Om met clichés uit maandverbandreclames te spreken: je voelt niet eens dat het literatuur is. Het grote baggerboek doet zijn titel gelukkig geen eer aan.