Film / Films

Een frontale botsing tussen twee Denen

recensie: Dear Wendy

Wat gebeurt er als de twee grootste Deense filmmakers hun handen ineenslaan? Dat konden we vorig jaar zien in The Five Obstructions, waarin Lars von Trier zijn collega Jørgen Leth uitdaagde diens kortfilm De perfecte mens (1967) in vijf verschillende versies te herdraaien, iedere keer met andere handicaps. Leth kwam als morele winnaar uit de strijd; de hem opgelegde beperkingen bleken voordelig uit te pakken.

~

Je gaat je bijna afvragen of Von Trier het zichzelf heeft verboden Dear Wendy, waarvoor hij het scenario schreef, te regisseren. Hij besteedde de regie zelfs uit aan een grote filmische tegenpool, zijn landgenoot Thomas Vinterberg. Behalve dat ze de belangrijkste opstellers van het Dogma-manifest waren en allebei één Dogmafilm maakten, hebben de twee weinig gemeen. Von Trier is een man van het verstand, Vinterberg van het gevoel. Dat blijkt wel uit hun laatste (niet-Dogma) films, respectievelijk Dogville (2003) en It’s All About Love (2003). Het maakt Dear Wendy tot een minstens zo interessant experiment als The Five Obstructions. Hoe pakt de confrontatie tussen deze talentvolle Denen uit?

Dandies

~

Von Trier heeft, zoals te verwachten viel, het grootste stempel gedrukt op het eindproduct. Dear Wendy is een beetje de stiekeme want niet-officiële opvolger van Dogville, het eerste deel van zijn Amerika-trilogie. Hoe moeten we dit verhaal waarin wapens door hun bezitters worden vereerd anders interpreteren? De vijf hoofdpersonen zijn de losers in het mijnstadje waar de film gesitueerd is, en dat met zijn grauwe aanblik aan soortgelijke oorden in westerns doet denken. Om zichzelf te emanciperen richt het stel een schietclub op in een oude mijn, waar het schieten hun zelfvertrouwen moet helpen te vergroten. Ironisch, want eigenlijk zijn The Dandies, zoals ze zichzelf noemen, pacifisten. Lang kan het dus niet goed gaan, zeker niet als ze echt gaan geloven dat hun pacifisme onaantastbaar is.

Zwaard van Damocles

De manier waarop het uiteindelijk uit de hand loopt is lastig te duiden: het lijkt een kwestie van toeval, maar hebben The Dandies het niet zelf in de hand gewerkt? Of hing er al vanaf het begin een zwaard van Damocles boven hun hoofd? Von Trier wil maar zeggen dat wie speelt met wapens, er vroeg of laat toe gedwongen wordt deze daadwerkelijk te gebruiken – een verwijzing naar de dagelijkse Amerikaanse praktijk. Dat een oud vrouwtje dat bang is om over straat te gaan de weg naar het einde inluidt, is een staaltje typisch Von Trier-sarcasme.

Superhelden

Maar de echte grap van Dear Wendy is de toegankelijke wijze waarop Vinterberg het scenario verfilmde, met gelikt camerawerk, luchtige sixties popmuziek en aanstekelijke intermezzo’s (waarin The Dandies en hun wapens worden voorgesteld als de superhelden van een jeugdserie). Vinterberg drijft het spel met genreconventies – met name die van de western – tot op de spits door de film zelf er als een genrefilm uit te laten zien. In Von Triers handen was Dear Wendy nooit zo los van stijl geworden; eerder sarcastisch en drammerig, een ondertoon die nu wel in het scenario zit maar door Vinterberg wordt omgewerkt tot een haast milde ironie. De frontale botsing komt er dus, maar betekent in dit geval pure winst.