Boeken / Strip

Een raadselachtige romanticus

recensie: Peter Pontiac - Kraut

Toen de ‘biografiek’ Kraut van Peter Pontiac (1951) in 2001 uitkwam werd dit boek meteen beschouwd als het belangrijkste stripwerk in het Nederlandse taalgebied. Nu, vier jaar later, verschijnt er een herdruk waaraan tweeëndertig pagina’s ‘nagekomen berichten’ zijn toegevoegd. Een goede reden om het boek nog eens te bekijken.

~

Bij het verschijnen van Kraut waren de vergelijkingen met het Pullitzerprijswinnende Maus van de Amerikaan Art Spiegelman niet van de lucht. Dit is niet verwonderlijk, aangezien zowel Pontiac als Spiegelman over hun vader schrijven.Het perspectief verschilt bij beiden echter compleet. Vader Spiegelman was een jood die de oorlog overleefde, terwijl vader Pontiac als SS-er aan het oostfront en in Normandië was gestationeerd.

Biografiek

De term ‘biografiek’ die Pontiac voor Kraut gebruikt slaat op de bijzondere vorm van het boek. Pontiac vertelt het verhaal over zijn vader in grote stukken tekst, met daarbij ondersteunende plaatjes en reproducties van brieven, gedichten, tekeningen en artikelen en documenten van en over zijn vader. Het is moeilijk te bepalen of er nu sprake is van een strip of een geïllustreerde biografie. Pontiac is daar zelf ook niet over uit en beschrijft het daarom als ‘biografiek’.

Romanticus met ‘foute ideeën’

Kraut bestaat uit een lange brief die Pontiac (pseudoniem voor Peter Pollmann) aan zijn vader schrijft. Het vertelt het levensverhaal van Joop Pollmann die in een katholiek, maar liberaal middenstandsgezin in Leiden opgroeit en een enorme romanticus blijkt te zijn. Dat wordt door de jonge Joop in tientallen, soms tenenkrommende, gedichten en verhalen geuit. De ‘jonge wijsneus’ was erg geïnteresseerd in politiek en maakte al jong tekeningen van Hitler en Mussolini. Later dweepte hij zelfs met de N.S.B., waarvan hij in de oorlog lid werd.

SS

Het lidmaatschap van de N.S.B werd door zijn familie niet geaccepteerd. Desondanks gaat Joop naar Duitsland om oorlogsverslaggever te worden voor de SS. Hij houdt daar een korte periode promotiepraatjes voor het leger bij tewerkgestelde Nederlanders. Hij wordt op proef naar het oostfront gestuurd, maar hij raakt na een aantal weken al gewond. Na zijn herstel vertrekt Joop naar Normandië, waar hij de geallieerde inval meemaakt. Na de oorlog wordt hij enkele jaren geïnterneerd. Hierna bouwt hij een carrière op als journalist bij de Libelle en de Story. In 1978 verdwijnt Joop op mysterieuze wijze bij de Daaibooibaai op Curaçao, waar hij in zijn eentje op vakantie is. Het is onduidelijk of er sprake was van zelfmoord of niet. Dit raadsel was voor Pontiac reden om zich in de geschiedenis van zijn vader te verdiepen, met Kraut als resultaat.

Afrekening

Kraut is voornamelijk Pontiacs persoonlijke afrekening met het verleden van zijn vader, die daar zelf nooit over heeft willen vertellen. Dit sterk persoonlijke aspect maakt dat Kraut een minder universeel karakter heeft dan Maus. Dat boek is ook persoonlijk, maar het geschiedkundige perspectief, de jodenvervolging, is een dat algemener aanspreekt. Daarbij blijft het voor de lezer moeilijk om echt mee te voelen met een hoofdpersoon die sterk sympathiseerde voor ‘de vijand’.

Nagekomen berichten

In de nieuwe uitgave presenteert Pontiac flink wat pagina’s aanvullende informatie. Naar aanleiding van de grote publiciteit die Kraut opleverde werd Pontiac door de VPRO benaderd voor een documentaire. Hiervoor trok hij naar Curaçao, om de plek waar zijn vader verdween te bezoeken. Aan de impact van dit bezoek zijn een aantal van de meest boeiende pagina’s gewijd. Verder is er enkele spontaan opgestuurde informatie toegevoegd. Bijvoorbeeld van de vrouw die tijdens haar jeugd bij de Pollmanns om de hoek woonde in Leiden en sommige van Pontiac’s gaten weet op te vullen, bijvoorbeeld over het broertje Anton waar niemand ooit over sprak, omdat hij weggestopt zat in een gekkenhuis.

Brieven

Vooral interessant zijn enkele door vader Pollmann geschreven brieven die Pontiac in de loop der tijd in het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) vond. De brieven zijn integraal afgedrukt, maar zijn soms slecht leesbaar. Ze vertellen uitgebreid over de oorlogsperiode van Joop, onder anderen over hoe hij gewond raakte. Het is alleen wat raar dat Pontiac niet eerder op het idee is gekomen naar het NIOD te gaan. Toch zijn lang niet alle pagina’s van de heruitgave even boeiend, zoals de tekeningen van een Joodse kunstenaar die kort in het boek wordt genoemd en krantenkoppen van bladen waarin Joop Pollmann publiceerde. Desalniettemin valt te zeggen dat de nagekomen berichten, die op de typerende Pontiac-wijze zijn geïllustreerd een heel aardige en verhelderende toevoeging aan Kraut zijn. Wie het boek nog niet in de kast heeft staan heeft nu een mooie kans dat gat op te vullen.