Muziek / Achtergrond
special:

Popkomm haalt nauwelijks zijn doel

.

Gezien de opkomst van de doelgroep, werd die vraag niet gesteld. Vanuit heel Europa waren bedrijven, organisaties en journalisten, kortom het hele wereldje, aanwezig. Tussen de grote bedrijven als MTV, New Yorker, T-Mobile’s Musicload en Vodafone werd Nederland vertegenwoordigd door Stichting Conamus, die prominent aan het begin van een beurshal de aandacht trok, en door distributeur Bertus – al stond deze verdekt en ietwat in de schaduw opgesteld. Overal deden de vertegenwoordigers hun uiterste best zichzelf te promoten en sommigen slaagden daar behoorlijk goed in. Zo zaten de stands ter promotie van de Noorse en Franse popmuziek steevast vol met belangstellenden en wist ook de DutchSound-stand, met onder andere Conamus, de nodige aandacht te trekken.

~

Tijdens de beurs waren er seminars over de toekomst van de popmuziek met boeiende thema’s als “De kracht van popmuziek tegen armoede”, “Wat zal er gebeuren met alle Britneys als Merkel bondskanselier wordt” en “De betekenis van het verlies van New Orleans voor de popmuziek”. Een ander belangrijk thema was de betekenis van internet voor de muziekindustrie. Daar werd de vinger op de zere plek gelegd, want met het aansnijden van dit punt bleek de zwakte van ‘het wereldje’. De muziekindustrie heeft met de komst van het internet de macht over de muziek verloren en heeft tot nu toe nog steeds geen goede oplossing kunnen vinden om die macht te herstellen. Ook tijdens PopKomm 2005 werd er schouderhalend gereageerd op de één van de belangrijkste vragen over de toekomst van de popmuziek.

Optredens

Wie na de gekregen flyers, cd’s, discussies en opgedane contacten nog energie over had, kon ’s avonds genieten van verschillende optredens in de stad. Die waren toegankelijk voor het publiek, waarbij de boeker kon bekijken wat aansloeg en wat niet. Bij die optredens stond muziekland Spanje centraal. Op woensdagavond, de avond van de opening, waren de Spaanse bands voornamelijk te vinden in de KulturBrauerei. Bands als Love of Lesbians en Cycle verkochten zichzelf goed, maar de grootste aandachtstrekker was het alom bekende Ojos de Brujo. De opening in het Postbahnhof, met oudgedienden als Supergrass en Koufax, werd goed verzorgd door nieuwkomers als Stars en Editors. Dansbaarder was het overigens bij de buren, in de Club Maria, waar met bands als Tiefschwarz, The Go! Team en de hype van morgen WhoMadeWho goede concurrentie boden.

Ojos de Brujo
Ojos de Brujo

Hoewel het geprezen Art Brut speciaal werd gepresenteerd in de Roter Salon van de Volksbühne, was tijdens de donderdagavond de KulturBrauerei de plek voor iedere rockliefhebber. Met meerdere podia was het een fijne avond om nieuwe interessante dingen te bekijken. Rondom het grote Visions-Podium in het Kesselhaus van de KulturBrauerei speelden veel Canadese en Amerikaanse bands, waarvan Eli & the Indoor Boys, die een fijne mix van Buddy Holly-rock en lieve Glasgow-pop lieten horen, de meeste indruk maakten. Bands als Tiger Lou, Ceasars (voorheen Ceasars Palace) en het altijd overweldigende Millionaire moesten the Robocop Kraus voor laten gaan in de competitie van de meest succesvolle band van de avond. Vanaf de schitterende opening, schönen guten Abend, wir sind The Robocop Kraus sprong het publiek en dook zanger Thomas Lang het publiek in of klom hij op de PA. Met een in mooie trouwband-pakken gehulde band was het tot en met het eind geweldig.

Eli and the Indoor Boys
Eli and the Indoor Boys

Vervelende houding

Vrijdagavond kon de liefhebber van de belofte zijn hart ophalen in het Postbahnhof, waar bands zoals The (Int.) Noise Conspiracy, The Subways, Sugarplum Fairy en Nine Black Alps een goede festivalzomer probeerden te bemachtigen. Behalve deze liefhebber, want vanwege de drukte, de bureaucratische rompslomp en de vervelende houding van de organisatie, kwam ondergetekende als freelancer niet naar binnen. Daarmee komt er een volgend argument tegen zoiets als PopKomm ter tafel. De meeste van deze bands had ik al gezien tijdens festivals als Eurosonic of Lowlands of tijdens de bezoeken aan verschillende clubs in Nederland. De bands die zichzelf op de PopKomm-podia moesten verkopen, zouden eigenlijk bij iedere zichzelf respecterende boeker of journalist al bekend moeten zijn.

Het Berlijnse publiek

Maar vanuit meerdere perspectieven is het probleem de stad waar het dit jaar gebeurde. Jarenlang werd PopKomm in Keulen gehouden en sinds vorig jaar is de beurs verhuisd naar de Duitse hoofdstad. Ondanks de vele manieren van reclame – op televisie, radio en grote plakkaten op straat – liep de Berlijnse bevolking niet warm voor het spektakel, waarbij de lichte arrogantie van een hoofdstadbewoner om de hoek kwam kijken. De beurs is iets van Keulen en het mag van de kosmopolitische Berliner bevolking daar blijven. Daarbij komt dat Berlijn een mooie concertagenda heeft met veel ruimte voor veelbelovende bands: de helft van de op PopKomm spelende bands is al een keer geweest is of gaat binnenkort weer spelen. De druk voor de Berlijner om tussen de internationale muziekbiz te gaan staan wordt daardoor minder groot.

Berlijn is te groot

Daarnaast is de stad te groot voor het doel dat PopKomm wil bereiken. Omdat de clubs te ver uit elkaar liggen, moet de bezoeker eigenlijk kiezen voor één van de clubs, met het logische gevolg dat daardoor negentig procent gemist zal worden. De bekendste Nederlandse boeker Willem Venema scheen het toch te proberen; ik zag althans een lange bos haar, gehuld in een schitterende groene Lowlands-regenjas, ‘dit is helemaal niks’ mompelend voorbij rennen. De grootte van de stad gaat zo ten koste van de kleine onbekende bandjes, die van de route af, in kleinere zalen mogen spelen. Bijvoorbeeld in de, gezien de andere plekken, enigszins afgelegen Kalkscheune, waar onder het motto ’Neue Holländische Welle’, onze trots Blues Brother Castro, Krezip en Voicst verdedigd moesten worden. Maar onze trots is moeilijk over te brengen op de buitenlandse boeker die veel liever naar een band met internationale potentie gaat kijken dan dat hij zijn avond opoffert in de Kalkscheune.

Kortom

Berlijn is te groot, er spelen te veel bands die mensen al (veel) eerder hadden kunnen zien en daarnaast toonde PopKomm een houding van de muziekindustrie die niet fit en vitaal te noemen is. Er moet heel wat veranderen, wil zo’n beurs zin hebben, want het lijkt me sterk dat deze editie heel veel invloed zal hebben het komende muzikale jaar.