Boeken / Achtergrond
special: Een interview met Pieter Waterdrinker

‘Er deugt iets niet in Nederland.’

Naar aanleiding van zijn roman Duitse bruiloft stelde 8WEEKLY de schrijver/journalist Pieter Waterdrinker enkele vragen over dit onderhoudende boek. Waterdrinker heeft inmiddels vijf boeken gepubliceerd. Dat dit niet altijd het felbegeerde succes oplevert, bleek al snel. Zeker van zijn thuisland Nederland had Waterdrinker wel iets meer verwacht.

Duitse bruiloft lijkt voor een deel geïnspireerd op Waterdrinkers jeugd, die zich voornamelijk afspeelde in Hotel Zomerlust in Zandvoort. Je vraagt je als lezer meteen af in hoeverre de eigen jeugd van Waterdrinker daadwerkelijk een rol heeft gespeeld in het ontstaan van dit boek. Waterdrinker put naar eigen zeggen inderdaad ruim uit zijn verleden in zijn romans. Daarentegen heeft hij naar eigen zeggen nog nooit een scène geschreven die precies zo in de werkelijkheid heeft plaatsgehad. Maar, vraagt hij zich af, wat is die werkelijkheid nu eigenlijk? “Zonder een miljoen voetnoten is dat een volstrekt leeg begrip.”

Pieter Waterdrinker. Foto: Lies Schut
Pieter Waterdrinker. Foto: Lies Schut

“Maar ik ben inderdaad opgegroeid in een hotel aan de Hollandse kust, een bedrijf dat mijn grootvader – Pieter Waterdrinker – vlak na de oorlog is begonnen, toen de eerste Duitsers alweer terugkwamen om in Holland vakantie te vieren, een gegeven dat ik voor Duitse bruiloft heb gebruikt. Mijn vader zat toen als kok op de grote vaart. Montevideo, Tenerife, Buenos Aires, dat soort werk. Hij werd verliefd op mijn moeder en zo begon hij met mijn grootvader en diens zonen eind jaren vijftig met hart en ziel het familiehotel, dat vijfendertig jaar later zou worden gesloopt. Ik ben opgegroeid gedurende de bloeiperiode van het hotel in de jaren zeventig, en heb daarna het langzame verval van zowel het gebouw als mijn geliefde familie meegemaakt. Ze waren te goed voor deze wereld, het waren eigenlijk geen zakenmensen. En dat heeft hen genekt.”

Quatsch?

In een ander interview gaf Waterdrinker aan dat Duitse bruiloft ook een soort monument zou moeten worden. Wanneer we hem vragen of hij denkt dat dit hem gelukt is, stuiten we op een zekere onvrede met de huidige kritieken op zijn werk in Nederland:

“Of een schrijver met zijn werk ergens in is geslaagd, moet men een schrijver natuurlijk nooit vragen. Zeker niet aan een auteur als ik, die, God mag weten waarom, in Nederland nogal omstreden is. Het buitenland is aanmerkelijk liever voor mij, niet in de laatste plaats Rusland, het land waar ik alweer zoveel jaren woon.”

Al voor het voltooien van Duitse bruiloft had men in Duitsland de rechten reeds gekocht. Niet lang daarna volgde Engeland. Elders in Europa stelt men zich afwachtender op. “Maar wat zeggen de genieën van NRC Handelsblad? Dat mijn boek – ik citeer- ‘pure Quatsch’ is. Dan zeg ik: er deugt iets niet in Nederland. Of er deugt iets niet in Duitsland of Engeland. In ieder geval deugt er ergens iets niet. Iets kan geslaagd zijn of minder geslaagd, maar is niet zomaar pure onzin. Weet u wat dat is? Dat is demagogie. Er zijn zeer slechte mensen in deze wereld.”
Het lijkt er volgens Waterdrinker op dat er steeds iets of iemand tussen hem en zijn potentiële lezers in gaat staan. “Dan weer een rechter die mij van alles beschuldigde, dan weer een malicieuze recensent, dan weer iets anders. Dat frustreert mij, want ik schrijf panoramische, toegankelijke en menselijke boeken. Films voor de geest.”

Trotse moeder

Gelukkig is niet iedereen ontevreden over het boek: “Mijn moeder was, zoals iedere moeder, de liefste vrouw ter wereld. En moeders zijn altijd trots, daar zijn het moeders voor. Ik heb de laatste bladzijden van Duitse bruiloft min of meer aan haar ziekbed geschreven, zoals ik dat twee jaar eerder deed met Een Hollandse romance, toen mijn vader dodelijk ziek was. Ik heb me nog nooit zo’n slecht mens gevoeld als toen. Voorzover ik weet heb ik geen kinderen – al sluit ik dat niet uit -, maar ik weet wel één ding: dat ik getracht heb een goede zoon te zijn. De beste zoon op aarde. Dat is alles.” Dat zijn moeder trots was doet hem duidelijk goed; het ‘monument’ was voor een groot deel voor haar bedoeld.

‘Menselijke vochtigheid’

~

Waterdrinker is gefascineerd door wat hij de ‘menselijke vochtigheid’ noemt: datgene wat mensen met elkaar verbindt. Wat is het leven anders dan de omgang met de medemens, vraagt hij zich af. “Het fascinerende is dat er gelukkige mensen schijnen te zijn, hoewel leed toch de norm is. Men leeft dikwijls niet met elkaar, maar ten koste van elkaar. De meeste zielen dragen maskers; als ze niet regelrecht liegen dan houden ze wel zaken voor elkaar verborgen.”
Ondanks deze constatering probeert Waterdrinker vrolijk te leven en een aardig mens te zijn. “Ik leid in Moskou een zeer intens bestaan, met iedere dag wel een feestje, een concert, een avondje op een ambassade of iets anders. Ja, zeer beau monde en 19de-eeuws. Men zou eens moeten weten. En in dat leven gaat het – de mens is net een aap – over de pikorde in deze wereld; over de zoektocht naar geluk; over seks. Men is bereid voor aanzien, seks en geluk alles te doen, van oorlogen voeren tot het verwekken van kinderen. Eigenlijk gaan al mijn boeken over seks. Schrijft u dat maar op: S-E-K-S.”

Maar hij voegt er meteen aan toe dat niet hij, Pieter Waterdrinker, het verlangen naar geluk, liefde en seks heeft uitgevonden, maar ‘God’. “Het is een zegen en een kwelling tegelijk, zoals alles in dit leven. Ik kan moeilijk in een God geloven, maar nog moeilijker is het voor mij te vatten dat er geen God bestaat. Daarom brand ik altijd kaarsen in kerken, daarom geef ik bedelaars meestal iets en probeer ik de medemens ten dienste te zijn.”

Gelijkheid

Die unzugänglichkeit des menschlichen Lebens is het grondthema van mijn werk. Seks en liefde zijn daarmee onlosmakelijk verbonden. Ik heb bij elkaar twaalf jaar in het buitenland gewoond – op de Canarische Eilanden, op het Spaanse vasteland, hier in Rusland – en als ik één ding geleerd heb dan is het dit: dat de mens, in de aard, overal hetzelfde is. Soms spreek ik met een oud Russisch vrouwtje in Siberië en dan moet ik denken aan de keer dat ik met een oud Spaans vrouwtje sprak in Burgos. Hun leven, hun wensen, het is allemaal hetzelfde. Oorlogen worden gevoerd omdat mensen denken dat mensen verschillend zijn. Er is geen volk ter wereld dat zoveel reist als het Nederlandse, maar zodra ze terugkeren in eigen land zijn het provincialen. Dat is de tragiek en de paradox van Nederland.”

“Ieder leven bestaat uit de trits geboorte, bloei en verval. Dat weten we. Ondertussen moeten we, door middel van de liefde, wat dat ook moge zijn, blijven geloven in dat leven. Of onszelf voortijdig opknopen. Ook dat is een grondthema van mijn werk.”

Russische geschiedenis

Dat Waterdrinker momenteel al enkele jaren in Rusland verblijft, heeft duidelijk zijn sporen nagelaten in zijn romans en in zijn denken.
Duitse bruiloft speelt eind jaren vijftig, toen de twee ideologieën die de vorige eeuw hebben bepaald, fascisme en communisme, nog overal in de koppen van de mens aanwezig waren. Twintig jaar geleden sprak iedereen over communisme en kapitalisme, nu is dat opeens weg. Dat is vreemd, slecht en verkeerd. In Rusland weten sommige twintigers amper nog wie Lenin was; in Nederland is het met de kennis van de jeugd helemaal beroerd gesteld.”
Waterdrinker noemt zichzelf een ‘ouwe conservatief’ als het om onderwijs gaat. De jeugd van tegenwoordig weet te weinig van haar geschiedenis. “Dat fascisten slecht waren is een algemeen bekend feit. Maar dat er communisten waren die naar de Sovjet-Unie gingen, niet voor het heil van de mensheid, maar vooral voor het eigen heil – en om er te neuken – dat heb ik als eerste in de Nederlandse literatuur opgeschreven. Toch waren er onder fascisten zeer veel goede mensen, net als dat er onder communisten zeer veel goede mensen waren. Goed en slecht heeft niets met de politieke partij die je aanhangt te maken, of met het medium waarvoor je werkt, zoals men denkt in Nederland. Goed en slecht heeft te maken met hoe je als mens handelt.”
“Mijn vader was een tijdje communist, toen hij op de grote vaart zat. Tegen wil en dank overigens. Maar als communist mocht hij gratis de boeken lezen van De Arbeiderspers, de uitgeverij waar ik later ben gaan publiceren. Niks is toevallig in dit leven.”

Optimist

Ondanks de negatieve pers, de teleurstelling in het kennisniveau van de jeugd en het overlijden van zijn ouders, blijkt Pieter Waterdrinker uiteindelijk gewoon een rasoptimist. “Mensen die zeggen dat iets niet meer mogelijk is in deze tijd, die praten onzin. De tijden veranderen, maar de mensen niet. De mensheid blijft hetzelfde instrument, alleen vibreert het wellicht anders. Maar het blijft hetzelfde instrument.” Of hebben we te vroeg gejuicht met betrekking tot dat optimisme? Want na deze positieve opening vervolgt hij: “Onbaatzuchtigheid is, evenals eruditie, in deze tijd in Holland met een lantaarntje te zoeken. Kinderen worden op school als egocentrische monstertjes opgevoed: het is alleen maar ik-ik-ik-.”
Maar ook nu wordt het tij ten gunste van het positieve gekeerd: “En toch zijn er heel veel aardige kindertjes en mensen. Er zijn meer aardige kindertjes en volwassen dan onaardige.” Er is dus blijkbaar toch nog hoop voor de mensheid.

Mededogen

En met een woord aan de onaardige mens onder ons, en met name die ene van het NRC Handelsblad, sluit een lichtelijk teleurgestelde schrijver zijn betoog af. Teleurgesteld, maar niet verslagen. “En de onaardige mens – ik weet waarover ik spreek – heeft altijd een verhaal, een geheim. Er zijn maar zeer weinig echte monsters op aarde. Als iemand in de NRC mij en mijn schrijverschap kapot probeert te maken, ik noem maar wat, dan kan ik natuurlijk gaan schreeuwen en schelden, wat ik eerst ook doe. Maar dan daalt het mededogen neer, het mededogen met lieden die zoiets opschrijven. Want slechts een persoon die leeft in een persoonlijke hel van gebrek aan talent en gefrustreerde ambitie kan beweren dat mijn roman onzin is. Duitse bruiloft gaat over de mens. Hoe kan een boek over de mens nou onzin zijn?”