Film / Achtergrond
special: De films van Paul Verhoeven

Eigengereid in Holland en Hollywood

De filmografie van Nederlands meest beroemde filmmaker Paul Verhoeven (1938), wiens langverwachte Zwartboek volgende week in première gaat, telt onder andere vijftien langere speelfilms. Bijna al deze films worden bevolkt door echte helden, die opkomen voor zichzelf en de medemens. Het zijn eigenzinnige types, die hun eigen weg gaan en zich daarbij niet laten afschrikken door enige tegenstand, brokkenpiloten met het hart op de goede plaats die zich door omstandigheden ontwikkelen tot moraalridders. Niet voor niets gelden de heldensagen van Akira Kurasawa en Sergio Leone als Verhoevens favoriete films.

Scène uit <i>Keetje Tippel</i>
Scène uit Keetje Tippel

Verhoevens fascinatie voor geweld, direct zichtbaar in zijn films, komt, zo schijnt het, voort uit zijn ervaringen in de Tweede Wereldoorlog; het oorlogsgeweld maakte een onuitwisbare indruk op de jonge Verhoeven. Zijn ouderlijk huis in Den Haag stond niet ver van lanceerinstallaties van Duitse V2-raketten, die meer dan eens door de geallieerden werden gebombardeerd. Na de oorlog volgde Verhoeven het gymnasium en studeerde van 1955 tot 1960 wis- en natuurkunde. Daarnaast bezocht hij ook de Filmacademie en ging hij in 1964 in militaire dienst. Tijdens zijn diensttijd maakte hij een documentaire (Korps Mariniers, 1965), waarna hij de kans kreeg een tv-serie te maken. Samen met zijn studievriend van de academie, scenarioschrijver Gerard Soeteman, maakte hij Floris (1969), een soort polder-Ivanhoe met een 25-jarige Rutger Hauer in de hoofdrol. De serie werd een succes. Het was allemaal weliswaar van bordkarton en het zag er klungelig uit, maar heel Nederland bleef er voor thuis en Verhoeven had de smaak te pakken. Hij was pas 34 jaar en zijn jongensdroom werd werkelijkheid.

Overbodig bloot

Na Floris maakte hij drie boekverfilmingen, waarvan die van Jan Wolkers’ roman Turks Fruit (1973) de meeste bekendheid verwierf. De andere twee, Wat zien ik? (1971) en Keetje Tippel (1975), waren wel succesvol aan de kassa maar vielen minder in smaak bij de critici. De films trokken volgens hen voornamelijk aandacht door het vele overbodige bloot, maar minder door het vakmanschap erachter.

Scène uit <i>Soldaat van Oranje</i>
Scène uit Soldaat van Oranje

Verhoevens volgende film daarentegen, Soldaat van Oranje (1977), wordt in eigen land – samen met Turks Fruit – beschouwd als het beste werk van zijn hand. Nog steeds staan deze twee films bovenaan in menig ranglijst van beste Nederlandse films. Na Spetters (1980) kwam de kritiek echter weer op gang, en dit keer echt hard. Deze film werd afgedaan als vunzig, gewelddadig en zelfs langdradig. Verhoeven werd uitgefloten tijdens persconferenties en tv-shows, maar wist zich te revancheren met de Gerard Reve-verfilming De Vierde Man (1983).

Hollywood

Nederland was inmiddels te klein geworden voor de filmmaker. Verhoeven zag dat hij meer op zijn plek zou zijn in Hollywood, waar zijn interesse voor de strijd tussen goed en kwaad, en zijn wil om te scoren perfect zou passen. Goed is goed en kwaad is kwaad bij Verhoeven en beter kwam dat niet uit de verf dan in zijn Hollywood-doorbraak RoboCop (1987) (zijn tweede film in Amerika, na Flesh & Blood, 1985). Als half-mens, half-robot kwam RoboCop op voor de onderdrukten en werd hij een held in de verrotte wereld waarin hij leefde.

Scène uit <i>Total Recall</i>
Scène uit Total Recall

In Hollywood zou Verhoeven overigens weer tegen iets anders aanlopen: de gedragscodecommissie, waarmee hij vaak in conclaaf ging. Zo preuts als Hollywood is Nederland nooit geweest, zou Verhoeven ontdekken. Over zijn schouder werd sinds Total Recall (1990) heel serieus meegekeken. Een blote borst mocht nog net heel even in beeld gebracht worden, maar Verhoeven ging steeds ietsje verder. In zijn veelgeprezen (en in Hollywood als zijn beste beschouwde) film Basic Instinct (1992) is hij de commissie te slim af met de beaver shot van Sharon Stone. De klassieke scène waarin haar personage wordt verhoord door een ‘commissie’ is onovertroffen. Dankzij de prachtige aankleding en belichting van de scène en het overdreven dubbelzinnige acteerwerk van Stone en tegenspeler Michael Douglas werd de scène een voorbeeld voor veel andere films en kreeg de femme fatale met Sharon Stone een nieuwe soort (grovere) sensualiteit. De film werd geschoten door zijn vaste cameraman Jan de Bont. Met Gerard Soeteman en Rutger Hauer had hij sinds de flop Flesh & Blood niet meer samengewerkt.

Eigengereid

In deze tijd had hij zich gemakkelijk kunnen laten inpakken door producenten die met hem weg wilden lopen. Er werd hem van alles aangeboden, maar Verhoeven bleef eigengereid en eiste met zijn nieuwe film steeds weer de aandacht van de wereldpers op. In Showgirls (1995) gaf hij Elizabeth Berkley (Saved by the Bell) vrij spel. Zij was meer zonder kleren dan met kleren in beeld en gaf een betreurenswaardige acteerprestatie ten tonele.

Scène uit <i>Hollow Man</i>
Scène uit Hollow Man

De pers begreep er niets van. Was dit van dezelfde maker als de moderne film noir-klassieker Basic Instinct? Volgens Paul Verhoeven werd de film niet begrepen. Zonder ironie vergeleek hij de entourage van de film met de Hollywood-industrie. “Schande!” schreeuwde menig criticus en door zijn volgende film werd de kloof alleen maar groter. Starship Troopers (1997) werd beschouwd als tot oorlog aanzettende film en verheerlijkte volgens velen het Derde Rijk. Net als Showgirls wordt de film nu als camp beschouwd. Het knappe in het werk van Paul Verhoeven is dat je erdoor wordt geraakt, en je op een hele foute, onderbewuste manier ook ongemakkelijkheid voelt. Robocop, Total Recall, Showgirls en Starship Troopers waren niet alleen films voor het vermaak, maar ook films waarmee Verhoeven een statement wilde maken.

Genoeg van Hollywood

Verhoeven maakte hierna een paar filosofische periodes door, waarin hij zich persoonlijk verdiepte in godsdienst en de Tweede Wereldoorlog en maakte tussendoor nog het weinig verheffende, maar zeker niet oninteressante Hollow Man (2000). De boodschap was dit keer niet te missen, maar wat interessant was, was dat goed en kwaad in deze film veel dichter bij elkaar kwam te liggen. In interviews gaf hij aan genoeg te hebben van Hollywood (Hollow Man werd weer met de grond gelijk gemaakt) en liet hij al min of meer doorschemeren in Nederland een film te willen maken. Toen de grootste producent van Nederland (San Fu Maltha) daar lucht van kreeg, werd zijn oude maatje Gerard Soeteman opgetrommeld om een script te schrijven over Verhoevens favoriete onderwerp: de Tweede Wereldoorlog.

Scène uit <i>Zwartboek</i>
Scène uit Zwartboek

Na drieëntwintig jaar komt er nu dus eindelijk weer een Nederlandse film van Paul Verhoeven uit: Zwartboek. Dit maakt de verwachtingen hooggespannen. Wat zal de film opleveren? Wordt de film een rollercoaster, een geweldsexplosie met veel seks en een duidelijke afscheiding tussen goed en kwaad met een echte held(in) voorop in de strijd? Of wordt het eindelijk eens een afgemeten vertelling, waarin de oorlog op een genuanceerde manier en ‘boven de gordel’ in beeld wordt gebracht, zonder schematische personages? Liefhebbers van Verhoeven hopen op het eerste, maar de eerste tekenen wijzen hier niet op. Zwartboek heeft al uitnodigingen binnen van fameuze en gerespecteerde filmfestivals, waaronder die van Venetië en Toronto. Ook wordt Zwartboek de Nederlandse inzending voor de Oscaruitreiking van volgend jaar.

Blijkbaar is het maken van Zwartboek in Nederland Paul Verhoeven goed bevallen, want zijn volgende film gaat hij ook hier maken. Knielen op een bed violen, naar het boek van Jan Siebelink, wordt zijn nieuwste project en daarmee kan hij zijn fascinatie voor godsdienst uitdiepen. Er wordt nu al naar uitgekeken.

Zwartboek gaat op 14 september in première.

Bronnen: de documentaire Nou, dat was het dan van Dick Rijneke en Mildred van Leeuwarden (2005); filmfocus.nl, paulverhoeven.net, De Filmkrant, cinema.nl.