Muziek / Album

De aanhouder wint

recensie: Under Byen - Samme Stof Som Stof

Enkele jaren geleden gaven de Denen van Under Byen een intrigerend concert tijdens Eurosonic in de Muziekschool van Groningen. Met een breed instrumentarium – waaronder een harp – bracht de formatie onder leiding van madame Sennenvaldt een Deense versie van het geluid uit IJsland, zoals we dat vooral kennen van Björk. De plaat die volgde werd te weinig opgemerkt en ook enkele concerten maakten de tongen te weinig los. In Duitsland pikte het leuke label van Haldern Pop de tweede plaat van de Denen op, in Nederland volgde Excelsior het voorbeeld. Under Byen probeert het nu opnieuw met Samme Stof Som Stof. Aan de plaat kan het in ieder geval niet liggen.

~

Het welbekende verhaal van ‘beroemd in eigen land’ gaat ook voor Under Byen op, want thuis doen ze er toe, maar het buitenland heeft ze nog niet omarmd. Maar de band houdt vol. Hun derde plaat is betoverend mooi, net als diens in Nederland verschenen voorganger Det er Mig der Holder Træerne Sammen. Hij klinkt wederom heel noords en doet ook dit keer denken aan Björk of Múm of aan de jongens van Sigur Rós. Heftig is bijvoorbeeld een nummer dat zo op een van de latere platen van Björk had kunnen staan.

Geluidserupties

Pilot of Den Her Sang Handler Om At Få Det Bedste Ud Af Det klinken als het enigmatische viertal van Sigur Rós, ten tijde van Takk. Onnoemelijk veel variatie in ijzingwekkende stiltes en spanningsvelden die opengetrokken worden op momenten dat je ze verwacht, maar ook weer niet. Een brij van geluidserupties met cello’s en violen, die volledig gecontroleerd zijn en een patroon volgen dat herkenbaar is van stijlgenoten. Ook muzikale uitstapjes naar componist Yann Tiersen worden niet geschuwd, getuige de ritmes en tonen die doorschemeren in het nummer Af Samme Stof Som Stof.

Kopieën

~

Toch is Samme Stof Som Stof geen plaat vol troosteloze kopieën. Integendeel, de band heeft genoeg opwindende eigen klanken op de plaat weten te zetten om van het begin tot het einde te kunnen boeien. Op het album vind je in vele hoeken sprookjesachtige klanken waar Henriette Sennenvaldt soms overheen zingt, soms huilt of soms brult, daarbij gesteund door een zevenkoppige band. Hopelijk werpen ze nu meer vruchten af, want, nogmaals, aan de plaat kan het niet liggen.