Film / Achtergrond
special: Deel 1

IFFR 2007

~

Het grootste filmfestival van Nederland, het International Film Festival Rotterdam, liep dit jaar van 24 januari tot en met 4 februari. Editie 36 bood traditiegetrouw tientallen speelfilms, documentaires, debatten en optredens voor de vele duizenden bezoekers. 8WEEKLY zat daar natuurlijk weer bovenop. Hieronder een mooie selectie verslagen, interviews en updates.

Overzicht verslag IFFR 2007

29 januari

Ode aan de creativiteit
Sketches of Frank Gehry – Time & Tide
Sydney Pollack • USA, 2005

Films waar je echt blij van wordt zijn vrij zeldzaam op het International Film Festival Rotterdam, maar Sketches of Frank Gehry is er zo een. Regisseur Sydney Pollack (They Shoot Horses, Don’t They?, Out of Africa, The Interpreter) maakt een uitbundig portret van zijn goede vriend Frank Gehry, de beroemde architect die o.a. Het Guggenheimer Museum in Bilbao heeft ontworpen. Het afwisselende gebruik van video en film bij de interviews werkt niet helemaal en geeft de documentaire een wat rommelige aanblik, maar inhoudelijk is de film dik in orde.

~

Vriend en vijand leggen uit wat er zo bijzonder is aan de bouwwerken van Gehry, die er veelal uitzien alsof ze van verkreukeld aluminium en in stukken gescheurd karton gemaakt zijn. Aan de hand van de schaalmodellen, die inderdaad van bovengenoemde materialen aan elkaar hangen, en schetsen die niet meer voorstellen dan een krabbel op papier, legt Gehry zijn unieke werkwijze uit.

Gehry en Pollack zijn niet voor niets vrienden, want ze herkennen veel in elkaar. Zo worstelen ze beide om in een statische, conservatieve markt waar een enorme hoeveelheid geld in om gaat, toch een bijzonder product te leveren. Op en top Amerikaans, valt Sketches of Frank Gehry te beschouwen als een inspirerende ode aan de creativiteit – binnen de marges van een commerciële wereld. (Marjolein van Trigt)

Morele verwarring
The Mark of Cain – Time & Tide
Marc Munden • Groot Britannië, 2007

De stroom films over Irak is nog lang niet opgedroogd en je zou onderhand zelfs van een nieuw subgenre kunnen spreken. The Mark of Cain die in Rotterdam in première gaat vormt een van de meest geslaagde voorbeelden hiervan. De film vertelt ons niet veel nieuws maar geeft wel een effectief, realistisch en boeiend beeld van gewone, vaak piepjonge soldaten in oorlogstijd. Zij moeten in ongebruikelijke en veeleisende omstandigheden bepalen wat wel en wat niet moreel verwerpelijk is, terwijl de dienstdoende officieren al lang niet meer gehinderd worden door dergelijke scrupules.

~

The Mark of Cain begint met een beklemmende scène van een opstootje waarbij de Britse soldaten in het nauw gedreven worden door een stenen gooiende menigte. Je ziet de paniek in de ogen van de piepjonge soldaten, terwijl op de geluidsband hun gehijg en geschreeuw te horen is, samen met het subjectieve cameraperspectief zorgt dit ervoor dat de desoriëntatie van de patrouille op een effectieve wijze op de kijker wordt overgedragen. De manier waarop regisseur Marc Munden je zo voortdurend dwingt om je in de personages te verplaatsen vormt een van de sterkste punten van deze film. Het maakt de ambiguïteit en de morele verwarring inzichtelijk waar jongens van achttien en negentien, die nauwelijks weten wat ze overkomt, voor geplaatst worden.

Het centrale thema van The Mark of Cain is – hoe kan het ook anders – de marteling van onschuldige gevangen die gelegitimeerd wordt met de dood van een geliefde officier, omgekomen tijdens een van de patrouilles. Terug in Engeland belanden een aantal foto’s van de martelingen in handen van de politie en de pers. Twee jongen soldaten worden vervolgens opgeofferd om het leger van alle blaam te zuiveren. Het totale gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef van de legerleiding, de cynische wijze waarop de mensen onderaan de pikorde worden afgeschreven en de volstrekt schaamteloze en van moreel besef gespeende manier waarop de lokale bevolking benaderd wordt, geven een schokkend beeld van de zogenaamde ‘bevrijding’ van Irak. Een van de zwakke punten van The Mark of Cain is dat deze thematiek onderhand algemeen bekend is en dat het perspectief van de lokale bevolking buiten beschouwing wordt gelaten. De film is daardoor meer een aanklacht tegen wantoestanden in het leger dan een bijdrage aan de doordenking van de problematiek van humanitaire interventies als die in Irak. (Martijn Boven)

Gebrek aan plotontwikkeling
Rome Rather Than You (Roma wa la n’thouma) – Time & Tide
Tariq Teguia • Algerije / Frankrijk / Duitsland, 2006

De beschrijvingen in het programmaboekje van het IFFR zijn per definitie positief en moeten dan ook met een flinke korrel zout genomen worden. Over Rome Rather Than You staat er bijvoorbeeld dat ‘het gebrek aan plotontwikkeling de film nergens in de weg zit’. Als ervaren festivalganger weet je dan wat je te wachten staat: een lowbudgetfilm met onervaren acteurs die elkaar scènes lang ‘broeierig’ aankijken terwijl de camera trilt alsof de cameraman parkinson heeft. Rome Rather Than You maakt wat dat betreft de verwachtingen meer dan waar.

~

De film gaat over het jonge Algerijnse koppel Kamel en Zina. Kamel wil vluchten naar Italië, Zina twijfelt nog. Voordat ze een besluit nemen, rijden ze in een gammele auto door Algiers. Ze raken voortdurend de weg kwijt, wat dialogen oplevert als: “Hier moesten we toch linksaf” “Nee, rechtdoor volgens mij.” Het is ongetwijfeld allemaal enorm symbolisch, maar het levert vooral een nogal saaie film op. De meligheid neemt dan ook al snel de overhand in de bioscoopzaal:
“Oh, ze gaan weer rijden. Ik hoop dat ze nu wel de weg weten.”
“Zelfs ik weet de weg inmiddels.”
“Zullen we dan maar blijven zitten? Hij is vast bijna afgelopen.”
“Tenzij ze weer verkeerd rijden. Dan zijn we zo weer een uur verder.”
Het enige pluspuntje aan deze film is de soundtrack, die zowel traditioneel Arabisch als modern jazzy klinkt. (Marjolein van Trigt)

28 januari

Shakespeare op de vuilnisbelt
Hamlet – Time & Tide
Aleksandar Rajkovic • Servië, 2007

Er draaien op het IFFR maar liefst vier verfilmingen van William Shakespeares beroemde toneelstuk Hamlet, maar de Hamlet van de Servische regisseur Aleksandar Rajkovic is waarschijnlijk de meest bijzondere van de vier. Rajkovic’ film speelt zich af op de vuilnisbelt van Belgrado en wordt bijna volledig gespeeld door Roma (zigeuners) die bovendien hun eigen taal spreken. De film verrast voornamelijk vanwege het indringende en rauwe beeld dat het geeft van het leven van de Roma. Het alleen wel jammer dat de adaptatie van Shakespeares Hamlet nauwelijks een meerwaarde geeft aan de film, maar er eerder afbreuk aan doet.

~

In Rajkovic’ Hamlet staan twee rivaliserende bendes tegen over elkaar die allebei strijden om de macht over de distributie van het afval. Tegen de achtergrond van deze strijd zet Hamlet alles in zijn werk om zijn vermoorde vader te wreken. Hierbij wordt de rode lijn van Shakespeares verhaal nauwkeurig gevolgd. De geest van Hamlets overleden vaders spookt rond op de vuilnisbelt; een rondreizend gezelschap dat wordt vergezeld door een tamme beer, beeldt in een toneelstuk het verraad van Hamlets oom uit; een fataal duel met vergiftige messen sluit het geheel af.

De toneelstukken van Shakespeare zijn niet onsterfelijk geworden door hun subtiele plot, maar voornamelijk vanwege het prachtige taalgebruik. Als je dan zoals Rajkovic de plot overneemt, zonder het taalgebruik dan blijft er eigenlijk maar een armoedig verhaaltje over. Vooral aan het einde begint dit te irriteren. Bij Shakespeare accepteer je de toevalligheden die ertoe leiden dat alle hoofdspersonen in de laatste scène de pijp uitgaan, maar in een realistisch getoonzette film over Roma valt dit theatrale element volledig uit de toon. Hierdoor doet het geheel ietwat kunstmatig aan. Een gemiste kans, want voor de rest geeft de film een mooie en indringende sfeertekening van het leven van de Roma. (Martijn Boven)

Op zoek naar straf en loutering
Zero Zone (Shoonya) – Time & Tide
Arindam Mitra • India, 2007

Zero Zone, het regiedebuut van de Indiase regisseur Arindam Mitra, is een dynamische psychologische thriller die echter wordt ontsierd door een onevenwichtige stijl en een gebrek aan diepgang. Centraal staat Mahendra Naik (uitstekend gespeeld door Kay Kay Menon) een beroemde Indiase cricketspeler die, samen met het team dat hij aanvoert, meewerkt aan het manipuleren van cricketwedstrijden. Het een en ander komt aan het licht en Naik en enkele van zijn medespelers worden levenslang geschorst.

~

Naik, die zijn hele leven aan cricket gewijd heeft en geen andere passies kent, kampt met depressies en schuldgevoelens die hij probeert kwijt te raken door schuld te bekennen. Zijn behoefte aan straf en verlossing komt echter in botsing met de belangen van zijn gezin, zijn vrienden en zijn opdrachtgevers. Dit stelt hem voor een onmogelijk dilemma. Helaas worden de schuldgevoelens, angsten en twijfels die hiermee gepaard gaan op een nogal conventionele wijze in beeld gebracht via een imaginaire vertrouweling en een alter ego. Hier had Mitra beter terug kunnen grijpen op de visuele effecten (wazige point-of-viewshots, zwart-witbeelden, etc) die hij in de rest van Zero Zone op een ietwat willekeurige wijze rondstrooit. Dit zou de stilistische eenheid van de film versterken en de complexiteit en het irrationele karakter van het dilemma zou zo beter uit de verf zijn gekomen. Zero Zone bewijst echter wel dat Arindam Mitra potentie heeft als regisseur, tenminste als hij zich in de toekomst weet te ontworstelen aan de conventies die de diepgang van zijn film nu nog in de weg staan. (Martijn Boven)

26 januari

De spion die tot inkeer kwam
Das leben der anderen – Time & Tide
Florian Henckel von Donnersmarck • Duitsland, 2006

Dat Das leben der anderen een triomftocht langs de filmschuren en arthousebioscopen tegemoet gaat, lijdt geen twijfel. De Duitse speelfilm laat zeer overtuigend zien hoe het moet zijn geweest om in de voormalige DDR te leven onder een regime dat regeert op basis van wantrouwen.

~

De succesvolle socialistische schrijver George Dreyman (Sebastian Koch) en zijn vriendin, de actrice Christa-Maria Sieland (Martina Gedeck) zijn misschien wel de enige kunstenaars die niet verdacht zijn in de ogen van de Stasi, de Oost-Duitse geheime politie. Toch krijgt Stasi-agent Wiesler (Ulrich Mühe) de opdracht om het tweetal af te luisteren. Hij moet kost wat het kost iets verdachts over hen te weten komen, maar de plichtsgetrouwe bureaucraat wordt zo in de levens van de kunstenaars gezogen dat hij zijn eigen opdracht saboteert.

Das leben der anderen had een verfilmd toneelstuk kunnen zijn. Het scenario van regisseur Florian Henckel von Donnersmarck staat bol van de intelligente dialogen, maar op cinematografisch gebied gebeurt er niet zoveel. De film wordt gedragen door de acteurs, die deze taak gelukkig uitstekend vervullen. Het sprookjesachtige plot over de slechte spion die tot inkeer komt, wordt geloofwaardig gehouden door het sterke spel van Ulrich Mühe, die al verschillende prijzen won. (Marjolein van Trigt)

Het leven in een communistisch dorpje
The Way I Spent the End of the World (Cum mi-am petrecut sfarsitul lumii) – Time & Tide
Catalin Mitulescu • Roemenië, 2006

Eva is een meisje van 17 dat graag haar kont tegen de krib gooit. Ze komt in opstand tegen het schoolsysteem, dumpt haar eerste vriendje en maakt ruzie met haar ouders. Zoals er in de wereld zo veel meisjes van 17 zijn. Maar Eva woont in Roemenië, en het is 1989. In veel Oost-Europese landen wankelt het communisme, maar in Boekarest lijkt Ceausescu nog vast in het zadel te zitten. In opstand komen betekent hier toch net iets anders.

~

Debutant Catalin Mitulescu maakte een mooie coming of age-film tegen de achtergrond van een nakende revolutie. Als Eva (gespeeld door Dorotheea Petre, die in het programma Un certain regard in Cannes de prijs voor beste actrice won) en haar vriendje tijdens een stoeipartij op school een buste van Ceausescu omstoten, beginnen de problemen. Het vriendje, zoon van een gezagsgetrouwe politieagent, geeft het ongeluk direct toe, maar Eva blijft hardnekkig zwijgen. Uiteindelijk komt het tot een schooltribunaal, waar Eva door haar vriend verraden wordt. Ze wordt van school gestuurd. Haar nieuwe school is nog strenger dan ze gewend was: met militair aandoende appels en het eindeloos zingen van het volkslied.

The Way I Spent the End of the World geeft een mooi en soms licht absurdistisch beeld van het leven in een communistisch dorpje, met al zijn feesten, burenruzies en ontluikende liefdes, terwijl even verderop in de grote stad de revolutie uitbreekt. Ook enkele dorpsbewoners, onder wie Eva, leveren hun meer of minder dappere bijdrage, maar de werkelijke gebeurtenissen spelen zich af op de televisie. Het gevoel van bevrijding is er niet minder om. (Marcel van den Haak)

Traag en drassig
Ten Canoes – Time & Tide
Rolf de Heer • Australië, 2006

Ten Canoes is een door Yolngu-aboriginals gespeelde film van Rolf de Heer. De Yolngu’s emigreerden in de jaren zeventig van hun land naar het Arafura moeras in het noordoosten van Australië, Arnhem Land. In Ten Canoes, gesproken in eigen taal, komt onder regie van de Heer en Peter Djigirr hun verdwenen cultuur weer tot leven.

~

Terwijl de vrouwen in het kamp achterblijven trekken de mannen naar het bos om van boombast kano’s te bouwen en het moeras in te trekken op jacht naar ganzen en eieren. Onderweg maken ze schuine grappen, vertellen verhalen en dragen zo hun tradities, wetten en rituelen over op de jongere generatie. Voor Dayindi (Jamie Gulpilil) is dit de eerste jacht. Op weg hoort zijn oudste broer Minygululu (Peter Minygululu) dat Dayindi de wetten van de stam tart. Minygululu besluit de jongen een verhaal over liefde, overspel, oorlog en wraak uit oude tijden te vertellen. De parallelle vertelling bedoeld als wijze les, moet de begeerte van Dayindi voor de 3e vrouw van Minygululu temmen.

De nagespeelde mythe is gedraaid in kleur en de beelden van jacht zijn in zwart-wit. Een onorthodoxe, vervreemdende keuze, gemaakt om de Thomson Time te markeren. De ganzenjacht per kano is een reconstructie, aan de hand van oude foto’s uit het archief van antropoloog Donald Thomson, de eerste blanke die bij de Yolngu’s verbleef. Vrijwel iedereen in Ten Canoes is familie van iemand die is vastgelegd in deze historische collectie, die wordt beschouwd als een cultureel erfgoed. Alleen daarom al is Ten Canoes bijzonder: het visuele vervolg op Thomsons werk met middelen uit onze tijd. Een eerbetoon aan de voorouders die als jagers/verzamelaars hun cultuur in stand hielden. (Antoinette van Oort)

25 januari

Fantasierijke ode aan zwijgende cinema
La Antena – VPRO Tiger Awards Competition
Esteban Sapir • Argentinië, 2007

La Antena is de openingsfilm van het IFFR 2007 en de tweede film van regisseur Esteban Sapir. De film dingt mee naar de jaarlijkse Tiger Award en is gemaakt met financiële ondersteuning van het Hubert Bals Fonds. Ondersteuning die in de toekomst dreigt weg te vallen, omdat armlastige filmmakers vaak niet kunnen voldoen aan de bureaucratische eisen die de Nederlandse overheid als geldschieter stelt. Maar La Antena is “in de eerste plaats natuurlijk een hele mooie film”, aldus IFFR-directeur Sandra den Hamer.

~

Mooi is La Antena zeker. Een lust voor het oog zelfs voor liefhebbers van de zwijgende cinema, in het bijzonder het Duitse expressionisme van F.W. Murnau en Fritz Lang. De expressionistische stijl van beeldcompositie, belichting en perspectief, van surrealisme en symbolisme, vertelt niet alleen een verhaal. Bovenal werd een typerende sfeer gecreëerd en die herleeft in La Antena.

Tegenover Langs Metropolis (1927) staat Esteban Sapirs ‘Stad zonder Stem’, La Ciudad sin Voz. Hier heerst Mr. TV, die alle inwoners hun stem heeft ontnomen. Het symbool van zijn dominantie, een spiraal in de vorm van een doorgeschoten apestaartje, is alomtegenwoordig: op verpakkingen van voedsel, in het straatbeeld en natuurlijk op tv. Voor de megalomane Mr. TV is het nog niet genoeg. Hij wil de inwoners van de stad hun ziel ontnemen door ze te hypnotiseren met het geluid van de enige nog overgebleven stem, zangeres La Voz. Een dappere tv-reparateur komt achter deze snode plannen en zet alles in het werk om ze te verijdelen.

Sapir blaast nieuw leven in oude cinematografische technieken, en voegt er het nodige aan toe. Zo maakt hij gebruik van een ander zwijgend medium – de strip – om woord in beeld te verwerken. Hij projecteert beeld in beeld en speelt effectief met licht en schaduw. Af en toe een surrealistisch element, hier en daar meer of minder duidelijke symboliek (de ratachtige handlanger van Mr. TV, de reparateur) en alles geschoten in sfeervol sepia: het beeld is niet alleen onze bladspiegel, maar wordt ten volle benut.

Fantasierijke allegorie

~

La Antena – de titel verwijst naar een in onbruik geraakte zendmast – spreekt de taal van toen om iets te zeggen over nu. Mr. TV is natuurlijk de personificatie van monopolisering en zelfs totalitarisme (getuige een swastika tegen het einde van de film). De inwoners van La Ciudad lijken er geen probleem mee te hebben dat Mr. TV woord en beeld in zijn macht heeft, zo ver zijn ze al heen. Er spreekt een verlangen naar de wereld van weleer uit, waarin een abstract gevaar als totalitarisme nog min of meer begrijpelijk was, iets waar je je tegen kunt verzetten. Tegelijkertijd stelt Sapir consumentisme en smaakvervlakking aan de kaak, waarvoor de argeloze mensheid als brandstof dient in een voortdenderende productie- en consumptiecyclus van massavermaak.

Geef je ogen goed de kost, lijkt Sapir te willen zeggen met zijn fantasierijke allegorie op de maatschappij van toen en nu. Dat geldt echter vooral voor de beeldschone cinematografie. La Antena is een duister sprookje met een lichte boodschap, maar bovenal een ode aan de zwijgende cinema. (Marjanne de Haan)