Muziek / DVD

Een hemelse Christus muzikaal ontleed

recensie: Dieterich Buxtehude: Membra Jesu Nostri. Solisten, Schola Cantorum Basiliensis o.l.v. René Jacobs

In Lübeck is het een muzikaal feestjaar: gedurende heel 2007 wordt daar de driehonderdste sterfdag van Dietrich Buxtehude herdacht. Ton Koopman viel de eer te beurt het Buxtehude-jaar in Lübeck te mogen inluiden. Passend bij het gedenkjaar heeft Harmonia Mundi een DVD uitgebracht met een opname van Buxtehudes Membra Jesu Nostri.

Dieterich Buxtehude
Dieterich Buxtehude

Buxtehude werd in 1637 vermoedelijk in Oldesloe (Sleeswijk-Holstein) geboren. Als zoon van een organist kreeg hij muziek met de paplepel ingegoten en legde daarmee de basis voor een succesvol leven en werken als musicus en componist. Hij was van 1657 to 1658 in Helsingborg en van 1660 to 1668 in de Duitse gemeente van Helsingør als organist werkzaam. In 1668 volgde hij zijn schoonvader, Franz Tunder, in de Marienkirche in de Hanzestad Lübeck op. Buxtehude genoot tijdens zijn leven al grote roem, zoals onder meer blijkt uit een lofdicht uit 1685.

Lange wandeling

Zoals bekend verleidde deze reputatie ook Johann Sebastian Bach ertoe om in 1705 een voettocht van ruim driehonderd kilometer af te leggen, om de grote meester te leren kennen. Van Buxtehudes orgelspel en composities was Bach zeer onder de indruk – hij nam zelfs les bij Buxtehude – maar van zijn dochter echter allerminst. En de voorwaarde om Buxtehude als organist en cantor van de Marienkirche te mogen opvolgen was dat zijn dochter door de aanstaande opvolger gehuwd diende te worden. In zijn twijfels daaromtrent stond Bach overigens niet alleen: zowel Telemann als Händel zagen vanwege deze package deal liever van een aanstelling in Lübeck af.

Avondmuziek

Buxtehude componeerde een omvangrijk oeuvre. Hij is bij menigeen vooral vanwege zijn orgelwerken bekend, maar het vocale werk neemt een veel ruimere plaats in. Dit is mede te danken aan de traditie van de cantate, die sinds de lutherse reformatie een belangrijke plaats in de kerkelijke liturgie innam. Daarnaast componeerde Buxtehude uit vrije wil voor de door hemzelf opgezette Abendmusiken (speciale kerkconcerten in de adventstijd) onder andere instrumentale werken, kerkliederen, psalmbewerkingen en cantate-achtige composities. Het waren vooral deze Abendmusiken die hem tot een internationaal gevierd componist maakten.

Hoewel het merendeel van Buxtehudes werken in de loop der tijden verloren is geraakt, is een deel van zijn composities via de bevriende Zweedse hofkapelmeester Gustav Düben bewaard gebleven in de universiteitsbibliotheek van Uppsala. In die collectie bevindt zich ook het van Buxtehude zelf afkomstige originele handschrift van Membra Jesu Nostri. Buxtehude componeerde dit werk in 1680 en droeg het aan zijn vriend Gustav Düben op. Vermoedelijk schreef hij het werk in opdracht van het Zweedse hof.

Ledematen

Membra Jesu Nostri bestaat uit zeven cantates, die het lijden van Christus verbeelden. Kenmerkend voor Buxtehude is dat hij zich niet letterlijk aan een bijbeltekst houdt. Voor Membra Jesu Nostri greep hij op een tekst terug, die van oorsprong aan Bernard van Clairvaux (ca 1090 – 1153) werd toegedicht. Het is echter vrij zeker dat deze tekst, een cyclus van 7 latijnse passie-gedichten met de titel Salve Mundi salutar (“wees gegroet, heil der wereld”), door de Belgische abt Arnolf van Leuven (1200 – 1250) geschreven is. Deze tekst, ook bekend als rhytmica oratio, vereert op een meditatieve wijze de ledematen van de gekruisigde Christus: de voeten (“Ad pedes”), knieën (“Ad genua”), handen (“Ad manus”), zijde (“Ad latus”), borst (“Ad pectus”), hart (“Ad cor”) en gezicht (“Ad faciem”). Deze tekst was in de zeventiende eeuw zowel bij katholieken als lutheranen wijd verbreid en zeer geliefd.

Bijzonder?

René Jacobs
René Jacobs

Wat maakt Membra Jesu Nostri zo bijzonder? Dat is goed te horen en te zien op deze DVD. Onder leiding van René Jacobs werd in 2005 in de sobere maar zeer imposante absis van een romaanse abdijkerk in Payerne (Zwitserland) het werk opnieuw voor Harmonia Mundi opgenomen. Reeds in 1990 had Jacobs met het Concerto Vocale voor hetzelfde label deze compositie van Buxtehude opgenomen.

Hoewel de solisten nu als Schola Cantorum Basiliensis worden opgevoerd, is het ensemble op de tweede sopraan na (nu gezongen door Rosa Dominguez) ongewijzigd. Qua uitvoering wijkt de nieuwe versie duidelijk van de opname uit 1990 af. Allereerst valt op dat Jacobs de instrumentale bezetting, die in de eerdere uitvoering tot een minimum was gereduceerd, heeft uitgebreid met 5 viola da gamba’s. Dat komt de opname zeer ten goede; dankzij deze gamba’s ontstaat er een prachtig samenhangende klankkleur, die bovendien ritmisch de uitvoering sterk verlevendigt. Daarnaast heeft Jacobs voor een frivolere interpretatie gekozen. Op een aantal markante punten wordt de melodie, op zichzelf al huiveringwekkend mooi, door passende versieringen tot ongekende schoonheid verheven. De dirigent overdrijft echter niet met deze versieringen en weet uitstekend balans te houden. Hij houdt het tempo daarbij hoog en weet met nieuwe accenten en details de maximale rijkdom van deze compositie aan het licht te brengen.

Samengaan

Het verrassende aan Membra Jesu Nostri is het perfecte samengaan van de strenge protestantse Noordduitse stijl en die van de Italiaanse school, ontroerend mooi is de symbiose van mystieke uitbarstingen en uiterst transparente klanken. Ook in technisch opzicht is de opname uitstekend; het evenwicht tussen instrumenten en solisten is uitgewogen. Tenslotte is het een genot om vooral Maria Kiehr, Andreas Scholl en Gerd Türk te zien zingen. Met name Andreas Scholl lijkt helemaal in het werk op te gaan. René Jacobs is niet prominent aanwezig maar geeft des te duidelijker aan wat hij van de uitvoerenden verwacht: totale overgave aan deze prachtige muziek. De beelden zijn aangenaam rustig en leiden geenszins af.

Als kijker heb je het gevoel alsof je op de eerste rang zit, verbluft over alle details die deze musici ten gehoor brengen. En plotseling begrijp je de vertwijfelig van Bach – een briljante vader en dan zo’n dochter… Voor Bach was het een lange terugreis, voor ons kan het Buxtehude-jaar met deze DVD niet meer stuk.