Film / Films

Dwaze remake

recensie: The Wicker Man (Special edition)

Een politieman krijgt een brief onder ogen waarin hij om hulp gevraagd wordt bij de verdwijning van een jong meisje op een mysterieus eiland, dat bevolkt wordt door een in afzondering levende commune. Hij gaat er in zijn eentje op af, met alle gevolgen van dien… The Wicker Man is een herbewerking van Robin Hardy’s Britse cultfilm uit 1973, en vormt Neil Labutes eerste ontegenzeglijk slechte film.

De plot van Hardy’s film bleef bijna geheel intact, maar Labute (die het scenario zelf herschreef) koos voor drie ingrijpende aanpassingen. Ten eerste is het karakter van politieman Howard Malus (sergeant Howie in het origineel) in deze versie een getergde ziel: hij is eenzaam en mensenschuw, vertwijfeld en geplaagd door hallucinaties door zijn betrokkenheid bij een gruwelijk ongeluk. Ten tweede is hij persoonlijk betrokken bij de verdwijning van het meisje: de jonge vrouw die de brandbrief stuurt is zijn ex, en het verdwenen meisje wellicht (zo blijkt later) zijn dochter. Deze twee toevoegingen maken Malus’ acties net iets beter voorstelbaar: deze smeris is een gekweld mens, niet de karikatuur van degelijkheid die sergeant Howie uit het origineel was.

Werkbijen

~

De derde aanpassing is echter het meest frappant, en zet de film op zijn kop. Een belangrijk element in de oude versie was de morele verontwaardiging van de aartsconservatieve Brit Howie over het heidense volk (“blasphemy!“), maar Labute wist dat dat anno 2005 niet geloofwaardig zou zijn. Hij heeft dit dan ook achterwege gelaten, maar heeft ook van de commune een vrouwenbolwerk gemaakt. De cultus onder leiding van Lord Summerisle (een vrolijke Christopher Lee) van Hardy’s versie is vervangen door een radicaal feministisch gezelschap onder leiding van Sister Summersisle (een bloedserieuze Ellen Burstyn). Hier zwaaien de vrouwen de scepter en zijn de mannen ‘werkbijen’, geneutraliseerde, achterlijke slaven. Dit is een onderdeel van een overkoepelend motief (Summersisle fungeert als koningin; Malus is alergisch voor bijen; de commune produceert honing), maar de regisseur plaatst de film zo ook op slinkse wijze in zijn eigen oeuvre. Labute maakte immers al tenminste drie films en een lange reeks toneelstukken waarin hij de oorlog tussen de sexes met misanthropisch gevoel voor humor ontleedde.

In tegenstelling tot zijn andere werk is deze film echter geen moment serieus te nemen: Labute lijkt zijn remake als één grote grap opgevat te hebben. De film heeft alle kenmerken van een thriller, maar voldoet op geen enkele manier aan de verwachtingen daarbij. Hoewel er genoeg suspensescènes zijn, lijken ze plichtmatig en ontbreekt enige geloofwaardige spanning. De genderstrijd verhoogt het camp-gehalte van de film alleen maar: de climax, waarin de in het nauw en tot waanzin gedreven agent hulpeloos “you bitches!” schreeuwt, is onmogelijk niet als kolder op te vatten. Nicolas Cages vertolking werkt daar ook aan mee: hij speelt Malus met een combinatie van pathos en onnozele hulpeloosheid. The Wicker Man is dan ook nog gemakkelijker als inktzwarte komedie op te vatten dan het origineel.

Wreed

~

Dat de wrede ontknoping van het origineel intact is gebleven en zelfs aangedikt is, getuigt hoe dan ook van een behoorlijke hoeveelheid lef van de regisseur. Labutes director’s cut toont aan dat hij nog verder wilde gaan: het wrede einde is in deze versie meer gedetailleerd, expliciet en sadistisch dan de slordig gecensureerde bioscoopversie. Daarin werd trouwens een verlichtend coda toegevoegd, dat geheel op de wijze van moderne mainstreamhorror nog eens een vette knipoog richting het publiek geeft. Zelfs de mildere versie bewijst echter dat Labute geen concessies aan publieksverwachtingen wilde doen. Hij wilde waarschijnlijk bewijzen dat hij zelfs het grote publiek van een dure Hollywoodfilm in de luren durfde te leggen door trouw aan zijn cynische visie te blijven. Jammer dat het The Wicker Man van alle potentie ontdoet, en er een dwaas schouwspel van maakt.

Deze luxe versie van de dvd bevat toepasselijk genoeg zowel de bioscoopversie als de director’s cut – net als de recente special edition van het origineel. Maar vreemd genoeg is alleen de director’s cut in de juiste beelverhouding te zien, en helaas ontbreekt Labutes ongetwijfeld verhelderende audiocommentaar, dat wel op de Amerikaanse versie staat. De overige extra’s zijn waardeloos, wat deze uitgave erg zwak maakt.