Film / Achtergrond
special: In memoriam

Robert Altman (1925-2006)

Op 20 november overleed de Amerikaanse filmregisseur Robert Altman. Hij is 81 jaar geworden en heeft in zijn leven een reputatie opgebouwd als een eigenzinnige en innovatieve cineast die in de jaren zeventig de lieveling werd van filmcritici. Altman was enerzijds te onafhankelijk voor het Amerikaanse studiosysteem, maar zijn films zijn op een unieke wijze getekend door een fascinatie voor het moderne Amerika.

Het toeval wou dat deze recensent een paar dagen voor Altmans dood de kans had om zijn film 3 Women (1977) te zien. De film schiep hoge verwachtingen, omdat veel critici 3 Women zagen als Altmans versie van Bergmans Persona verplaatst naar het plastic Californië van eind jaren zeventig. In de film speelt Altman met identiteitsveranderingen van drie vrouwen die voortkomen uit hun reacties op hun omgeving, maar de film is niet geheel geslaagd en illustreert een interessant probleem ten opzichte van Altmans boodschap en methode.

<i>3 Women</i>
3 Women

In de film is er een botsing tussen Altmans wens om een artistieke en experimentele film te maken tegenover een techniek die in zijn banale doorzichtigheid niet opvalt, maar daaronder Altmans grote talent verbergt. Vaak lijken grote thema’s als vervreemding en cultureel ongenoegen tijdloos en belangrijk, maar het is door het gebruik van verrassende en eigenzinnige technieken dat die grote thema’s tastbaar en vitaal worden gemaakt voor een publiek. De pretentieuze trekjes van 3 Women kunnen makkelijk worden gezien als een karikatuur, maar de film behoudt zijn dubbelzinnige kracht door Altmans oog voor een intense banaliteit die voort lijkt te komen uit een verzadigd Amerika.

Improvisatorische chroniqueur

Altman begon als acteur en scriptschrijver om vervolgens als regisseur werkzaam te zijn voor de televisie. Hij regisseerde afleveringen van Alfred Hitchcock Presents en Bonanza. De speelfilm MASH (1970) was zijn eerste grote succes en de film is nog steeds een pakkende en actuele anarchistische satire op Amerikaanse houdingen tegenover oorlog.

<i>The Long Goodbye</i>
The Long Goodbye

Na het succes van MASH verraste Altman met films die in gelijke mate focusten op individuele personages en grote groepen. Altman toonde zich in beide situaties een voortreffelijk acteursregisseur die spelers lang liet improviseren om zo met naturalistische resultaten te komen. Daarnaast was Altman een filmmaker die op een unieke wijze verslag heeft gedaan van de culturele conditie van Amerika in een turbulente periode van haar geschiedenis. Zijn visie viel in de jaren zeventig samen met een generatie die een drastische verandering van perspectief nastreefde. Zijn films liepen zo parallel aan de opkomst van de tegencultuur, maar Altmans eigen toevoeging aan die tijdgeest bleek een mate van pessimisme en wrange humor te zijn die nog steeds inslaat bij de eigentijdse toeschouwer.

Twee van zijn bekendste films uit de jaren zeventig zijn The Long Goodbye (1973) en Nashville (1975). Beide films lijken op sociale tableaus die een Amerika blootleggen na de roes van de jaren zestig. The Long Goodbye was Altmans versie van Raymond Chandlers klassieke detectiveroman verplaatst naar het Californië van de jaren zeventig. Altmans versie is visueel de tegenpool van wat men verwacht van een film noir, maar onder de oppervlakte is de film net zo pessimistisch. Elliot Goulds vertolking van privé-detective Philipe Marlowe is subliem in zijn bescheidenheid. Dwalend door een modern Los Angeles is Gould getuige van een nieuw en leeg tijdperk, waar leeg hedonisme het gat lijkt te vullen van zingeving.

Interessante missers

Altman was niet immuun voor pretentieuze gokjes. Zo experimenteerde hij met het sciencefictiongenre gecombineerd met een Europese arthouse-stijl in Quintet (1979). Hij maakte ook de film Secret Honor (1984), waarin acteur Phillip Baker Hall in een monoloog Nixon portretteert op de rand van de politieke afgrond. Daarnaast verbaasde Altman vriend en vijand met zijn filmbewerking van tekenfilmheld Popeye (1980).

<i>Nashville</i>
Nashville

Na een artistiek en commercieel dal in de jaren tachtig kwam Altman in de jaren negentig terug met The Player (1992). Deze film is een postmoderne farce met Hollywood als onderwerp. De film lijkt kritisch ten opzichte van het nieuwe studiosysteem, maar de film is zelfgenoegzaam in zijn gebruik van veel gastrollen van bekende acteurs die in veel gevallen zichzelf spelen.

Short Cuts (1993) was een verbetering op The Player en lijkt achteraf gezien het grote voorbeeld geweest te zijn van films die een verscheidenheid van losse personages koppelt aan de grillen van een losse narratieve structuur. Daarnaast was Altmans uitbeelding van Los Angeles in Short Cuts passend voor een anonieme stad in de schaduw van de filmindustrie, terwijl het tegelijk ook een juiste afspiegeling was van Raymond Carvers oorspronkelijke korte verhalen. Een regisseur als Paul Thomas Anderson lijkt na een analyse van Short Cuts in het verlengde te liggen van Altman. Een film als Magnolia toont Andersons fascinatie voor de stad Los Angeles gekoppeld aan een verscheidenheid van personages.

Altmans laatste films wisselden tussen interessante projecten (Kansas City (1996) was een persoonlijk project geïnspireerd op zijn geboortestad en zijn liefde voor jazz; Gosford Park (2001) was een uitstapje naar Brits kostuumdrama) en artistieke flops (de ongeordende chaos van Prêt-à-Porter (1994)). Zijn laatste film was A Prairie Home Companion (2006), die in februari in Nederland verschijnt.

Robert Altman
Robert Altman

Het is te hopen dat er met Altmans dood een hernieuwde interesse ontstaat in de Amerikaanse cinema van de jaren zeventig en zijn essentiële rol daarin. Een klassieker als Nashville is nog relatief onbekend en daarnaast zijn films als Images (1972) en McCabe & Mrs. Miller (1971) vrijwel vergeten. Ze bieden weer stof tot nadenken voor nieuwe generaties toeschouwers en filmmakers.