Boeken / Fictie

Hoe het geweest zou kunnen zijn

recensie: Michael Chabon (vert. Gerda Baardman en Christien Jonkheer) - De Jiddische politiebond

Michael Chabons eerste inspiratie voor deze roman was Say it in Yiddish, het treurigste boekje dat hij naar eigen zeggen bezit; immers, voor welke reis naar welk land zou het nuttig kunnen zijn? Dat zette Chabon aan het denken, waarop hij een wereld creëerde die zich na de Tweede Wereldoorlog nét even anders heeft ontwikkeld dan zoals wij die nu kennen.

De Jiddische politiebond is een ‘wat als’-roman, een verhaal dat zich afspeelt in een wereld zoals die er wellicht uit had gezien als de dingen na de Tweede Wereldoorlog net even anders waren verlopen. In Chabons wereld vestigen de Joden zich na de WO II in de fictieve Amerikaans-Joodse staat Alaska, die door de Amerikanen gedurende 60 jaar in bruikleen aan de Joden werd gegeven. Nu, na die 60 jaar komt dit recht te vervallen, en deze ‘reversie’ brengt veel onrust en onzekerheid mee voor de inmiddels vijf miljoen Joden die in de enclave genesteld zijn. Er zijn maar weinig mensen die al op de ‘lijst’ staan om huis en haard te mogen behouden en velen weten dan ook niet wat de toekomst zal brengen.

In deze situatie treffen we inspecteur Meyer Landsman en diens collega Berko Sjemets aan, net nadat er een moord heeft plaatsgevonden in het hotel Zamenhof, waar Landsman toevallig ook een kamer heeft. Een heroïnejunk is door het hoofd geschoten en het naast het lijk gevonden schaakspel levert Landsman al snel de eerste aanknopingspunten in het onderzoek op. Dit vormt het uitgangspunt van de literaire whodunnit die Michael Chabon in De Jiddische politiebond ten tonele voert.

Een visie op de wereld

Het simpele detectiveverhaal van De Jiddische politiebond neemt al snel vreemde proporties aan: de mystieke aspecten van de moord op de junk Emanuel Lasker brengen de lezer naar een heel andere werkelijkheid. Een gevolg van het alternatieve verloop van de geschiedenis, zoals Chabon dat schetst, is dat de toekomst van het Joodse volk op het spel staat.

De donkere sfeer en groezelige omstandigheden van dit genre boeken wordt door hem prachtig verwoord. Een simpele trip door een desolaat landschap wordt dan een bijzonder mooie leeservaring:

Regen die met vandalistische vuistenvol tegen de voorruit werd gesmeten. Door het dorpje Jims, een rij stalen daken aan een zee-inham, huizen als de laatste tien blikjes bonen in een winkelschap voordat de orkaan toeslaat. Honden, jongetjes en basketbalringen, een oude truck met open laadbak, helemaal overwoekerd met onkruid en stekelige takken lepetjesheide, een hersenschim, een truck van bladeren […]. Zeven kilometer verder was de weg nog maar een smal paadje door de modder. Dick worstelde vloekend met de versnellingspook terwijl zijn grote GMC over de golven modder en zand surfte. De rem en het gaspedaal waren aan zijn lengte aangepast en hij sprong ermee om zoals Horowitz door een storm Liszt navigeert. Telkens als ze weer een gat raakten werd een essentieel onderdeel van Landsman verpletterd onder een neersmakkend brok Sjemets.

Superhelden

~

Op 19 en 20 september was Chabon in ons land ter promotie van zijn nieuwe roman, en menig Jiddisch minnend Nederlander was in respectievelijk Amsterdam en Den Haag toegestroomd om de meester in levende lijve te ontmoeten. De beminnelijke Chabon met zijn jongensachtige oogopslag en warrige haardos bleek verbaal even onderhoudend als in zijn boeken. Op vlotte toon maakte hij de toehoorders bekend met zijn achtergrond: Chabon is opgegroeid met avonturenromans, sciencefiction en superhelden; hij verslond deze spannende boeken en hun invloed is tot op de dag van vandaag sterk merkbaar in zijn werk.

Tijdens Chabons boekpresentatie in Amsterdam gaf hij aan dat het opdelen van boeken in categorieën – met aan de ene zijde de westerns, horror, sciencefiction, fantasy en liefdesromans en aan de andere de literaire werken – volgens hem een onzinnige scheiding is. In al deze genres vind je meer en minder geslaagde boeken en zelfs taalkundige kunstwerkjes. Dat Chabon, naast een liefde voor detectiveverhalen uit de oude duistere jaren vijftig, ook een vaardigheid als literair schrijver bezit, is dan voor liefhebbers van beide zijden mooi meegenomen.

Warrig

Naast het feit dat het boek een literair verantwoord mythisch detectiveverhaal is, doet De Jiddische politiebond ook zijn titel veel eer aan. Het boek is niet voor niets geïnspireerd op een taalgids. Het krioelt er van de Jiddische woorden en uitspraken. Meer of minder bekende termen als ‘jehoede’, ‘sjabbes’, ‘forsjpiel’, ‘sjolem’ en ‘gannef’ worden om de haverklap door de tekst geweven. Termen die behoorlijk storend kunnen werken als je niet vertrouwd bent met het Jiddisch, zeker omdat sommige van die woorden door Chabon zijn verzonnen als slang voor de Joodse gangsters in het verhaal.

Maar als je het vele Jiddisch niet erg vindt én je kunt genieten van een bizarre whodunnit, dan zit je bij Michael Chabon gebakken. Zijn heerlijke ingetogen, humoristische taalgebruik is een lust voor de lezer en zal hem of haar menig uurtje verblijden op de weg door een wereld waarin wij hadden kunnen leven als het vroeger allemaal net even anders was gelopen.