Film / Achtergrond
special: Deel 4

AFFF 2008

.

De prijzen zijn uitgereikt, de bezoekers naar huis, de films terug naar hun eigenaren: het 24e Amsterdam Fantastic Film Festival is weer voorbij. In dit laatste deel aandacht voor de prijswinnaars, en recensies van een ontaard spektakel waarin de maan vernietigd moet worden, een vermakelijke hommage aan de postapocalyptische film uit de jaren tachtig, en een melige zoektoch naar lichaamsdelen. De organisatie (dit jaar voor het eerst zonder nestor Jan Doense, maar in veilige handen van Phil van Tongeren) valt te prijzen dat het ze weer gelukt is een gast van wereldformaat te strikken. Met Tim Burton hadden ze tevens een publiciteitsmagneet van de eerste orde, en dat zal de toestroom naar Tuschinski Arthouse geen kwaad hebben gedaan.

King of the Hill
King of the Hill

Maar het was wel wennen in wéér een nieuwe locatie. Over de stoelen, beenruimte, projectie en geluid absoluut geen klagen. Maar het is bekend dat de Pathébioscopen filmfabrieken zijn waar gezellig nakletsen niet tot de opties behoort. De organisatie had z’n best gedaan (de trailerlounge was een goede vondst), maar het was rond de in- en uitloop vaak een gedrang van jewelste – waarbij toiletbezoek een bijna militaire operatie werd. Ook werd de permanente beschikbaarheid van één grote zaal (zoals vroeger Cinerama 1 of City 1) node gemist, zodat de openingsfilm – tot chagrijn van vaste bezoekers – in principe alleen voor genodigden beschikbaar was. Bovendien moest afsluitingsfilm Doomsday daardoor in drie zalen tegelijkertijd draaien, zodat Phil van Tongeren de bekendmaking van de prijswinnaars driemaal moest doen.

Wirwar aan prijzen

Wat direct opvalt dit jaar is de Spaanse hegemonie bij de wirwar aan prijzen die het festival te vergeven heeft. Want de juryprijs, de Black Tulip Award, werd toegekend aan Timecrimes (Los Cronocrímenes) van Nacho Vigalondo, de Zilveren Méliès voor de beste Europese fantastische film was voor regisseur Gonzalo López-Gallego met zijn King of the Hill (El Rey de la Montaña). De Silver Scream Award, de publieksprijs, ging naar [REC], dat hiermee hopelijk ook een betere release heeft verdiend (de film is nu slechts in één kopie in roulatie gegaan). De nominatie voor beste Europese korte fantastische film tenslotte ging naar de Nederlandse productie De Overkant van de heel Nederlands klinkende Iván López Núñez.

Introductie | Deel 1 | Deel 2 | Deel 3 | Deel 4

Inhoud:
Adios Querida Luna |
Doomsday |
Dororo

Bizarre plotwendingen
Adios Querida Luna
Fernando Spiner • Argentinië 2004

~

De aarde, ergens in de nabije toekomst. Argentijnse wetenschappers zijn van mening dat de klimaatproblemen op aarde worden veroorzaakt door de maan. Tijd dus om deze te vernietigen. Drie Argentijnse astronauten worden er in een ruimteschip op uit gestuurd om de maan op te blazen. Het schip ervaart echter technische problemen en al snel beginnen er vreemde dingen te gebeuren.

Ook hier is er weer sprake van een veelbelovend klinkende introductie die niet aan de verwachtingen voldoet. Wat in deze setting een spannende en sfeervolle film had kunnen worden, is in plaats daarvan een bizarre opeenvolging van de ene belachelijke plotwending na de andere geworden. Tot een zeker punt zijn deze onder het mom van het surrealistische sfeertje nog wel te accepteren, zoals wanneer de bemanning van het ruimteschip zich door de invloed van de maan verliest in waanbeelden en herinneringen, maar tegen het einde breekt toch echt het moment van afhaken aan. De introductie van een vierde personage is de laatste druppel die de film doet ontaarden in een spektakel dat elke vorm van logica en waarde voor het verhaal mist. Adios Querida Luna is een typisch geval van leuk geprobeerd, maar simpelweg te ver doorgetrokken. (Anouk Werensteijn)
Terug naar boven

Lekkere liefdesverklaring
Doomsday
Neil Marshall • Groot-Brittanië, 2008

~

Heel flauw, maar vooruit: regisseur Neil Marshall doet geen moeite om origineel te zijn dus waarom zouden wij dat wel doen. Dus, in navolging van elke andere recensie van deze film: Doomsday is een mix van Escape from New York en Mad Max. Zo. Einde recensie. Maar dat is misschien iets te kort door de bocht.

In Doomsday breekt (dit jaar!) het zogenaamde Reaper Virus uit in Schotland. Er is geen kuur en dus nemen de autoriteiten een extreme maatregel om verdere verspreiding te voorkomen: ze bouwen een enorme muur op de Schots-Engels grens en sluiten daarmee het hele land af van de buitenwereld. Vijfentwintig jaar later duikt het virus plotseling weer in Londen op. Gedacht werd dat de bevolking in Schotland allang uitgestorven was, maar niets blijkt minder waar. En daardoor is een middel tegen het virus wellicht voorhanden. Er is een team gestuurd om hiernaar op zoek te gaan, maar eenmaal ter plekke blijken er tribale bendes met modieuze hanenkammen de dienst uit te maken.

Voor eenieder wiens cinefiele liefde ergens in de jaren tachtig is begonnen, zullen Escape from New York en Mad Max waarschijnlijk nog altijd een warm plekje in hun hart hebben. Voor hen zal deze liefdesverklaring van Neil Marshall aan die klassieke en invloedrijke postapocalyptische films een heerlijk feest der herkenning zijn – en ze krijgen er nog een sloot verwijzingen naar andere films op de koop toe. Toegegeven: aan de filmcanon voegt Doomsday (vanaf 24 april in de bioscoop) helemaal niks origineels toe, maar dat is ook wel het laatste wat de film pretendeert. Wat we wel krijgen is 105 minuten lol en enerverende actie – en is dat niet genoeg? (Marcel Westhoff)
Terug naar boven

Net zoals de Powerrangers
Dororo
Akihiko Shiota • Japan, 2007

~

Als je vader in ruil voor wereldheerschappij je lichaam als een soort outlet verkoopt aan 48 demonen, is dat behoorlijk balen. Als je dan ook nog te vondeling wordt gelegd omdat je geboren wordt als een afzichtelijke baby, is dat dubbel balen. Het overkomt de jonge krijger Hyakkimaru, die van zijn adoptievader een aantal lichaamsdelen krijgt aangemeten, en twee zwaarden aan de stompen van zijn armen. Wanneer de goede man sterft vertelt hij Hyakkimaru waar hij zijn lichaamsdelen terug kan vinden, en dus bindt hij de strijd aan met de 48 demonen.

Wat klinkt als een veelbelovende film met een bizar en origineel gegeven, blijkt vooral een reeks meligheid en slechte special effects te zijn. De film heeft het meeste weg van een aflevering van The Mighty Morphin’ Powerrangers, door de verschrikkelijke wanstaltige rubberen monsters en de karikaturale personages. De film schommelt tussen typisch Japans drama en een lowbudget kinderserie, maar weet toch op momenten een glimlach op het gezicht te toveren. Daartegenover staat echter dat de film veel te lang duurt (139 minuten!). Al met al lijkt het of de makers bij wijze van experiment willen kijken hoeveel onzin je als publiek bereid bent te slikken, wat gek genoeg op bepaalde momenten een best geinige film oplevert. (Anouk Werensteijn)
Terug naar boven