Muziek / Album

Gewoon alles achterlaten en een punkbandje beginnen

recensie: The Dresden Dolls - No, Virginia

.

Vaak moet je oppassen met ‘nieuwe’ albums die bestaan uit demo’s, b-kantjes en nooit eerder uitgebracht materiaal. Het zijn meestal inferieure producten van bands waar het creatief even niet zo goed mee gaat, maar die zich toch gedwongen voelen om een extra album aan de catalogus toe te voegen. The Dresden Dolls komen met No, Virginia ook met oud materiaal op de proppen. Maar kwantiteit gaat hier samen met kwaliteit: de cd telt ruim achtenveertig minuten muziek in elf nummers, waarvan een flink aantal nooit eerder uitgebracht.

Het lijkt alsof The Dresden Dolls al een eeuwigheid bestaan, zo vanzelfsprekend hebben de fans en de media het tweetal uit Boston in de muziekwereld opgenomen. Sinds 2000 maken zangeres/toetseniste Amanda Palmer en drummer Brian Viglione hun zelfverklaarde Brechtian Punk Cabaret. Die toevoeging ‘Brechtiaans’ is een beetje curieus: Bertold Brecht maakte afstandelijk en maatschappijkritisch theater, gericht op het doorbreken van illusies. The Dresden Dolls houden die het liefst in stand. Ze zijn meer een burleske freakshow, met eigenzinnige verkleedpartijtjes en een energieke en uitbundige podiumact.

Continu op tour

Eigenlijk hebben The Dresden Dolls sinds hun oprichting nog maar één volwaardig album uitgebracht. Hun eerste plaat A is for Accident was een veredelde demo en het nieuwe No, Virginia is een collectie van oude nummers uit de eerste vijf jaar van de band. De band was de afgelopen twee jaar vrijwel continu op tour, samen met o.a. Nine Inch Nails, Cyndi Lauper en Panic! At the Disco (een merkwaardige doch treffende opsomming van uiteenlopende stijlen die je ook terughoort in de muziek van The Dresden Dolls). Volgens frontvrouw Amanda Palmer zijn ze in januari dit jaar direct vanuit de tourbus de studio ingerold, om het nieuwe album er in vijf dagen uit te knallen. Inclusief mix. Die drive hoor je zeker terug, net zoals het plezier van het samenspelen. Als luisteraar wordt je trefzeker langs bizarre wendingen en stemmingswisselingen gedirigeerd.

Bastaardkindertjes
No, Virginia bevat één b-kantje, een cover, een demotrack genaamd ‘Mouse and the Model’, vier niet eerder gereleasde opnames van Yes, Virginia en vier nieuwe opnames van oude nummers die nooit op band gezet zijn. Of zoals Amanda het zegt: ‘All the favorite bastard children of our work through the years‘. De nummers zijn meer pop dan rock, met een vleugje new wave. Niet lichtgewicht: er is altijd een extra duistere ondertoon, hoe springerig en hysterisch sommige nummers ook mogen klinken. Met de cover ‘Pretty in Pink’ verbeteren ze zowaar de originele versie van de Psychedelic Furs. Een grappige 80’s keuze, al had ik nog liever livefavoriet ‘War Pigs’ van Black Sabbath op plaat willen zien.

Geen porseleinen poppetjes
Amanda Palmer is verantwoordelijk voor alle muziek. Ze is geen wereldzangeres, wel een veelzijdige en moedige frontvrouw. Ze schreeuwt, jankt, fleemt en treitert. Zo’n beetje het tegenovergestelde van Tori Amos, de spirituele pingelprinses. Amanda mishandelt bijna haar piano, ze beukt er in haar jarretels op los maar ontlokt er ook subtiele en dromerige melodietjes aan. The Dresden Dolls zijn echter geen porseleinen poppetjes, maar provocateurs, circusartiesten. Hun muziek sluit perfect aan bij de ontsnappingsfantasieën die iedereen wel eens heeft: gewoon alles achterlaten en in Berlijn een rebelse punkband te beginnen, bijvoorbeeld. No, Virginia is een aanstekelijke aanvulling op hun bestaande muzikale repertoire. Nu snel échte nieuwe nummers graag.