8WEEKLY

Villa Nuts sluit niemand uit

Artikel:

.

In de expositieruimte van Villa Nuts op het Westeinde in Den Haag is iedere twee maanden een nieuwe tentoonstelling te zien. Voor wie dat te afstandelijk is, wordt er ook nog om de acht weken een avond in het Nutshuis georganiseerd waar verschillende kunstdisciplines aan bod komen. Performances, fotografie, beeldende kunst, film of muziek; Villa Nuts legt zich niet toe op maar één uitingsvorm of één communicatievorm.

Geen galerie, geen museum, geen barrière

Hoogdrempelige galeries en musea zijn er al genoeg, Villa Nuts heeft de ambitie een voor kunstenaars toegankelijk platform te zijn, waarbinnen de kunstenaar verantwoordelijk is voor de vormgeving en de inhoud van de eigen presentatie. Jeroen en Remco benadrukken zich niet te willen profileren als kunstkenners en al zeker niet als curatoren. Want wie bepaalt wat goede kunst is? Experts maken meer dan eens een foutje in hun inschattingen, daar zijn de oprichters van Villa Nuts het wel over eens. “Een kunstenaar diende bij de Royal Academy in Londen – een zwaar gewaardeerd kunstinstituut – eens een werk in voor een prijsvraag. Het was een hoofd op een houten statief. Op een of andere manier raakten het hoofd en het statief los van elkaar, want ze werden als twee aparte kunstwerken aan de commissie gepresenteerd. De Royal Academy koos het houten blok (het statief) uiteindelijk als het winnende kunstwerk.”

Foto: S. Foederer
Foto: S. Foederer

Als je als instelling geen selectie maakt, laat je het publiek dus beslissen wat goede kunst is. Dit is een bewuste keuze van de twee jonge oprichters van Villa Nuts. “Goed of slecht; het is allemaal heel subjectief, wij willen jonge mensen een duwtje in de rug geven.” De experts zullen uiteindelijk wel beslissen of ze worden opgenomen in het ‘serieuze’ circuit. Maar voordat kunstenaars die kans überhaupt krijgen, moeten ze wel zichtbaar zijn. Het is goed wanneer er ook instellingen zijn, die kunstenaars die als not done beschouwd worden een kans geven. Musea en de beursfähige galeries hebben nogal eens de neiging hun hengel allen in dezelfde vijver met ‘goedgekeurde’ vissen uit te gooien. Een beetje variatie is meer dan welkom.

Bijbeunen in de horeca

Jeroen werkte al jaren als bedrijfsleider horeca bij onder andere het Filmhuis Den Haag en Remco maakte furore als DJ en organiseerde feesten als Club Geluk. Waarom trekken een succesvolle DJ en een goedverdienende bedrijfsleider zich het lot van de startende kunstenaar zo aan? “Veel kunstenaars werken in de horeca om hun rekeningen te betalen, vandaar dat ik binnen mijn vriendenkring veel kunstenaars heb”, vertelt Jeroen. En bij Remco, die zich jarenlang in dezelfde scene begaf, was dat niet anders. Eind 2004 dronken de vrienden weer eens samen een biertje en ontstond al pratend het idee voor een platform. Niet alleen kenden ze veel kunstenaars die door hun drukke horecabestaan nauwelijks meer aan creëren toekwamen, ze wisten ook dat het Haagse Nutshuis een culturele en maatschappelijke functie zou krijgen.

Foto: Minerva Scavo
Foto: Minerva Scavo

Het Nutsspaarbankgebouw was tot 2002 in gebruik als bankgebouw. Toen de Fortisbank in dat jaar naar een nieuwe locatie verhuisde, besloot Fonds 1818 het pand ingrijpend te renoveren. Het Fonds 1818 had niet alleen voor ogen er zijn eigen intrek in te nemen, maar ook om er andere stichtingen of verenigingen te vestigen. “We hebben Fonds 1818 een beknopt plan voor Villa Nuts gestuurd en daar stonden ze er eigenlijk direct achter. Dankzij Paul Cornelissen van het Fonds; hij geloofde er echt in en heeft zich er sterk voor gemaakt.” September 2005 werd de eerste Villa Nuts avond in het Nutshuis georganiseerd. Het feit dat ook de Gemeente Den Haag en het Prins Bernhard Cultuurfonds de geldkraan in de tussentijd ook een beetje hebben opengedraaid, is een erkenning voor wat Villa Nuts doet, vindt Remco.

Ontdekkingen

“Het is volkomen onbaatzuchtig. Van de subsidies krijgen we een vast salarisje, waar we niet mee rond komen. We moeten er dingen naast doen.” Maar deze inzet blijft niet onbeloond. Het gaat goed met de Villa-Nuts kunstenaars. Afgelopen voorjaar draaide in de tot filmzaal omgebouwde kluis de film the Order Electrus
van Floris Kaayk.

Iedereen was ontzettend enthousiast over zijn werk. Een natuurfilmpje, met David Attenburough-achtige stem, technisch zat het goed in elkaar. Hij was daarnaast ook nog eens communicatief, kon goed uitleggen waar hij mee bezig was; als je die twee elementen hebt dan zit je gebakken”, verklaren Jeroen en Remco. Een paar maanden na zijn presentatie bij Villa Nuts heeft deze nog niet eens afgestudeerde student Animatiefilm aan de Akademie voor Kunst en Vormgeving St. Joost in Breda een award gewonnen op het SICAF, het Seoul International Cartoon & Animation Festival. Onlangs nog kwam Kaayk als winnaar uit de bus van de Kunstbeeld ArtOlive award. “Dat zijn leuke dingen.”

Foto: B. Jongeneelen
Foto: B. Jongeneelen

Je zou denken dat bij een ‘open’ concept als Villa Nuts er ook wel eens wat ruis tussen zit. Maar dat blijkt wel mee te vallen. Er was een keer een kunstenaar – “zijn naam zal ik niet noemen, dat vind ik ook zo flauw” – wiens werk door veel bezoekers en andere deelnemende kunstenaars niet erg serieus werd genomen, maar hij was wel heel erg stipt en serieus, dus er viel goed mee te werken. “Er zitten geen echte flaters bij”, benadrukt Remco, “je gaat als kunstenaar toch met de billen bloot, dan wil je er ook wat van maken.” En dat is natuurlijk zo: Villa Nuts geeft een flyer uit, ze houden een site bij en op een Villa-Nuts avond komen zo’n vierhonderd mensen per keer. Zeker als starter wil je jezelf bewijzen en dan is dit natuurlijk een mooie kans, waarom zou je die verpesten? Wanneer je terugkijkt op het eerste jaar Villa Nuts, zie je er dus ook eigenlijk geen daadwerkelijke uitglijders tussen. Alle Nutsavonden hadden een professioneel karakter, door de met zorg uitgevoerde presentaties en performances.

Villa Nuts wil in de toekomst met enkele regelmaat workshops voor kunstenaars organiseren van artiesten die al wat langer in het vak zitten, zodat starters en andere geïnteresseerden daar wat van op kunnen steken. Onlangs vertelde Eboman over het verloop van zijn carrière, maar gedacht wordt ook aan mensen als Marlies Dekkers. “Den Haag is de basis”, is de mening van Jeroen en Remco, “maar ook kunstenaars uit Rotterdam, Breda en Amsterdam weten ons nu al te vinden.” In de toekomst willen we ons steeds meer ook internationaal gaan oriënteren.” Hoe meer bereik, hoe meer ze natuurlijk voor ‘hun’ kunstenaars kunnen doen.

Tot en met 29 november is in het pand op het Westeinde in een titelloze tentoonstelling te zien dat Evert Rodewijk zich steeds meer een kunstschilder voelt, dat Minerva Scavo fashion met fetish combineert, dat Michelle Beugeling haar eigen belevingswereld weergeeft en dat je met Yvo van der Vat ‘To the Loo’ kan gaan.