Boeken / Fictie

De waarheid als klaagzang

recensie: Hülya Cigdem

‘Ik wou dat ik kon zeggen dat alles in dit boek fictie is en dat het geweldig is om een importbruid te zijn. Maar dat zou een leugen zijn en daar heb ik geen zin meer in. Het is tijd voor openbaring.’ Met deze woorden besluit Hülya Cigdem haar roman De Importbruid, een indringend, persoonlijk relaas over de naïeve Turkse Rüya die als vijftienjarig bruidje naar Nederland wordt gehaald. Het verhaal van Rüya is tevens het verhaal van de schrijfster zelf. Ook zij kwam op haar vijftiende naar Nederland als importbruid, maar heeft zich inmiddels weten op te werken tot journaliste en met dit boek ook tot schrijfster.

Het leven van een importbruid is allesbehalve benijdenswaardig. Het staat vooral in het teken van gehoorzamen. Gehoorzamen aan je man, aan Allah, maar bovenal aan de schoonmoeder. Haar wil is wet. Rüya wil echter geen genoegen nemen met het leven dat voor haar is uitgestippeld. Ze wil meer, ze wil studeren en een eigen leven leiden, maar een uitweg uit haar situatie is nauwelijks denkbaar. Al als dertienjarige, wanneer ze nog in Turkije woont, hoopt ze zich te kunnen ontworstelen aan haar tirannieke moeder door zich te verloven met de in Nederland geboren Kaan.

Na twee jaar verloofd te zijn, vertrekt ze naar Nederland om te trouwen. Haar nieuwe leven in Nederland blijkt evenmin rooskleurig. Ze is volkomen afhankelijk anderen. Met haar man heeft ze het niet slecht getroffen, maar ook hij heeft niets in te brengen tegenover zijn ouders. De enige kans die haar gegeven wordt is onderbetaald werk in een naaiatelier. Uiteindelijk krijgt ze na lang strijden toestemming om Nederlands te leren. Wanneer ze de taal steeds beter begrijpt en in contact komt met Nederlanders en westerse denkbeelden, is haar leven als importbruid steeds minder draaglijk.

Stiekem lezen

Dat Cigdem heeft durven vertellen over het leven van een importbruid getuigt van lef. Ze is niet bang om de vuile was buiten te hangen en dat verdient respect. Ze schuwt niet om tradities die geworteld zijn in het behouden van de familie-eer te bekritiseren. Dat Cigdem met het schrijven van dit boek een deur open heeft gezet naar meer openheid zal haar dan ook niet in dank worden afgenomen. Ook de open manier waarover ze over seks schrijft, zal niet bij iedereen in goede aarde vallen. De persoonlijke wijze waarop ze haar leven weergeeft, inclusief de seksscènes, is bijna op het pijnlijke af. Alsof je stiekem iemands dagboek leest.

Ware woensdagavondfilm

Ook verdient het respect dat ze de Nederlandse taal, op een paar spelfouten na, zo vloeiend hanteert alsof ze nooit iets anders heeft gedaan. Literair gezien schort er echter nogal wat aan de roman. Af en toe overheerst een kinderlijke toon. Daarnaast barst het boek bijna uit zijn voegen van alle emoties. Dat maakt het indringend, maar tegelijk lijkt het daardoor ook wel erg veel op een waargebeurde woensdagavondfilm. Alles wat Cidgem heeft beschreven zal ontgetwijfeld de waarheid zijn, en de waarheid moet gezegd worden, maar haar verhaal is nu vooral een klaagzaag over alles wat er mis is.

Alles in het leven van Rüya is vervuld van haat; ze voelt zelfs nauwelijks liefde voor haar dochtertje. Iedereen krijgt ervan langs, niemand is hoe hij zou moeten zijn. Dit alles maakt het bijna onmogelijk om sympathie voor haar te voelen, terwijl dat toch van de lezer verwacht wordt. En we zouden dat ook graag willen, want een leven zoals van Rüya, als dat van een importbruid, wens je niemand toe.