Boeken / Fictie

Stille schreeuw

recensie: Laurent Graff (vert. Han Meyer) - De Schreeuw

De mensheid wordt geplaagd door een geluid met dodelijke frequentie. Een tolbeambte is een van de weinigen die immuun zijn voor het geluid. Als hij in een verlaten auto het gestolen schilderij De Schreeuw van Edvard Munch vindt, neemt hij het mee op verkenningstocht langs de verlaten snelweg, in De Schreeuw van Laurent Graff.

Laurent Graff (1968) wordt beschouwd als de nieuwste ontdekking van de Franse literatuur. In 2001 won hij met zijn debuut Gelukkige dagen de Prix Millepages en er is zelfs sprake van een verfilming, geproduceerd door acteur Johnny Depp. Naast Gelukkige dagen en De Schreeuw schreef hij ook De man die op reis ging.

Dodelijk geluid

Zo op het oog lijkt De Schreeuw niets bijzonders, maar wie het eenmaal gelezen heeft, weet dat hij een kleine, mysterieuze en unieke wereld in handen heeft, die gedragen wordt door woorden. Dat is namelijk wat Graff in zijn boek doet: hij schept een wereld die volslagen uniek is, maar zich wel binnen de grenzen van ons eigen realisme bevindt.

Het eerste wat opvalt aan die wereld, is dat de hoofdpersoon geen naam heeft. Hij is gewoon de tolbeambte, een van velen in deze snelle maatschappij, die genoegen heeft genomen met een simpel leven en een simpele baan. Hij collecteert tol van iedereen die langs zijn hokje komt en daardoor spelen heel veel mensen een rol in zijn leven. Af en toe maakt hij contact met iemand, en die contacten lopen bijna altijd uit op eigenzinnige dialogen en situaties die geheel passen in Graffs wereld.

Een mooi voorbeeld is de vrouw Enora, die de tolbeambte tegenkomt tijdens zijn reis langs de verlaten snelweg. Zij staat op een viaduct boven de snelweg, klaar om zelfmoord te plegen. Hij bekijkt haar. Het eerste wat zij tegen de tolbeambte zegt is: ‘Er is overal plaats genoeg, waarom kampeert u uitgerekend hier, onder mijn neus?’ Graff zet daarmee perfect de toon voor een onalledaagse band tussen de twee personen, die elkaar tot dan nooit ontmoet hebben en elkaar op een heel onwaarschijnlijke manier voor het eerst zien.

De tolbeambte gaat op reis zodra de wereldbewoners uitgestorven lijken te zijn door een vreemd, dodelijk geluid. Hij maakt die reis niet helemaal alleen; zijn gezelschap bestaat uit het schilderij De Schreeuw, dat gestolen is uit een museum en dat de tolbeambte op zijn beurt van de dieven gestolen heeft. Aan zijn metgezel vertelt hij alles en hij laat verschillende filosofieën op hem los. Over de wereld, maar ook over waarom hij schreeuwt, en of hij misschien iets te maken heeft met het vreemde geluid dat de mensheid terroriseert. Of hij het aan heeft zien komen en zijn oren al ver voor het begon heeft afgeschermd.

Observant

De Schreeuw vertelt het zeldzame verhaal van een zonderlinge observant. Iemand die meer dingen ziet, omdat hij meer tijd en ruimte heeft om te kijken. Zijn wereld bestaat vooral uit leegte en stilte, behalve dan dat vreselijke geluid waar hij immuun voor is, maar waardoor de wereld gevallen is. De tolbeambte vertelt je zijn visie op zijn wereld, en tegelijkertijd ook zijn visie op die van ons. Hij doet dat op een rustige, eerlijke manier, waarvoor je alleen maar bewondering kunt hebben. Op zijn manier is de tolbeambte bijzonder aandoenlijk. En dat komt voornamelijk door Graffs voortreffelijke manier van vertellen.

Graff schrijft zijn verhaal op een bijna overpeizende, afvragende manier. Daar doorheen verweeft hij humor en subtiele kritiek op onze samenleving in de vorm van een aanvaardbare filosofie, uiteengezet door een hoofdpersoon die de lezer alleen maar aardig kan vinden. Ja, De Schreeuw mag dan een stille, beheerste schreeuw zijn, het is wel een schreeuw die er ís.