Boeken / Achtergrond
special: Crossing Border terugblik: Boer, Buenting, Broekhuysen en Welagen

Vier jonge schrijvers en hun deadline

Tijdens het Crossing Border Festival kregen vier jonge schrijvers de opdracht verslag te doen van gebeurtenissen op het festival en in festivalplaats Den Haag. Bianca Boer, Hannah Buenting, Laura Broekhuysen en Robbert Welagen moesten journalistieke snelheid combineren met hun eigen literaire stem. Dat ging de een beter af dan de ander.

‘Kunst en het dagelijks leven – ze kunnen elkaar vervloeken, verrijken en inspireren,’ vat de site van Crossing Border de kerngedachte van het project Den Haag Verhalen samen. De vier jonge schrijvers zwierven rond op het festival, bezochten scholen en minder voor de hand liggende locaties, zoals een begraafplaats. Zij legden hun belevenissen vast in columns die tijdens het festival dagelijks op de site werden geplaatst. Daarnaast werd het viertal iedere avond live geïnterviewd en droegen zij voor uit eigen werk.

Bianca Boer

Bianca Boer

Kramp

Bianca Boer publiceerde dit jaar haar eerste verhalenbundel, Troost en de geur van koffie. Het leverde haar een nominatie voor de Selexyz Debuutprijs op. De verhalenbundel, waarin het leven van een aantal dorpsbewoners centraal staat, laat zien dat Boer een duidelijk herkenbare schrijfstijl heeft. Die stijl zien we helaas niet terug in de columns voor Den Haag Verhalen. Haar bijdragen aan het project moeten het vooral hebben van de inhoud, minder van de vorm. Ze schrijft enthousiast en maakt, getuige de inhoud, voldoende mee om er puntige columns over te maken, maar ze overstijgt haar onderwerpen niet. Het lijkt erop dat de strakke, dagelijkse deadline Bianca Boer parten speelde. Iets wat ze zelf al vreesde, en waar ze vrolijk de spot mee dreef in haar eerste, van tevoren geschreven column. En inderdaad, in díe column zien we wel de frisse, eigen stijl van haar debuutbundel:

Echt, het zou me veel zorgen schelen. Ik zou volkomen op mijn gemak in de Haagse Schouwburg rond kunnen lopen, een drankje in mijn rechter hand en een vage glimlach om mijn mondhoeken. Iedereen zou dat onmiddellijk herkennen als de lach van een zelfbewuste jonge schrijfster. Niemand zou me aanzien voor garderobejuffrouw (terwijl de garderobe bij uitstek een plek is om je te verstoppen als je kramp in je kaken krijgt van dat mondaine geglimlach, en je bovendien in garderobes de leukste gesprekken kunt hebben).

Hannah Buenting

Hannah Buenting

Beroemdheid

Hannah Buenting had van tevoren gezegd dat ze opzag tegen de dagelijkse deadlines. Uiteindelijk heeft dat haar geen problemen gekost. Buenting, ex-Spunkschrijfster, schreef in 2004 Hieper. Vlak voor het festival verscheen Honderd woorden voor grijs. Buentings columns voor Den Haag Verhalen zijn leuk, maar beklijven niet. Hoewel een column geen eeuwigheidswaarde hoeft te hebben, wil je na het lezen toch iets meekrijgen, een pointe, iets om over na te denken. Dat krijg je bij Buenting niet, maar ze vermaakt je wel, bijvoorbeeld met de beschrijving van een onhandige lunch bij de ambassadeur van Israël:

Etgar Keret, zo werd ons verteld, is een beroemdheid in Israël. Hoe herken je een beroemdheid? Er was geen pers, de beroemdheid in kwestie torende niet boven de rest uit, hij viel niet eens op. We stonden. Overal waren banken, ze lonkten, maar we bleven staan drentelen tussen de suitedeuren, terwijl de ambassadeur vertelde over de geschiedenis van het Haagse pand. Met de ambassadeur van Israël praat je niet over politieke kwesties, leerde ik. Niet tijdens een informele lunch. Dat viel dan weer mee.

Laura Broekhuysen

Laura Broekhuysen

Territorium

Beklijven en overtuigen doen de columns van Laura Broekhuysen en Robbert Welagen wél. Broekhuysen schreef in 2002 de jeugdroman Zand erover en maakte dit jaar haar literaire debuut met Twee linkerlaarzen. Robbert Welagen debuteerde in 2006 met Lipari, wat hem de Selexyz Debuutprijs opleverde. Dit jaar volgde zijn tweede roman, Philippes middagen. Broekhuysen en Welagen hebben niets met populaire stijlen. Twee linkerlaarzen is een intrigerende mix van proza en poëzie, waarin het plot ondergeschikt lijkt aan de sterk associatieve en door klank gestuurde schrijfstijl. Philippes middagen durft verstild en subtiel te zijn in een tijd waarin veel debutanten zo hard mogelijk schreeuwen en mediagenieke boekjes produceren.

Broekhuysen en Welagen hebben vijf dagen lang columns geschreven waarin de eigen stijl feilloos en overtuigend naar voren komt. Zo wordt de openingsfilm van het festival, ook beschreven door de andere columnisten, alleen door Broekhuysen gevangen in originele beeldspraak:

Diary of a Times Square Thief laat zich niet vangen en worgen in webbenkoppen. Het is een larf die zich vastzuigt op zo’n spinnenrug en hem langzaam uitslurpt, alle poten één voor één zodat de spin de volgende morgen is vergeten hoe dat moest, dat webbetje van’m. Verward scharrelt hij rond met z’n zijde, tot hij dood de puinhoop uitvalt. Hoest hem op en spuug hem weg! Hoera!

Robbert Welagen

Robbert Welagen

Buitenstaander

Robbert Welagen, komt naar eigen zeggen niet vaak ‘onder de mensen’. Ook in zijn columns behoudt hij onmiskenbaar de intrigerende blik van de buitenstaander. Het sterkst komt dit naar voren wanneer hij een originele brug slaat tussen de wereld van de straat en de wereld van het festival, daarbij en passant een maatschappelijk probleem aanstippend:

In de tram zitten pubers achter me ‘Jihad’ en ‘Bombardeer Amerika’ te roepen. Ik weet niet waarom ze dat doen. Voor ze uitstappen op de Grote Markt spugen ze op de grond. Waarom mensen dat doen weet ik ook niet. Misschien om dezelfde reden dat honden tegen bomen plassen: om een territorium af te bakenen.     
Gisteravond zat ik nog aangenaam in een stoel naar Van Dyke Parks te kijken. (En ’s middags zag ik hem in de lobby, met een hoed op.) Zijn territorium staat vast. Daarom spuugde hij niet. Dat hoefde niet. Hij had een schouwburg, om precies te zijn, het podium met een orkest. Mensen betaalden om hem te zien. Niemand betaalt om deze spugende jongens te zien. Daarom spugen ze des te harder.
Afkeer is gratis, voor ontroering moet je betalen.

De jonge schrijvers van dit project hadden al bewezen dat ze kunnen schrijven. Maar met Den Haag Verhalen hebben met name Laura Broekhuysen en Robbert Welagen bewezen hun eigen stijl tot in de puntjes in de vingers te hebben. Oók onder grote tijdsdruk.