Theater / Achtergrond
special: Een gesprek met Cees Debets

Nieuwe directeur Theater aan ’t Spui

.

~

In cultureel Den Haag kun je niet om Cees Debets heen. Van 1990-2000 was Debets manager van theatergezelschap Stella Den Haag, waarna hij overstapte naar de dagelijkse leiding van het Crossing Border Festival. Mooie, intensieve jaren, waarin hij vooral genoot van optredens waar lange, gezamenlijke voorbereiding aan vooraf ging, van de uiteenlopende projecten die hij initieerde en de doorbraak van jonge auteurs als Dimitri Verhulst en Arnon Grunberg. Debets stond ook aan de wieg van het muziekfestival The Music In my Head en had bemoeienis met Het Voorwoord. Ooit was hij zelf actief als acteur, ‘maar ik vond mijzelf niet goed genoeg.’

Prachtkans

Theater aan het Spui ligt aan het culturele hart van Den Haag, het Spuiplein. Het is een middelgroot vlakke-vloertheater met twee zalen en ligt tussen het Filmhuis Den Haag en de Nieuwe Kerk, waar ook veel culturele voorstellingen plaatsvinden. Kijk je vanuit het theater naar de overkant, dan zie je het stadhuis, de Dr. Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater. Als de plannen van de gemeente doorgaan, gaat het hele plein echter op de schop. De Philipszaal en het Lucent worden gesloopt om plaats te maken voor een Internationaal Dans- en Muziekcentrum, waarin ook het Koninklijk Conservatorium wordt geïntegreerd. Debets ziet kansen: ‘De herinrichting is een prachtkans voor cultureel Den Haag. Architectonisch kan het plein een internationale uitstraling krijgen, een plein waar je je prettig voelt, geborgen. Bovendien is dit hét moment voor de culturele instellingen aan het plein om intensief samen te werken. Stel je eens voor wat het betekent,’ vervolgt hij enthousiast, ‘als het conservatorium zijn intrekt neemt in het nieuwe gebouw. ’s Morgens vroeg lopen jonge musici over het plein, willen er een kopje koffie drinken, een broodje eten. Het trekt ongetwijfeld nieuwe horecagelegenheden en winkels en zorgt voor meer levendigheid.’ In die toekomstvisie mag één groep wat Debets betreft niet ontbreken: de skaters die al jaren op het plein hun kunsten vertonen. ‘Laten we hen niet vergeten in onze ambitieuze ontwikkelingen. Het is ook hún plein.’

Theater aan het Spui is al vijftien jaar werkplaats van Theater aan het Spui producties. ‘Dat voorziet in een grote behoefte,’ benadrukt Debets, ‘er zijn veel mensen die zo’n plek nodig hebben om iets te creëren, zónder dat zij deel willen uit maken van een gezelschap. Maar ondertussen is de subsidie voor de periode 2009-2012 stopgezet. Ik vind dat ronduit rampzalig. Aan mij de schone taak om besluitvormers te laten inzien dat het een verkeerde beslissing is. Hetzelfde geldt voor het jeugdtheater, ook dat is wegbezuinigd bij het Theater aan het Spui. Echt zonde, want juist op jonge leeftijd moet je al in contact kunnen komen met toneel.’

Zalenboer

~

Debets praat graag in het meervoud: liever ‘wat wij bereikt hebben’ dan ‘wat ik bereikt heb’. Geen toeval: ‘Samenwerken is heel belangrijk voor mij. Ik ben echt een company man. Kort na mijn aanstelling bij het theater ben ik aan een aantal medewerkers voorgesteld. Ik heb benadrukt dat ik zeer uitkijk naar de samenwerking met hen.’ Samenwerken zal Debets niet alleen met zijn theaterteam. Ook met het Filmhuis wordt regelmatig projectmatig samengewerkt. Leendert de Jong, verantwoordelijk voor de programmering van het Filmhuis, hoopt dat de samenwerking spannender wordt, uitdagender. Het moet wat hem betreft verder gaan dan het vertonen van verfilmingen van toneelstukken die in het theater staan geprogrammeerd. Debets knikt: ‘Samenwerking met het Filmhuis is zó logisch maar het kan frequenter, zichtbaarder in ieder geval. Ik zal mij er zeker in verdiepen.’ Lachend: ‘Dus als ik naar de film ga, ben ik aan het werk!’

Ook Ton van de Langkruis, directeur van het literaire festival Winternachten, dat jaarlijks in Theater aan het Spui plaatsvindt, popelt om met Debets te brainstormen. ‘Debets ken ik als een theaterman én goed ondernemer, iemand met een goede kijk op literaire evenementen.’ Van de Langkruis heeft al gezamenlijk toekomstplannen in zijn hoofd maar we moeten nog even geduld hebben: éérst gaat hij met Debets om tafel. Debets: ‘Mooi dat hij zoveel ideeën heeft. Ik hoop de samenwerking te optimaliseren. Het eerste half jaar zal ik vooral ‘heel grote oren hebben’, goed luisteren naar iedereen. Bovendien moet ik mij ook niet overál inhoudelijk mee willen bemoeien. Uiteindelijk ben ik ook een ‘zalenboer’ die volle zalen moet krijgen.’

Fascinerend

Wanneer gaan we Debets stempel in de programmering terug zien? ‘Het programma voor 2009-2010 is al dichtgetimmerd dus voorlopig zul je het vooral incidenteel terugzien. Aan de andere kant ken ik mijzelf, ik wil alles zo snel mogelijk. Daarom rem ik mijzelf bewust af.’ Wat de Debets-touch wordt in de programmering, blijft dus nog verborgen. Om toch iets van zijn toneelsmaak te weten te komen, de vraag welke toneelopvoering grote indruk achterliet. ‘Een moeilijke vraag! Ik ga al vanaf mijn vijftiende intensief naar het toneel, wat verschrikkelijk moeilijk om uit al die voorstellingen een keuze te maken. Ik hou het op Elektra door het Publiekstheater (een van de voorlopers van Toneelgroep Amsterdam). Anne Wil Blankers maakte diepe indruk, spelend in een eenvoudig, gescheurd jurkje en met haar haren in een ´rattenkop´ geknipt. Een heel aardse, kale voorstelling met pure emotie. Werkelijk fenomenaal.’ Debets wil ook Nacht, de moeder van de dag (van Lars Norén), met een jonge Pierre Bokma niet ongenoemd laten, en Hofscènes van Gerrit Komrij, geregisseerd door een nog jonge Gerardjan Rijnders. Wat mij destijds naar het toneel trok? Toch iets van herkenning, een hang hebben naar het spelen zelf. Ik vind het nog altijd fascinerend.’