Boeken / Fictie

Het vertrouwde recept, met de bekende Loe-gica

recensie: Erlend Loe - Muleum (vert. Femmigje Andersen Sijtsma)

Overal in Europa vallen – voornamelijk jonge – lezers als een blok voor Erlend Loe. De combinatie van filosofische bespiegelingen en onderkoelde humor is onweerstaanbaar. Een benaming als ‘cultschrijver’ is voor een figuur als Loe een understatement. Totaal onbegrijpelijk kortom, waarom Loe er in Nederland maar niet in slaagt de marge te ontstijgen.

‘We storten neer. Houden van je. Doe wat je wilt. Pappa.’ Met dit sms’je begint Loe’s vijfde roman Muleum. De vader, moeder en oudere broer van Julie storten met een klein vliegtuigje neer, ergens in Centraal–Afrika. Julie blijft alleen achter. Het is december 2005 en Julie begint met het bijhouden van een dagboek. Een jaar lang volgt de lezer Julie in een leven waarin zij volkomen alleen is. Behalve haar vriendin Constance en de klussende Pool Krysztof is er niemand die zich om haar bekommert. Ja, psycho–Geir, de bebaarde psycholoog met wie Julie zich verplicht twee keer per week onderhoudt. Maar verder niemand.

Julie wordt depressief, suïcidaal zelfs, waarschijnlijk is ze de meest pragmatische suïcidale persoon aller tijden. Ze probeert zelfmoord te plegen tijdens de jaarlijkse toneelopvoering op het gymnasium en wanneer dit op slapstickachtige wijze mislukt, besluit ze te vertrekken. Met de erfenis van haar ouders reist ze als een razende de wereld over, in de hoop dat één van de vliegtuigen waarin ze zit, neer zal storten. Maar ook dat lukt niet.

Ondertussen begint Julie aan een roman over een meisje dat Solfrid heet en door de duivel bezeten is, logeert ze in Londen drie dagen bij een maatschappelijk werkster die ze op het vliegveld ontmoet en vertrekt ze naar Zuid–Korea om haar favoriete shorttracker te spreken te krijgen. Uiteindelijk eindigt ze op Gran Canaria, waar ze Constance en psycho–Geir weer tegen het lijft loopt. Toch zijn haar zelfmoordplannen nog altijd ongeschonden.

Naïef. Super. Julie.
De verhalen van Erlend Loe voltrekken zich volgens een strak schema: jonge hoofdpersoon lijdt normaal leven, iets ingrijpends gebeurt en de ogenschijnlijk normale hoofdpersoon raakt in een joekel van een crisis. In Tang was het de komst van een vrouw die het leven van de hoofdpersoon overhoop gooide, in Doppler een val met een mountainbike. En in Naïef. Super. moet de hoofdpersoon met behulp van een rode bal uit het dal klimmen na het verlies van een partijtje croquet.

Met Naïef. Super. is ook meteen de grote internationale doorbraak van Loe genoemd. Het boek kreeg prijs op prijs en werd in Nederland zelfs voor minder dan drie euro in een pocketversie op de markt gebracht. Ter kennismaking met de auteur, moet de uitgever gedacht hebben. Gelijk hadden ze: als je iets van Loe gelezen hebt, wil je alles van hem lezen.

Een boek van Loe stelt nooit teleur. You get what you want. Elk boek is een opeenvolging van absurditeiten, geschreven in een kale stijl waarin geen woord teveel staat, met in de hoofdrol een enigszins getroebleerde figuur die zich er met een geheel eigen logica doorslaat. Zijn hoofdpersonen zijn vanzelfsprekend onbegrijpelijk.

Muleum is zeker niet Loe’s beste werk, maar de Loe–verslaafde komt geheel aan zijn trekken. Als je eenmaal van zijn Loe-gica geproefd hebt, wil je altijd meer.