Boeken / Fictie

Angst als grootste drijfveer in een bloedige oorlog

recensie: Gabriel Chevallier - Heldenangst (vert. Prescilla van Zoest)

Heldenangst, geschreven door de Franse schrijver Gabriel Chevalier (1895–1969), beschrijft de schrikwekkende oorlogservaringen van de negentienjarige Fransman Jean Dartmont. Wanneer in de zomer van 1914 de oorlog uitbreekt tussen Duitsland en Frankrijk, meldt de onervaren student Jean zich aan bij het leger. Sceptisch over roem en heldendaden vertrekt hij richting het front waar tot zijn schrik maar één emotie overheerst: angst.

Opgezweept door de euforische oorlogsstemming die weerklinkt door de straten van Frankrijk besluit de jonge Jean zich aan te sluiten bij het Franse leger. Tot dan toe leidt hij een beschermd leven waarin hij zijn geest verrijkt met hoogstaande literatuur en filosofische universiteitscolleges. Ondanks zijn stiekeme weerzin tegen oorlog, heeft hij toch het gevoel dat hij móet vechten om niets van het avontuur te missen. Vol goede moed vertrekt hij richting een van de vele Franse trainingskampen. Daar ontdekt hij dat het Franse leger eigenlijk een willekeurig samengeraapt zooitje is waar voorkeursbehandelingen de boventoon voeren. Wanneer de nietsvermoedende Jean uiteindelijk naar het front vertrekt, slaat hem de schrik om het hart. De strijd in de loopgraven blijkt bloediger en wreder te zijn dan hij ooit kon vermoeden. Jean ontdekt dat slechts één emotie de harten van elke Franse soldaat in een verstikkende wurggreep houdt en dat is pure, radeloze angst.

Afgerukte benen en lege hersenpannen
Heldenangst verscheen voor het eerst in 1930 onder de originele titel La Peur en vertoont sterke autobiografische elementen. Zo kwam Chevalier zelf als negentienjarige jongen terecht bij de infanterie van het Franse leger, daar diende hij in de voorste gevechtslinies. In 1915 raakte hij gewond, maar na zijn genezing keerde hij terug naar het front, waar hij tot het einde van de oorlog verbleef. Wie Heldenangst leest, kan het niet ontgaan dat Chevalier met een eerlijke, open, maar ook bittere ondertoon schrijft over de loopgravenoorlog. Zo zei hij zelf in zijn voorwoord:

Toen ik jong was – toen wij aan het front waren – leerde men ons altijd dat de oorlog stichtelijk, zuiverend en zaligmakend was. We hebben gezien wat die clichés tot gevolg hebben gehad: sjacheraars, smokkelaars, zwarte markt, verklikkers, verraders, fusillades, martelingen; verder hongersnood, tuberculose, tyfus, terreur, sadisme. En ja, toegegeven, heldhaftigheid. Maar de kleine, uitzonderlijke gevallen van heldhaftigheid staan in geen enkele verhouding tot de omvang van het kwaad.

Chevaliers afkeer van oorlog en alles wat hiermee te maken heeft, laat hij duidelijk terugkomen in zijn boek. Zonder scrupules beschrijft hij tot in het levendigste detail de verwondingen die Jeans medesoldaten oplopen in de strijd. Van afgerukte benen tot leeggelopen hersenpannen, hij laat geen kans onbenut om de gruwelijkheden van de oorlog met stekende precisie uiteen te zetten. Met behulp van deze schrikwekkende verwondingen legt Chevalier de kwetsbaarste kant van de soldaat bloot, namelijk zijn angst om dood te gaan. Jean weet zich te ontworstelen aan deze angst. Hij ontdekt dat wanneer je accepteert te zullen gaan sterven, je boven jezelf uit kunt stijgen en tot meer in staat bent dan je ooit had gedacht.

Humor en historische context
Naast bitterheid legt Chevalier ook een onverwacht soort humor aan de dag die een verfrissende uitwerking heeft op de zware oorlogssituaties waarmee Jean te maken krijgt. Zo omschrijft Chevalier op komische wijze hoe een Franse soldaat per ongeluk door een medekameraad wordt verwond en hier nog blij om is ook! Een nadeel van zijn schrijfstijl is wel dat hij af en toe te veel vervalt in gedetailleerde beschrijvingen waardoor de vaart uit het boek wordt gehaald. Vooral halverwege het boek, wanneer Jean met een granaatverwonding in het ziekenhuis ligt, is het even doorbijten voor de lezer. Hier verzinkt Jean in een trage, gezapige mijmering over het leven, filosofie en de verpleegsters in het ziekenhuis. Wat meer tempo had hier zeker niet misstaan.

Tot slot een klein detail dat toch zeker niet onopgemerkt mag blijven. Op het omslag van Heldenangst prijkt namelijk een foto van jeugdige Duitse jongens uit de Hitlerjugend, opvallend, aangezien het verhaal zich tijdens de Eerste Wereldoorlog afspeelt. 

Al met al is Heldenangst een eerlijk, nuchter en niets verhullend boek over de mens achter de loopgravenoorlog. Zeker een aanrader voor de lezer met een sterke maag en een voorliefde voor militaire geschiedenis doorspikkeld met een vleugje psychologie.