Boeken / Fictie

Uncle Sharma mag trots zijn op zijn beroemde neef

recensie: Ernest van der Kwast - Mama Tandoori

Ernest van der Kwast is een ongrijpbare figuur. Ooit stuurde hij een verhaal naar de door hemzelf opgerichte en nog onbekende schrijfwedstrijd Write Now. Zijn pseudoniem was Yusuf el Halal. Van der Kwasts verhaal won en niet veel later bracht Yusuf el Halal – achter wiens naam een heus schrijverscollectief schuil bleek te gaan – zijn boek Man zoekt vrouw om hem gelukkig te maken uit. Het zou niet bij die mystificatie blijven. Met Mama Tandoori laat hij opeens pijnlijk veel van zichzelf zien.

In Mama Tandoori doet Van der Kwast een poging een familiegeschiedenis te schrijven. Zíjn familiegeschiedenis, en dan met name die van zijn moeder.
De moeder van ik-figuur Ernest, Mama Tandoori, leeft volgens de stelregel: ‘gratis is goed’. Voortdurend is zij op zoek naar koopjes: in de buurtsuper, maar ook bij het kopen van een huis en zelfs in haar huwelijk. Ze trouwt met een jonge student Medicijnen aan de Erasmus Universiteit, een Nederlandse jongen, afkomstig uit een familie waarvan de leden een bovenmatige interesse voor de insectenwereld aan de dag leggen. Hij vraagt haar ten huwelijk, maar Mama Tandoori zegt: ‘Nee, nee, nee.’ Ze zegt zo vaak nee dat als voor iedere keer iedereen in India een rijstkorrel zou krijgen, alle inwoners van haar geboorteland te eten zouden hebben. En toch trouwen ze. Reden: vader Van der Kwast barst bij iedere afwijzing in huilen uit.

Oom Herbert en Opa Luxemburg
Daarmee zijn de verhoudingen binnen de familie wel voldoende duidelijk. Moeder is een temperamentvolle (lees: opvliegende en zeer wonderlijke) Indiase mevrouw die de strijd aanbindt met alles wat ze niet begrijpt: met het salaris van haar man, met de ambities van haar zoons, met makelaars, met de ABN-Amro en vooral met haar schoonfamilie. Want meer nog dan welke aanbieding in de supermarkt dan ook, aast Mama Tandoori op de nalatenschap van de dementerende moeder van haar man. De erfenis als ultieme koopje, met de familie – Opa Luxemburg voorop – als gezworen vijanden.

Van der Kwast beschrijft niet alleen de gefictionaliseerde strapatsen van zijn moeder, maar ook die van verschillende familieleden, zoals zijn avontuurlijke Oom Herbert (die de oceaan oversteekt), zijn gehandicapte broer Ashirwad, Uncle Sharma die zijn sporen heeft verdiend als acteur in talloze Bollywood-films en die van Ernest zelf, als veelbelovend student én discuswerper die uiteindelijk toch schrijver wordt.
Al zou er maar een tiende van wat er in Mama Tandoori beschreven wordt werkelijk zo gebeurd zijn, dan is de familie van Ernest van der Kwast een onuitputtelijke bron van verhalen. Daar kun je als schrijver de rest van je leven mee toe. Zo’n moeder alleen al… Doortrapt, welbespraakt, hardvochtig, penny–wise, pound–foolish, exotisch en onmogelijk. Genoeg voor een plank prachtliteratuur.

Geen Rushdie
Het is geen gewone familiegeschiedenis, die in Mama Tandoori wordt beschreven. Dat komt niet alleen door de mallotige en vaak ongelofelijke levenswandel van de familie, maar is vooral te danken aan het komische talent van Van der Kwast. Dat talent is groot, de ene kurkdroge dialoog is nog niet achter de rug of daar is de volgende slapstickscene al weer. Wat moet het doodvermoeiend zijn om in zo’n gezin op te groeien en wat moet het een genot zijn om dat – jaren later en inmiddels zelf vader – op te mogen schrijven. Tenminste, als je, zoals deze schrijver, over zoveel talent beschikt dat alle humor tragisch wordt en alle tragiek geweldig grappig.
Professioneel quootjes-voor-achterflappen-leveraar Herman Koch noemt hem op het boekbandje de Nederlandse Salman Rushdie of Aravind Adiga; waarschijnlijk omdat Van der Kwast net als Adiga in India geboren is en schrijver van beroep. Daar houden de vergelijkingen ook weer op. Da’s ongeveer hetzelfde als Jiskefet vergelijken met ‘Het Journaal’ (allebei Nederlandse televisieprogramma’s) of Het diner met een boekje van Jamie Oliver (gaan allebei over eten). Had Koch gesproken over de humor, de uitstekende stijl en het fijne boek dat Van der Kwast geschreven heeft, dan was hij dichter bij de waarheid geweest. Evenals wanneer hij had gezegd dat het slothoofdstuk van Mama Tandoori misschien een beetje pathetisch is, in vergelijking met de rest van het boek.
Maar dat zet je niet op je boek, zo’n quote. Zeker niet als je net een heel erg goed boek zoals Mama Tandoori geschreven hebt, of het nou autobiografisch is of de zoveelste mystificatie.