Boeken / Fictie

Mateloos waardeloos

recensie: Herman Brusselmans - Trager dan de snelheid

.

Vorig jaar kondigde Herman Brusselmans een schrijfstop aan omdat hij er helemaal doorheen zat. Hij verkaste naar Knokke en was voornemens daar minstens een jaar hélemaal niets doen – net zoals zijn meeste personages vaak maar weinig om handen hebben. Wie hem vorig jaar bij De wereld draait door zag zitten, weet dat hij mentaal en lichamelijk op was. Niet zo gek, want al ongeveer vijftien jaar lang brengt hij standaard twee boeken per jaar uit, met een totale productie van meer dan vijftig boeken (‘Ik vraag me af wat andere schrijvers uitvoeren’). In 2010 zou geen boek van zijn hand verschijnen.

Eindelijk
Welnu, dat is anders gelopen. Al begin dit jaar kreeg de langharige Belg genoeg van het nietsdoen. Amper een jaar na zijn laatste boek ligt er alweer een nieuwe roman in de winkels. ‘Eindelijk! De langverwachte Brusselmans’ roept de sticker op de omslag. In zekere zin klopt dat ‘langverwachte’ wel: de hoofdpersoon bestaat al zesentwintig jaar en is met zijn drie optredens de markantste figuur uit het rijke rariteitenkabinet dat Brusselmans produceerde.

Louis Tinner werd legendarisch als panische bibliothecaris in De man die werk vond (1984) en zette zijn carrière succesvol voort als eigenaar van een boekhandel in Nog drie keer slapen en ik word wakker (1998). En nu? Nu doet Louis niets. Op bladzijde 116 mijmert hij: ‘ongeveer het enige wat ik doe in m’n bestaan is gesprekken voeren met nitwits, tateren over niets van betekenis, m’n oren van mijn kop lullen en uit m’n nek kletsen tot m’n voetzolen beginnen te jeuken.’ Het is zowel een treffende als pijnlijke overpeinzing van Tinner, want tot dan toe is er niets noemenswaardig voorgevallen, behalve dat de nutteloosheid van Tinners bestaan aan het licht wordt gebracht. Hij doet namelijk écht niets anders, behalve wat het citaat al vermeldt. Het vat het boek van A tot Z samen.

Verhaal?
Het volgende is wat voor een verhaal moet doorgaan. Anno 2010 leeft Louis Tinner in het huis van de overleden Hugo Claus. Een waardeloos dichter, zo meent hij. Dat kan hijzelf wel beter, dus hij neemt zich voor dichter te worden. Maar schrijven ho maar; wie blijft lezen tot de gedichten komen, komt van een koude kermis thuis. Daarnaast is hij gelukkig getrouwd met zijn succesvolle vrouw op wier centen hij teert. Tinner stelt zichzelf zonder duidelijke reden echter wel een doel, en dat is om een x aantal keer vreemdgaan. Een plot van gebakken lucht natuurlijk, maar staat Brusselmans daar niet bekend om?

Het probleem is dat Brusselmans, sinds hij de alcohol begin jaren negentig afzwoer, zich heeft toegelegd op het genre humor. Hij liet de zwartgallige, soms haast beklemmende sfeer uit de jaren tachtig in de drankkast staan. Dat leverde niet per se slechtere boeken op, de Guggenheimer-reeks behoort immers tot zijn beste werk. Inhoudelijk echter verzaakte het literaire niveau in rap tempo. In het merendeel van zijn romans beschreef hij een hoop absurde onzin, meestal bestaande uit een reeks toevallige gebeurtenissen, altijd ontsproten aan de rare maar stiekem toch wel verslavende rare klik die Brusselmans in zijn hoofd maakt.

Afbreuk
Maar wat nu als die excentrieke, bij tijd en wijle grappige klik niet meer aanwezig is? Of wat als de schrijver tegen beter weten in blijft schrijven terwijl hij klaarblijkelijk uitgeblust is? Dan krijg je Trager dan de snelheid. Het is een dieptepunt in het oeuvre van Herman Brusselmans, de auteur die we in Nederland graag zien, horen, lezen omdat hij zo gevat is. Van die Brusselmans is op dit moment niets over. Dat hij maar weer lekker moge uitrusten in Knokke en over een jaar, of desnoods twee of drie, met een écht goed boek en memorabele hoofdpersoon op de proppen komt. Want Trager dan de snelheid doet niet alleen afbreuk aan Brusselmans’ oeuvre, maar ook aan zijn meest befaamde boekenreeks.