Boeken / Non-fictie

De taaie ziel van de filosofie

recensie: Peter Sloterdijk (vert. Mark Wildschut) - Filosofische temperamenten

Wie filosofie liever proeft dan in grote happen naar binnen te lepelen, moet beslist Filosofische temperamenten van Peter Sloterdijk lezen. In dit bescheiden, maar levendige boekje schildert de Duitse hoogleraar negentien intrigerende tableaus van wereldberoemde denkers.

Negentien portretjes van evenveel filosofen dus, maar vergis je niet: Sloterdijk doet meer dan alleen wat biografische gegevens bijeen sprokkelen. Wie geen kaas van wijsbegeerte heeft gegeten, begint dus beter elders met zijn ontdekkingstocht (tip: Bertrand Russells Geschiedenis van de westerse filosofie). Want Filosofische temperamenten zal weinig houvast bieden.

Ziel

Het doel van Sloterdijk, die al zijn hele oeuvre vasthoudt aan een aforistische en niet-academische stijl, is om het temperament van de denkers te vatten. Niet de zoveelste anekdote over Nietzsche die een paard omhelsde of Plato die er elitaire standpunten op nahield. Nee, uit hun teksten wil Sloterdijk hun innerlijke conflicten en drijfveren distilleren. De ziel van de filosoof blootleggen die vaak is ondergesneeuwd door de geschiedenis van hun bewogen levensloop.

Dat levert interessante bevindingen op, zeker omdat de hoogleraar het denken van deze mannen waar mogelijk aan elkaar tracht te linken. Maar nogmaals, enige filosofische onderbouw is zeker geen overbodige luxe. Zie hoe hij bijvoorbeeld de eeuwen die Augustinus en Pascal van elkaar scheiden, moeiteloos maar op nogal taaie wijze overbrugt:

Zoals Pascal op een dag met het oog op de onzekerheid van de openbaring op het bestaan van God zal wedden, wedt Augustinus met het oog op de onzekerheid van de uitverkiezing op de onvoorwaardelijke berusting.

Hierin ligt het grote risico van dit boekje. Het wordt voorgesteld als een alternatieve introductie op grote filosofen en ook de letterlijk gepeperde cover presenteert de inhoud als hip en hot. En wat te denken van de term ‘heel toegankelijk’ op de achterflap? Eén woord: marketing. Want Filosofische temperamenten is allerminst een werk om even mee op het toilet te nemen. Integendeel, elke zin is een taaie brok die zorgvuldig gekauwd moet worden. Soms zelfs meer dan een keer.

Vuur aan de schenen

Maar voor liefhebbers van uitdagende filosofie is Filosofische temperamenten wel een aanrader. En af en toe gaat Sloterdijk ook heerlijk lichtvoetig en luchtig te werk, iets wat hem al zijn hele carrière bedenkelijke blikken uit de academische wereld heeft opgeleverd. Zo schrijft hij bijvoorbeeld over Aristoteles:

Met het oog op zijn levenswerk als denker en schrijver dringt zich de gedachte op dat wat vanaf de middeleeuwen universiteit zou heten, in de gedaante van één man lag voorbereid. De hersenen van Aristoteles vormden als het ware de senaat van een universiteit met een groot aantal faculteiten.

Sloterdijk gaat verfrissend te werk en komt met prikkelende ideeën. De beperkte omvang van het boek en het uitgangspunt (negentien denkers, evenveel hoofdstukken) belet hem dingen in de diepte uit te werken, maar dat is ook niet de bedoeling. Filosofische temperamenten zou hét werkinstrument moeten worden van filosofiestudenten die hun lessen pit willen geven en hun professoren het vuur aan de schenen wensen te leggen. Maar leken leggen deze beter op de ‘stapel voor later’.