Film / Achtergrond
special: Deel 6

IFFR 2011

Het zesde van vele delen van ons jaarlijkse verslag van het International Film Festival Rotterdam.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5 | DEEL 6 | DEEL 7 | DEEL 8 | DEEL 9 | DEEL 10

Inhoud: The Last Buffalo Hunt | Unter Dir die Stadt | Hot as Hell: The Deadbeat March | End of Animal | Finisterrae | Parked | Carancho

Het einde van The Great Frontier

The Last Buffalo Hunt – Bright Future
Lee Lynch, Lee Anne Schmitt • VS, 2011

~

De Amerikaanse bizon is aan het einde van de negentiende eeuw zo goed als uitgeroeid. In The Last Buffalo Hunt wordt een beeld gegeven van een reservaat waar nog wat wilde bizons grazen en waar beperkt gejaagd kan worden. De makers pogen aan de hand van de bizonjacht op een essayistische wijze het westen als element van de collectieve Amerikaanse psyche te analyseren. Dit gebeurt door een voice-over die context biedt door geschiedenisboeken te citeren en feiten op te noemen. Hieruit blijkt dat de jacht op de bizons een belangrijk element was van de expansie westwaarts, die resulteerde in het verdwijnen van de Indiaanse cultuur. In wat expliciete segmenten worden bizons gedood door weekendjagers, waarna de beesten worden gevild zodat ze opgezet kunnen worden. Naast beelden van het reservaat toont de film ook hoe het moderne westen door tekens is overspoeld, van reclameborden tot de versimpelde architectuur van motels en benzinestations. De bizonjacht is net als alles in het Amerikaanse westen verworden tot een industrie die levend wordt gehouden door oude illusies en fantasieën. Lee Lynch en Lee Anne Schmitt weten in hun film veel vragen op te roepen en je een vervreemdend beeld van de Verenigde Staten voor te schotelen. De enige manco’s zijn dat de film langdradig wordt en in zijn essayvorm op bepaalde moment te ongestructureerd overkomt. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Boven alles verheven
Unter Dir die Stadt –
Spectrum
Christoph HochhäuslerDuitsland/Frankrijk, 2010

~

Welkom in het financiële centrum van Frankfurt. Een wereld van glazen wolkenkrabbers, chique restaurants en financiële deals op topniveau. Het is hier dat topbankiers Roland Cordes (net tot bankier van het jaar verkozen) iets krijgt met Svenja, de vrouw van een van zijn ondergeschikten. Regisseur Christoph Hochhäusler neemt de tijd om het aanstekelijke paringsritueel wat zich tussen de twee ontvouwt te schetsen. Complicerende factor voor Roland is dat de bank betrokken is bij een erg lastige en gevoelige overname en dat er spanningen zijn nadat een bankier in Indonesië is ontvoerd en vermoord. Zijn relatie met Svenja lijkt zijn werk als bankier steeds moeilijker te maken.

Als karakterschets en curieus liefdesrelaas maakt het sfeervolle Unter Dir die Stadt indruk, met het sterke spel van met name Nicolette Krebitz als de impulsieve en erg gevatte Svenja als uitschieter. Ook de interne machinaties en de rücksichtsloze manier waarop er bij de bank met het personeel wordt omgegaan overtuigen, waarbij Roland zich een ware machtspoliticus zonder scrupules toont. Zijn soms ondoorgrondelijk handelen wordt vaak raak geportretteerd (zoals wanneer hij tijdens een vergadering plotseling een medebestuurslid laat vallen), maar lijkt af en toe ook wat vergezocht (zoals zijn bezoekjes aan spuitende junks).

De titel lijkt er al naar te verwijzen: bankiers voelen zich in hun glazen torens ver verheven boven de stad, boven ‘het gewone volk’. Het zijn mensen die de realiteit compleet uit het oog zijn verloren. Als commentaar op de bankencrisis, die bij iedereen nog vers in het geheugen zit, slaagt de film echter een stuk minder. De raadselachtige, maar vooral ook geforceerd overkomende epiloog is hier een sprekend voorbeeld van. (Marcel Westhoff)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Achterbuurt-yakuza
Hot as Hell: The Deadbeat March
– Bright Future
Yosuke Okuda Japan, 2010

~

Twee jonge drugsdealertjes verknallen een verkoop, terwijl een jongen die als meteropnemer werkt een oude jeugdliefde tegen het lijf loopt. Het zijn de twee momenten die het verdere verloop van Hot as Hell: The Deadbeat March bepalen. Dat de film een no-budget productie is, valt meteen af te lezen aan de groezelige videobeelden. Het verhaal mag dan niet helemaal origineel zijn, maar regisseur Yosuke Okuda, die tevens een van de yakuza (Japanse maffiosi) speelt, weet het met flair en humor te vertellen. Bovendien wordt, met uitzondering van het (overigens aanstekelijk) overdreven lachen, door de onervaren cast redelijk geacteerd. De regisseur, die eerder twee andere versies van de film maakte met dezelfde titel, situeert zijn film in de achterbuurten van Tokio. Het geeft de film net dat rauwe, realistische randje dat de film boven de middelmaat verheft.

Yosuke toont aan de diverse mores van het filmvak voldoende onder de knie te hebben (niet altijd even vanzelfsprekend bij dit soort producties) waardoor het interessant wordt om te zien wat hij met een redelijk budget en goede cast en crew voor elkaar kan krijgen. Die kans lijkt hij te krijgen, nu Hong Kong-veteraan Johnnie To hem onder zijn vleugels heeft genomen. Of Okuda ooit het niveau van idool Quentin Tarantino zal halen, aan wie hij de film schijnt te hebben opgedragen, valt nog te bezien. (Marcel Westhoff)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Beestachtig einde
End of Animal
– Bright Future
Sung-hee Jo Zuid-Korea, 2011

~

Een jong zwanger meisje rijdt in een taxi over het platteland naar huis. Een lifter stapt op een gegeven moment in. Deze man, steeds net niet herkenbaar, blijkt akelig veel over de taxichauffeur en het meisje te weten, en vertelt en passant hoe lang het nog duurt voordat er een enorme lichtflits zal zijn waarna auto’s en elektrische apparaten niet meer zullen werken. Wat prompt gebeurt. Als het meisje wakker wordt blijkt de taxichauffeur hulp te zijn gaan halen. Ook de lifter is verdwenen, maar hij weet contact met het meisje te houden via een walkie talkie, die het vreemd genoeg nog wel doet. Zijn adviezen slaat zij echter in de wind, maar haar tocht naar de rustplek waar ook de taxichauffeur naar op weg was wordt ernstig gehinderd door de spaarzame mensen die ze tegenkomt; waarbij zonder uitzondering enig mededogen of behulpzaamheid als sneeuw voor de zon zijn verdwenen. Reizen blijkt bovendien niet zonder risico: angstaanjagend gegrom suggereert verschrikkelijke monsters in de nabijheid.

In zijn debuutfilm weet Sung-hee Jo, ondanks de kleinschaligheid van de productie, een catastrofe van epische proporties te suggereren. Eentje waarin die paar mensen die nog leven elkaar bovendien het licht in de ogen niet gunnen. Het is een zorgvuldig gecomponeerde film die met minimale middelen overtuigend postapocalyptisch is, met een originele lichtreligieuze ondertoon. End of Animal gaat echter ook gebukt onder een te traag tempo en te langdradige scènes, waardoor de kans groot is dat de kijker al is afgehaakt voordat de verrassende en originele ontknoping zich heeft aangediend. (Marcel Westhoff)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Het einde van de wereld

Finisterrae – Tiger Awards Competition
Sergio Caballero Spanje, 2010

~

Het is ook wel eens fijn om een film te zien die in alles tegenstrijdig is met wat regisseurs leren op filmopleidingen. Finisterrae is niet zozeer een film als wel een associatief gedicht waar beelden bij zijn gemaakt. Het scenario is er later bij verzonnen, als je daar althans over kan spreken. Twee mannen in lakens met uitgeknipte ogen, een paard, een neppaard, een rolstoel, een uil, een brandende cirkel, een ‘hippie’, een videoboom, een kikker, een prins, een zwijgend landschap. Regisseur Sergio Caballero is Spaans, maar de geesten die door zijn film dwalen spreken Russisch. Ze zijn op weg naar Santiago de Compostella om vandaaruit door te trekken naar Cap Finisterre, het uiterste puntje van Europa. Ze zijn onlangs overleden maar keren het liefst weer terug naar het land der levenden. Tijdens hun reis worden hun gewaden steeds vuiler, maar voor de rest is de spanning ver te zoeken. De ontmoetingen die ze hebben refereren eerder aan de Monty Pythonfilms, en een botsing met ‘The Knights who say Ni‘ lijkt nabij. Finisterrae is bij vlagen dan ook erg grappig en vooral absurd, maar Caballero kiest dan weer snel voor de soberte en het landschap. Zo schippert de film voortdurend heen en weer tussen humor en lethargie, en dat maakt Finisterrae tot een curiosum. Geschikt voor een festival als dit, maar een release lijkt toch wat vergezocht. (Erik Kersten)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Stilstaan is achteruitgang

Parked – Bright Future
Darragh Byrne Ierland/Finland, 2010

~

Fred Daly is een man van middelbare leeftijd. Hij woont door omstandigheden in zijn auto en op het parkeerterrein ontmoet hij de junk Cathal. Ondanks hun verschillen ontstaat er een vriendschap en Fred ontdekt weer wat genieten is. Dankzij Cathal komt hij in contact met de alleenstaande Juliana. Terwijl Freds leven steeds meer op de rails komt, lijkt de verslaafde Cathal voor zijn ondergang te kiezen. Parked is het speelfilmdebuut van regisseur Darragh Byrne, die vooral bekend is van tv-documentaires. Colm Meany (bekend uit Stephen Frears’ The Van, 1996) is aangetrokken voor de rol van Fred. De film begint als een droge komedie. Met spaarzame dialogen wordt Fred gevolgd en het gegeven dat hij in zijn auto woont levert wat vermakelijke scènes op. Wanneer Fred Cathal leert kennen, verandert de toon. Hun vriendschap is in eerste instantie gebaseerd op genieten en losgaan, maar krijgt al snel een serieuze lading. Meany is wat onevenwichtig in zijn rol, maar roept wel vertedering op. Het is Cathal die de meeste indruk maakt als sympathieke, maar verslaafde jongeman. Toch is de film nergens verrassend. Het matige scenario en de plotwikkeling zijn daar debet aan. Ondanks een tragische gebeurtenis werkt Parked op voorspelbare wijze naar zijn happy end toe. De openingsscène wordt herhaald in een van de laatste shots. Als Byrne daarmee geëindigd was, had de film een krachtiger indruk gemaakt. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Donkere en razende onderwereldtrip

Carancho – Return of the Tiger
Pablo Trapero Argentinie/Frankrijk/Zuid-Korea/Chili, 2010

~

Pablo Trapero draait al enige tijd mee in de filmwereld. Hij won in 2000 een Tiger-award met Mundo grúa. Carancho is zijn laatste film en op het festival ingedeeld bij de Return of The Tiger. Susa (Ricardo Darín, hoofdrolspeler uit Oscarwinnaar El secreto de sus ojos) is een advocaat die auto-ongelukken en ziekenhuizen afgaat om nieuwe cliënten voor zich te winnen. Met schadeclaims probeert hij de verzekeringsmaatschappijen geld afhandig te maken. Tijdens een auto-ongeluk ontmoet hij Luján, die als verpleegster in ambulancediensten werkt. Er bloeit een romance op. Wanneer Susa na een ongelukkige situatie besluit uit de schimmige wereld van claims en ongelukken te stappen, houdt zijn werkgever hem tegen. Susa weet teveel en er ontstaat een kat-en muisspel tussen hem en het bedrijf waar hij voor werkt. Luján kan de hoge werkdruk in het ziekenhuis amper meer aan en besluit met Susa op de vlucht te slaan.

Het begin van de film toont de harde en corrupte wereld van advocaten die hun geld verdienen met auto-ongelukken. Vol medeleven helpen ze hun cliënten, maar dat is slechts schijn: de verzekeringsmaatschappijen keren amper geld uit aan de slachtoffers. Snel laten tekenen, is het motto dat Susa opgedragen krijgt. Een vuile wereld is het, en de advocaten gaan ver in hun actie’s. Zo helpt Susa een vriend een ongeluk te ensceneren, een van de bruutste scènes uit de film. Maar Susa heeft nog een zuivere kant in zich en besluit op te stappen. Dan pas blijkt hoe corrupt alles in elkaar steekt en hoe moeilijk het is een nieuw leven te beginnen. Vanaf dat moment gaat Carancho duizelingwekkend hard. Actie volgt op actie, soms zo snel dat het moeilijk te volgen is. Drugs, een tas vol geld, chaos in het ziekenhuis en moordpartijen: alles passeert de revue voor het bloedstollende einde. Het maakt van Carancho een intense ervaring, maar de snel opeenvolgende scènes en gebeurtenissen laten ook een overdadig gevoel achter. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR