Boeken / Non-fictie

Een actuele kijk op het Nederland waar we zo trots op zijn (of waren)

recensie: Guus Kuijer - Draaikonten & haatblaffers

Guus Kuijer beschrijft in zijn nieuwste boek Draaikonten & haatblaffers het leven van de Spaanse geestelijke Montano, die in de Tachtigjarige Oorlog als aanhanger van Alva naar Antwerpen verhuisde. Uiteindelijk werd hij daar een van de grondleggers van waarschijnlijk de meest Hollandse cultuureigenschap: de tolerantie.

Kuijer heeft niet zomaar een biografie geschreven; hij grijpt het leven van Montano aan om zijn mening over de politieke actualiteit in Nederland te uiten: ‘U begrijpt natuurlijk waarom ik dit boek schrijf. Ik maak me zorgen over de tolerante samenleving die in dit schitterende land ten koste van zo veel bloed en tranen is ontwikkeld.’ Kuijer onderbouwt zijn meningen door de situatie van vierhonderd jaar geleden te spiegelen aan het heden. Het is daarbij wonderlijk om te lezen hoezeer een verhaal over het leven van een Spaanse geestelijke uit de zestiende eeuw onze actualiteit kan raken.

Benito Arias Montano


Kuijer neemt in zijn boek vooral stelling tegen de politieke ‘haatblaffers’ die onder het mom van vaderlandsliefde hard bezig zijn om de cultuureigenschappen die Nederland groot hebben gemaakt in het verdomhoekje te schoppen. Het perspectief dat Kuijer kiest om zijn stellingen te onderbouwen is slim gekozen: we worden meegevoerd naar een beslissend punt in de vaderlandse geschiedenis: het moment van de Tachtigjarige Oorlog waarop de hertog van Alva – als perfect toonbeeld van onverdraagzaamheid – naar de opstandige Nederlanden werd gezonden om orde op zaken te stellen.

In het kielzog van de hertog reisde de Spaanse geestelijke en wetenschapper Montano mee naar de noordelijke gebiedsdelen van het Spaanse rijk; als devoot katholiek was hij vastberaden om de ketters te bekeren. Maar Montano had een eigenschap die in katholiek Spaanse kringen niet algemeen was: hij was nieuwsgierig en stond open voor andere ideeën.  

Het boek wordt door deze vorm geen pure biografie: de levensloop van Montano is vooral een kapstok voor Kuijers meningen. Evengoed laat Kuijer aan de hand van Montano’s carrière zien dat de verhoudingen in de ‘Nederlandse’ samenleving van die tijd veel genuanceerder lagen dan de geschiedenisboekjes leren: protestanten en katholieken konden zelfs in oorlogstijd vriendschappelijk met elkaar omgaan. Met sprekende voorbeelden toont Kuijer dan ook dat de kostbare tolerantie niet te danken is aan de hardliners, maar juist aan degenen die de nuance zochten en in staat waren hun eigen cultuur te relativeren.

Stoere draaikonten


Kuijer noemt hen chargerend ‘draaikonten’ en maakt daar een geuzennaam van door te stellen dat juist zij de drijvende kracht waren achter de welvaart die de Nederlanden destijds meemaakten. Meerdere meningen en inzichten die naast elkaar konden bestaan, vormden een voedingsbodem voor uitvindingen en innovaties die voor economische voorspoed zorgden.

Dat stond in schril contrast met het ultraconservatieve en nationalistische Spaanse hof, waar de machtige inquisitie iedere nuance de kop indrukte. Overigens tempert Kuijer de verwachtingen die we bij het begrip tolerantie hebben al vroeg in het boek:

In werkelijkheid is tolerantie een aanzienlijk bescheidener begrip dan naastenliefde. Wanneer ik een bloedhekel aan iemand heb, betekent dat niet dat ik intolerant ben (…). Tolerantie betekent dat je mensen moet verdragen tegen wie je bezwaren hebt. Tolerantie kost inspanning.

Links-rechts

Het is een belangrijk en regelmatig terugkerend inzicht dat Kuijer in het boek naar voren brengt en dat hij koppelt aan de noodzakelijkheid van cultuurrelativisme. Nationalistische roeptoeters wekken makkelijk de schijn van daadkracht en zekerheid, maar het is juist het gebrek aan twijfel en het ontbreken van zelfkritiek dat een cultuur ondermijnt.

Naast de verwijzingen naar de vele bronnen die zijn verhaal in perspectief plaatsen, neemt Kuijer ook de tijd om de vloer aan te vegen met hedendaagse populistische opvattingen. Daarbij probeert hij weg te blijven van links-rechtsdiscussies. Hij pleit immers voor hen die de middenweg bewandelen. Met daarbij de hoop dat ook zij die zich aan de uiteinden van het politieke spectrum bevinden, zich zullen realiseren dat zij zich daar alleen kunnen handhaven als dat door anderen wordt getolereerd: “Het is misschien moeilijk te accepteren dat we van elkaar verschillen, maar voor een florerende samenleving wel noodzakelijk.”