Film / Films

De auto en het meisje

recensie: Drive

Een naamloze en zwijgzame mecanicien en stuntrijder voor speelfilms bestuurt ook vluchtwagens bij overvallen. De feilloze controle die hij achter het stuur altijd heeft raakt hij in het echte leven kwijt als hij verliefd wordt, in deze strak gestileerde en uiterst coole film van de Deen Nicolas Winding Refn.

~

Bij het begin van Drive wordt meteen duidelijk dat Refn opvallend teruggrijpt naar de jaren tachtig. Het font van de openingscredits lijkt verdacht veel op dat van bijvoorbeeld Purple Rain; de synthesizermuziek van onder andere Cliff Martinez zou in het pasteltintendecennium niet hebben misstaan en drukt een zwaar maar erg fijn stempel op de film.

De bestuurder (Ryan Gosling) in Drive is cool, hij is in control. Hij is daarmee een moderne variant op zijn even zwijgzame en naamloze beroepsgenoot uit Walter Hills The Driver (1978), die op zijn beurt weer hevig beïnvloed was door de huurmoordenaar in de Franse klassier Le Samuraï (1967) van Jean-Pierre Melville. Dat coole doet bij Goslings garderobe soms wel een tikkeltje geforceerd aan: naast een flitsend jasje met een grote schorpioen erop, heeft hij ook constant een tandenstoker in de mondhoek, ontbreken de leren racehandschoentjes niet en de oplettende kijker zal het konijnenpootje aan de autosleutel niet ontgaan.

De maffia en de buurvrouw

~

Twee gebeurtenissen zorgen voor enige barstjes in die ogenschijnlijke koelbloedigheid. De zakenpartner van de bestuurder, Shannon (Brian Cranston uit de serie Breaking Bad), heeft grootse plannen met zijn talentvolle racer en leent daarvoor geld bij een aantal onderwereldfiguren. Die racer raakt bovendien verliefd op zijn buurvrouw Irene (een innemende Carey Mulligan), die – met haar man in de bak – hun zoontje alleen opvoedt. Deze verwikkelingen, die naadloos met elkaar verweven zijn, zetten acties in gang waarbij de bestuurder steeds meer de controle over zichzelf en zijn omgeving lijkt te verliezen.

Direct in de openingsscène tonen de makers zich meesters in het in beeld brengen van een ogenschijnlijk simpel gegeven: na een overval moet de vluchtauto uit handen van de politie blijven. De shots (geheel in en vanuit de vluchtauto gefilmd), de opbouw, de timing, de kaders en de pompende muziek: het is een fraai staaltje filmmaken. Ook een scène in een lift waarin Irene achter de ware aard van de bestuurder komt – en waarbij Refn het in beeld brengen van gruwelijk geweld niet schuwt – kan hier ook toe gerekend worden. Beiden spelen zich in een kleine ruimte af en juist een achtervolging op klaarlichte dag doet opvallend genoeg een stuk rommeliger aan.

Controle

~

Regisseur Refn kan met Drive een geslaagde film aan zijn verrassende oeuvre toevoegen. Als er een constante is in films als Fear X, Bronson, Valhalla Rising en de Pusher-trilogie, dan is het wel de enorme visuele flair die hij tentoonspreid. Cameraman Newton Thomas Sigel vangt Drive in strakke kadreringen (handheld camerawerk wordt vermeden) en levert een van de fraaist belichte films van de afgelopen tijd af; vlekkeloos zou je haast bij veel shots zeggen. Michael Mann is vaak het ijkpunt in het oogverblindend vastleggen van nachtelijk Los Angeles, maar Drive weet hier zelfs de lat een stukje hoger te leggen.