Film / Films

Een bloedbad zonder winnaars

recensie: Carnage

Hoe snel kan een beschaafd gesprek escaleren tot een absurde samensmelting van openbaringen, grofheid en mentaal geweld? In slechts 79 minuten vertelt Carnage het verhaal van vier mensen die een psychologisch ‘bloedbad’ aanrichten.

~

Deze geslaagde adaptatie van het Franse toneelstuk Le dieu du carnage van Yasmine Reza (2006) laat zien hoe de ware aard van de mens naar boven komt drijven als hij wordt gedwongen in een kleine ruimte tijd door te brengen met zijn medemens. Roman Polanski, meester van psychologische thrillers die zich in kleine ruimtes afspelen, creëert in Carnage een zo ongemakkelijke claustrofobische sfeer, dat je er als kijker niet van opkijkt dat de personages willen vluchten, maar dat niet kunnen, en uiteindelijk doordraaien.

Ruzie leidt tot ruzie
Wanneer twee jongens van elf jaar ruzie met elkaar krijgen, en de een de ander met een stok de tanden eruit slaat, besluiten de ouders Penelope (Jodie Foster) en Michael (John C. Reilly) van het slachtoffertje de ouders Nancy (Kate Winslet) en Alan (Christoph Waltz) van de ‘dader’ uit te nodigen en op een beschaafde manier de situatie te bespreken. Wat begint als een ogenschijnlijk beleefd, volwassen gesprek, ontaardt binnen de kortste keren in een kinderlijke chaos. Vanaf het begin moet Penelope, een socialiste die een boek over Darfur schrijft, weinig hebben van de onbeleefde Alan, een jurist die om de haverklap aan het telefoneren is. Michael, verkoper van huishoudartikelen, probeert juist de goede orde te handhaven en nodigt de gasten tot tweemaal toe uit voor een kop koffie. Maar het is uiteindelijk Nancy, een beleggingsadviseur, die met een kotspartij de boel op z’n kop zet. Gevangen tussen vier muren komen de opgekropte emoties en irritaties naar boven en vliegen de beledigingen en sarcastische opmerkingen om de oren.

~

Het hoogtepunt van de film is het personage van de Oostenrijkse acteur Christoph Waltz, die op-en-top een Amerikaan speelt. De nonchalante, ongeïnteresseerde houding van Alan, zijn telefoongesprekken, die telkens uitmonden in een anticlimax, en zijn droge sarcastische opmerkingen zijn aanleiding tot gepaste en ongepaste lachmomenten. Deze momenten vormen een verademing voor de kijker, omdat de langzaam opgebouwde spanning te snijden is. De keuze om de film realtime af te spelen blijkt hier heel doeltreffend.

Theater als film
Naast de realtimetechniek heeft Polanski meerdere aspecten van het theater in zijn film verwerkt. De kamer waarin alles zich afspeelt, is een podium en wordt door Polanski ingezet om de positionering van de personages te karakteriseren: in het begin staan en zitten de echtparen nog bij elkaar, maar zodra de verbale aanvallen worden geopend, verschuiven de fronten en staan de mannen ineens letterlijk en figuurlijk tegenover de vrouwen of staan/zitten alle personages afzonderlijk van elkaar. En dit alles wordt grotendeels gefilmd vanuit twee vaste posities in de kamer, wat tot gevolg heeft dat je als kijker een voyeur wordt die over de schouders van de personages meekijkt. Vanaf een veilige afstand kijk je toe hoe de klappen worden uitgedeeld. De enige winnaar van dit bloedbad is uiteindelijk de kijker, die een sublieme Polanski-ervaring rijker is geworden.