Boeken / Fictie

Doelloos schrijven

recensie: Paulo Coelho (vert. Piet Janssen) - Aleph

De man die ons eigenlijk niets te vertellen heeft. Dat moet Paulo Coelho wel zijn: de man van veel woorden voor weinig verhaal.

Natuurlijk wil Coelho ons wel wat vertellen. En hij gebruikt zijn boeken om dat te doen. Alleen lijkt het erop dat die boeken steeds minder verhaal bevatten, terwijl ze toch echt niet dunner worden. Met Aleph heeft hij een voorlopig hoogtepunt bereikt. Of misschien is dieptepunt een betere benaming.

Twijfel slaat toe

Het gebrek aan verhaal kan nog een heel mooi liefdesepos opleveren, zoals in Elf minuten. Of de schrijver weet op heldere wijze wazige gedachten en ideeën weer te geven, zoals in De Zahir. Maar het kan ook leiden tot een onduidelijke brij aan concepten in een infantiel jasje, zoals in Aleph het geval is. Van begin tot eind doet Coelho zijn best zo weinig mogelijk concreets te vertellen. En dat terwijl dit een van zijn meest persoonlijke boeken is.

In Aleph treffen we een Coelho aan die aan zichzelf twijfelt. Een man die zijn doel kwijt is en rusteloos op zoek gaat naar betekenis. Coelho zit in een geloofscrisis en sleurt de lezer mee in zijn depressie. Van het lezen van Aleph word je niet vrolijk. Dit keer heeft de auteur geen beschouwende wijsheden te bieden die de lezer aan het denken zetten, maar beschrijft hij een reis door tijd en ruimte met een onduidelijk eindpunt en begin.

Twee keer opheldering

Om zijn geloof terug te vinden moet Coelho om de een of andere onduidelijke reden een boekpromotietocht langs de Trans-Siberische spoorlijn maken. Op die reis wordt hij onder meer vergezeld door de jonge Hilal. In de trein bevindt zich verder een Aleph. Deze twee verdienen enige uitleg. Jorge Luis Borges beschreef de Aleph als volgt:

De Aleph had een diameter van twee, drie centimeter, maar bevatte wel het hele Universum zonder dat dit aan omvang inboette. Elk ding … was oneindig veel dingen, want ik zag het helder en duidelijk vanuit iedere hoek van het Universum.

De Aleph is het hier en nu en dat wat was en zal zijn en alles tegelijkertijd op deze plek in tijd en ruimte en elke andere plek, het begin en het eind en alles daartussenin.

En dan is er dus dat meisje Hilal. Zij vormt de spil van Coelho’s zoektocht. Een zoektocht die al in de vijftiende eeuw begonnen blijkt te zijn. In die tijd en in dat leven was de schrijver namelijk onderdeel van de inquisitie en in die rol was hij verantwoordelijk voor de dood van zeven vrouwen. In de eeuwen die volgen is Coelho op zoek naar deze vrouwen om ze om vergiffenis te vragen. Drie keer eerder vond hij een van deze vrouwen en slaagde hij er niet in om vergeven te worden. Hilal is zijn vierde poging. En Hilal is nogal eigenwijs. Als dat maar goed komt …

En wat er verder gebeurt zal niemand boeien

Gelukkig voelen schrijver en meisje zich sterk tot elkaar aangetrokken en beschikt de dolende schrijver over enkele meditatietrucjes. Door in gedachten gouden ringen langs zijn lichaam omhoog en omlaag te bewegen kan Coelho namelijk in contact komen met de Aleph. Om de een of andere reden is dat belangrijk zodat Hilal hem uiteindelijk kan vergeven.

Maar tegen die tijd zal het de lezer weinig meer interesseren of het meisje de schrijver vergeeft voor iets wat eeuwen daarvoor heeft plaatsgevonden. Als lezer denk je: ‘Zand erover. Laten we hier verder geen woorden aan vuil maken.’ Helaas denkt Paulo Coelho daar anders over en trakteert hij ons nog tientallen pagina’s lang op doelloos gezwam. Hopelijk wordt dit boek hem in een volgend leven vergeven. Want in dit leven zou de inquisitie hem er zwaar voor moeten straffen.