Boeken / Non-fictie

Diepte zonder diepgang

recensie: Céline Rutten - Gesprekken met Dick Bruna

Céline Rutten wil met Gesprekken met Dick Bruna dieper doordringen tot de mens Dick Bruna. Net als het werk van haar onderwerp blijft het alleen erg oppervlakkig.

Let wel, de stelling dat het werk van Dick Bruna oppervlakkig is, is hier positief bedoeld. Hét stijlkenmerk van Bruna is immers die constant doorgevoerde tweedimensionaliteit. Met zo min mogelijk een boodschap overbrengen, dat is wat hij als geen ander kan. En dit gebrek aan diepte staat de diepgang in zijn werk geenszins in de weg. Integendeel, niet alleen de boekjes over Nijntje Pluis, maar al zijn werk waaronder ook de 2400 boekomslagen die hij voor de Zwarte Beertjes serie van uitgeverij Bruna ontwierp, blijven fascinerend door de jaren heen. 

‘Ik ben nooit echt vrolijk’
Met Gesprekken met Dick Bruna van Céline Rutten is het eigenlijk net omgedraaid. In de voorbereiding van dit werk sprak ze in de loop van drie jaar tientallen keren met Bruna. Ook  sprak ze – in tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden – veel met mensen uit zijn omgeving, waaronder zijn drie kinderen en vrouw Irene. Bedenk daarbij dat ze daarnaast uitvoerig onderzoek heeft gedaan naar de familiegeschiedenis van Bruna en dan kan met recht gezegd worden dat ze de diepte in is gegaan. Rutten heeft duidelijk verder gekeken dan het cliché van Dick Bruna als vader van Nijntje Pluis.

Wat echter bij de bespreking van die andere kant van Dick – als zoon, vader en echtgenoot – ontbreekt, is diepgang. Alleen zijdelings raakt Rutten soms aan de kern, die eruit bestaat dat Bruna niet alleen attent en hartelijk, maar ook erg onzeker en eenzaam is. Iets wat in het verleden een behoorlijke wissel heeft getrokken op het gezin en vooral op Irene. Verbazingwekkend en ontroerend is het als de man die alles zou moeten hebben, zegt: ‘Ik ben nooit echt vrolijk. De meeste mensen gaan ervan uit dat ik een vrolijk mens ben. Ik ben helemaal niet vrolijk.’

Blijven hangen op anekdotisch niveau
Intieme ontboezemingen als deze komen weliswaar aan bod, maar worden overschaduwd door alle, veelal mierzoete anekdotes die Rutten de revue laat passeren. Anekdotes over Dick die ’s ochtends vroeg tekeningetjes achterlaat voor Irene, die altijd op een stuk taart kon rekenen als één van de werknemers van de drukkerij jarig was, of in zijn atelier bij elk cadeau dat hij ooit van bewonderaars heeft gekregen (en inderdaad: allemaal bewaard heeft) het achterliggende verhaal weet te vertellen.

Het beeld dat in deze anekdotes naar voren komt van een overweldigend lieve Dick Bruna zal ongetwijfeld kloppen. Eén blik op de coverfoto is genoeg om je ervan te overtuigen dat deze man wel intens goed móet zijn. De worsteling met zijn onzekerheid en zijn drang naar eenzaamheid maken Bruna echter naast intens goed, ook heel erg menselijk. Als die aspecten van zijn persoonlijkheid aan bod komen, weet Rutten echt dieper door te dringen tot de mens Dick Bruna. Maar meestal blijft ze hierom heen draaien met verhalen over hoe kinderen tijdens voorleessessies tegen hem aankruipen en hoe mooi zijn vijfenzestigste verjaardag was.  Hierdoor blijft Gesprekken met Dick Bruna over het geheel genomen vrij oppervlakkig.