Boeken / Fictie

Onderhuidse zwarte humor

recensie: Erling Jepsen (vert. Edith Koenders) - De kop is eraf

Nalatige ouders, een dochter die te snel volwassen moet worden, een zoontje met te veel fantasie en een aantrekkelijke, behaarde jongeman die een reeks absurde gebeurtenissen in gang zet. Een familiedrama op z’n Erling Jepsens: inkt- en inktzwart.

Emilie: veertien jaar oud, gefascineerd door afgehakte hoofden en andere griezeligheden, dochter uit een gebroken gezin, grote zus van de sensitieve achtjarige Jacob en in de ban van een jongeman. Niet zomaar een jongeman, maar een die uit het niets opduikt in de tuin van het plattelandshuis dat Emilie sinds kort met haar moeder en broertje deelt. Nadat de moeder hem bewusteloos slaat met een knuppel neemt de jongeman, Anders, intrek in de logeerkamer. En tijdens zijn verblijf weet hij ook de weg naar de slaapkamer van de moeder te vinden.

Absurde situatie, luchtige spanning
Tienermeisjes kunnen de intenties van een jongen interpreteren zoals het hun uitkomt. Als een jongen stil zit als een standbeeld kan een jongedame dat nog uitleggen als een volwaardige liefdesverklaring. Ook Emilie lijkt dit te doen bij de acht jaar oudere Anders, totdat blijkt dat hij wel degelijk ook interesse in haar heeft. En dan begint het gedonder pas echt. Anders speelt vernuftig in op de zwakke punten van de twee vrouwen: moeder wil dat hij zich aan haar overgeeft, zodat ze hem kan helpen de dood van zijn ouders te verwerken. Emilie wil gezien worden, zich gehoord voelen en eindelijk eens op nummer een staan.

Emilie neemt meer verantwoordelijkheid op zich dan goed voor haar is. De officiële scheiding van haar ouders kan niet doorgaan vanwege de slechte woningmarkt en de kredietcrisis. De gesprekken die de ouders over deze gedeelde vijand voeren zijn nog enigszins als gezellig te typeren, en daar maakt Emilie maar al te graag deel van uit.

De schuldkwestie
Ouders beïnvloeden hun kinderen, en die maken op hun beurt de ouders het weer moeilijk. Kortom: een vicieuze cirkel, waar Jepsen in zijn roman op satirische wijze verslag van doet. Hij toont in zijn alarmerende roman dat ouders hun kinderen niet horen te belasten met ‘grotemensenproblemen’, ook niet als de kinderen daar zelf om vragen, nieuwsgierige aagjes die ze kunnen zijn. Delen de ouders hun zorgen te veel met hun nageslacht, dan is de kans groot dat ze opgescheept komen te zitten met een veertienjarige die zich zorgen maakt om renteverhogingen bij aflossingsvrije hypotheken en de economische situatie in China. Kinderen van nu moeten vrij zijn om zorgeloos jong te zijn.

De onderhuidse spanning, die het gevoel oproept dat het alleen maar mis kan gaan, is op elke pagina aanwezig, maar wordt door Jepsens zwarte humor nergens beklemmend. De kop is eraf is een roman met zulke dubieuze gebeurtenissen en even absurde reacties op die gebeurtenissen dat het enorm op de lachspieren werkt. Jepsen schrijft filmisch – soms te, gezien de sinistere beelden die hij oproept, waar je voorstellingsvermogen niet altijd even gelukkig mee is. De indruk die dit boek achterlaat valt echter niet te ontkennen. Het is een snelle roman die je vol ongeloof leest, die in je poriën gaat zitten en die je niet meer kunt wegleggen.